Met de fiets door de Zwalmstreek
Op het ritme van de rust .. door de Zwalmstreek .. een totaal ander stukje België.
Ken je de Belgische film 'Allez Eddy'?
Er kan er maar één de mooiste zijn!
De medewerkers en regisseur zijn op zoek naar een mooie locatie voor de film, Allez Eddy.
Ze hebben maar liefst 600 dorpjes verkend. Op hun verlanglijstje stond : een dorpskern die lieflijk was, vrolijk, ongerept, los van de wereld en .. er mocht geen drukke weg doorlopen. Er bleven maar een handvol dorpjes meer over en tenslotte viel de keuze op Rozebeke, één van de 12 dorpjes van de Zwalm en misschien wel het vrolijkste van allemaal.
De filmploeg streek neer in de Kloosterhoeve, filmde de idyllische dorpskern, de glooiende landschappen eromheen en ook nog een stukje Dikkele, dat andere Zwalmdorpje vol nostalgische charme.
De woorden van de regisseur: die ongelooflijke rust, dat vind je nergens!
Een uniek stukje 'Nergens'
De Zwalmbeek, het riviertje dat zijn naam aan de fusiegemeente heeft gegeven, heeft tal van kleine valleien uitgesleten. En het maakt onderweg ook nog eens zo veel vaart dat het de vele watermolens van de streek kan aandrijven. Er is geen betere manier om kennis te maken met al dat moois dan de Watermolenroute, een fietstocht van 40 km door bijna alle dorpjes van Zwalm, en door een mooi stukje Vlaamse Ardennen.
Het is heuvelachtig, het zal misschien wat pijn doen aan de kuiten. En de kans bestaat dat je ketting er eens af vliegt. Maar in ruil daarvoor krijg je holle wegen, adembenemende vergezichten, oude boerderijen én .. de zekerheid dat er onderweg tavernes in overvloed zijn. Ja, de sportende Belg krijgt wel af en toe dorst en aangezien België een bierland is ….
Ik probeer, samen met jullie, de fietsroute te volgen. We starten in:
Munkzwalm : een dorpje in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen.
In de schilderachtige en diep ingesneden vallei van de zwalm staat hier de Zwalmmolen.
Hij werd in de 11de eeuw al vermeld. Oorspronkelijk was het een koren- en watermolen, maar van 1891 tot 1964 werd hij gebruikt om graan te malen. Sinds vorig jaar draait hij weer op volle kracht. En een 10-tal gezinnen worden hierdoor van groene stroom voorzien.
We rijden, richting Velzeke
Via de fameuze Paddenstraat komen we op het dorpsplein, nu het Romeinse plein. De Paddenstraat is een kasseiweg die berucht is in te wielersmilieu.
De weg is sinds 1981 beschermd. Er staat een monument voor De ronde van Vlaanderen van 2005. Deze straat was deels het traject is van de Romeinse heirbaan Boulogne-Keulen.
In de straat bevindt zich het PAM - het provinciaal Archeologisch Museum. Hier zijn een schat aan archeologische vondsten uit de streek. Daarbij sluiten een archeologisch park en een Gallo-Romeinse tuin aan.
Roborst : waterkers en een kathedraal
We rijden de andere kant op, naar Roborst. Het is net een sprookje achter de bocht: Roborst, met een mooi kerkje en een kasteel.
Bij het binnenrijden van Roborst zie je de grachten (van de Zwalm) waar waterkers wordt verbouwd, een bladgroente die alleen in stromend, zuiver water kan gedijen.
Biobedrijf Cressana heeft zich intussen toegelegd op de geneeskrachtige werking : de groente wordt gevriesdroogd en in capsules gedoseerd. Maar op zaterdagmorgen kan je er ook terecht voor gewone, verse waterkers.
Op het kerkplein staat een bronzen beeld van een bevallige waterkersplukster.
We rijden verder, voorbij de Bostmolen, een watermolen die dienst doet als taverne. Hier kan je in gezellige sfeer genieten van een frisse pint, frisdrank, koffie of een lekker hapje eten.
En zo komen we in het wonderlijke Rozebeke
Dit is dé plek waar de regisseur tot rust kwam.
Nog lang vóór de biocapsules en vóór de uitvinding van Head&Shoulders-shampoo, kwamen de mensen hier op bedevaart om er Maria te aanroepen tegen pest en roos. In juli gaat trouwens nog altijd een processie uit, een week later gevolgd door een paardenommegang (= de zegening van de paarden)
Het dorp Rozebeke ligt als een bloemenkroon rond de Onze-Lieve-Vrouwekerk, ook wel de kathedraal van Zwalm genoemd. Rozebeke heeft tal van fotogenieke hoekjes en een authentiek café De Valk.
Voor wie ondertussen honger heeft, moet je zeker binnen bij de heel jonge bakker Pede. Hij is gespecialiseerd in artisanale broden, mattentaarten en … de lekkerste eclairs ter wereld, zegt men.
Vanuit het dorp gaat het steil berg op naar de Vijflindenkapel, het pittoreske hoogste punt van Zwalm. Als het mooi weer is, kan je van hieruit tot Gent kijken.
Naar de Geuzenhoek
We komen voorbij Horebeke - eigenlijk is dit geen deel van de Zwalm, met het is wel een fascinerende plek met geschiedenis. In het gehucht Corseele of Geuzenhoek heeft een Vlaamse (de oudste in Vlaanderen) protestantse gemeenschap zich sinds haar stichting in1554 kunnen handhaven. Samen met protestantse kerken van de omgeving vormde de gemeenschap van Horebeke de Vlaamse olijfberg.
Ze werden zo genoemd wegens de verdrukking waaronder ze leefden (1602 – 1665). Omwille van hun geloof waren zij omstreeks 1540 weggetrokken uit de grotere steden, op vlucht voor de inquisitie.
Omdat de protestanten hun doden bij de katholieke kerk mochten begraven, kregen zij hun eigen begraafplaats. Tussen de oude schuilkerk en de nieuwe kerk ligt het kerkhof, met een monumentale treurbeuk, die beschermd is.
Van een contrast gesproken!
Voorbij het rustige Korsele begint de Molenberg. Hier heeft al menige wielertoerist gevloekt. De kasseistrook is kort, maar loopt bijzonder rechtop (steil dus).
Maar onze moeite is beloond en we komen in Wijlegem, een gehucht met twee prachtige historische hoeves en een oude Sint-Margarethakapel.
Ooit was dit een bedevaartsoord voor zwangere vrouwen en zieke kinderen. Nu is het één van die plekken waarvan men denkt : 'God, dat zoiets nog bestaat'.
Onze volgende stop is in Sint-Maria-Latem.
De IJzerkotmolen werd vroeger gebruikt om, onder meer, papier te maken en olie uit lijnzaad te stampen. Nu is er een taverne in ondergebracht. Hier wordt je, net als in het nabijgelegen Klein Zwitserland getrakteerd op de formule hopen charme en geen spoor van trends.
Menige fietsers, mobilhomes, caravans komen hier voorbij. Vlakbij ligt de ter Biestmolen, een taverne met moderne allures. Dorstigen, dit is het moment om keuzes te maken.
En meteen is het lastigste stuk van de tocht voorbij. Naarmate we meer naar het noorden fietsen wordt het landschap minder robuust en snijden de hellingen minder diep. In Meilegem ligt de Kaaihoeve, aan een afgesneden Scheldemeander. Hier konden de rivierschepen van de Schelde vroeger hun goederen laden en lossen.
Nu is hier een provinciaal educatief bezoekerscentrum. Het is aantrekkelijk voor natuureducatie en de perfecte uitvalsbasis om de kaaimeersen te verkennen: een paradijsje van 7 ha, met een mooi pad en een stuk dat in de winter overstroomt.
Bij de steiger voor de hoeve, met zicht op de oude Scheldearm, is het zalig uitblazen. Langs de dorpskern van Meilegem komen we bij Ter Bieze in Beerlegem, een kasteel uit de 18de eeuw. Het is gebouwd op de fundamenten van een middeleeuwse burcht.
Van de oude ceder in het park zeggen ze dat hij door ‘Jan Zonder Vrees’ is meegebracht van zijn laatste kruistocht.
Een dorp speelt verstoppertje – Dikkele.
Ooit dwaalde door deze streek Jan de Lichte, aanvoerder van een roversbende die vooral uit was op voedsel en textiel. Nu eens ging het om 13 flessen wijn, dan weer om een paar varkenspoten, een paar keer werden roofmoorden gepleegd.Voor hij werd geradbraakt op de grote markt in Aalst, zou hij zich verscholen hebben in de bossen rond Dikkele.
Het dorpje is ook nu nog een plek waar je je makkelijk kunt verstoppen : in de verte zie je nauwelijks meer dan de kerktoren. De landelijke dorpskom is sinds 1980 beschermd als dorpsgezicht.
Hier tikt de klok langzamer dan in andere Vlaamse dorpen. Of zoals Wim Sonneveld zong thuis heb ik nog een ansichtkaart …
We neuriën verder en fietsen of rijden richting Paulatem.
Op onze weg verder komen we langs twee zalige cafeetjes van toen er nog geen interieurarchitecten waren! In de Poezenelle is er de Zwalmse tripel van het vat en worden de ‘omaatjes’ (dat zijn kriekjes op jenever) volgens een geheim recept bereid.
En dit was onze laatste stop.
Via de velden van Paulatem, het kleinste van de Zwalmdorpjes) rijden we terug na Munkzwalm en naar de Zwalmolen (waar onze rit begon)
Het geluid van ruisend water is wat je meeneemt als je daarna terugkeert naar de ‘andere’ wereld , die van drukte!
Zo stil … wat een luxe!
lees volgend deel : Een ritje door de Vlaamse Ardennen