Fontaine-de-Vaucluse en de mysterieuze bron
Na ons bezoek aan de Village des Bories rijden we verder. Op slechts 15 km ligt het dorpje Fontaine-de-Vaucluse, bekend als een van de mooiste dorpjes in de regio.
Daar zal de ligging aan de rivier de Sorgue zeker toe bijdragen. Bij het binnenrijden van Fontaine-de-Vaucluse valt ons onmiddellijk de smaragdgroene kleur op, van de Sorgue die hier ontspringt.
Uit verschillende opgravingen is gebleken dat er al eeuwen lang mensen gewoond hebben op deze plaats. Er werden prehistorische gereedschappen gevonden in de omgeving van het plaatsje. Tijdens de hoogtijdagen van het Romeinse rijk was de rivier Sorgue zeer belangrijk met het oog op de handel. Zo ontstond er een klein plaatsje dat 'Vallis Clausa' werd genoemd. Dit betekent 'gesloten vallei'. Door de eeuwen heen werd deze naam veranderd in Vaucluse. Aangezien het departement ook deze naam kreeg, werd de naam van het dorpje Vaucluse veranderd in Fontaine-de-Vaucluse, naar de bron van de Sorgue die bij het plaatsje ligt.
Met meer dan 1,5 miljoen bezoekers per jaar plaatst Fontaine-de-Vaucluse zich bij de toppers van de bezienswaardigheden in de Vaucluse. Het is vooral de bron van de Sorgue, een mysterieuze 'bodemloze' bron die al eeuwenlang bezoekers fascineert. Het is een idyllisch plaatsje maar geen aanrader voor zij die absoluut niet houden van drukte.
De route die leidt naar de bron, de 'toeristenval' is omzoomd door gezellige terrassen, eettentjes en ontelbare winkeltjes.
Het is warm, we wandelen langs de rivier en genieten van de schaduw van de bomen.
Opeens staan we voor de keuze: de weg blijven volgen of de trappen afdalen en door het Ecomusée du Gouffre wandelen. Het is een leuke doortocht.
Het eerste wat we zien is een glasblazerij. Daarna volgt een galerie met mooie schilderijen. Er is een stand met de parfums uit Grass en daarna komen we in een brede gang. We komen in een boekenwinkel, maar geen gewone. Het zijn geen romans, geen bestsellers, hier draait alles om papier (kaarten, kalenders, mooie postpapier, je kan een bericht laten kalligraferen op een fraai stuk papier en wat een soorten papier!
We gaan de trap op en zien hier hoe in de 18de eeuw, papier gemaakt werd. Ze maken het nog steeds op dezelfde manier, van vodden tot prachtig papier.
Een belangrijk onderdeel van de fabricage is de watermolen. Vanaf een loopbrug kunnen we zien hoe papier met de hand wordt vervaardigd volgens eeuwenoude methoden. Zelfs bloemen worden in de ruwe vellen papier verwerkt. We zien hoe papier in de molen wordt geschept. Uit een brij van plantenonderdelen, lavendel, varens en mooie bladen wordt het 'vloeibare' papier met een zeef getild en gedroogd. Het wordt dan vrij dik papier.
Rik heeft interesse voor het geweld dat na het aandrijven van de watermolen plaatsvindt. Daarvoor gaan we een stukje verderop naar de 'hamerzaal'. De molen drijft een as aan waar verschillende hamers aan vast zitten. Een zo'n hamer weegt 75 kg. Die hamers komen telkenmale neer in een granieten bak waar ongeveer 15 kg. lompen en water zitten. Iedere bak krijgt dreunen van drie hamers en zodoende worden de todden tot pulp verwerkt. Dit proces duurt 24 tot 36 uur. Het is allemaal buitengewoon boeiend.
Ooit stonden er in Fontaine-de Vaucluse zeven papiermolens aan de Sorgue. De Moulin Papier Vallis Clausa is al sinds de 16de eeuw in bedrijf. Hij wordt rechtstreeks aangedreven door het water van de Sorgue.
Het glinsterende groene water van Fontaine-du-Vaucluse
We wandelen verder, naast ons vervolgt de rivier de Sorgue haar weg stroomafwaarts onder treurwilgen en platanen door. Vanaf hier is het ongeveer 10 minuten lopen langs het hellend pad, naar de bron waarover een waas van een mysterie hangt. Dé bron waar eigenlijk alles om draait. Onderweg staan er bankjes om uit te rusten. Het geluid van de woest stromende rivier is heerlijk.
De weg loopt tot aan de voet van een middeleeuwse kasteelruïne. Die blijft in de hoogte steeds zichtbaar. Het was ooit van een bisschop, maar nu is het een ruïne (te bereiken voor ervaren wandelaars)
We vervolgen ons pad naar de vreemde bron. Het laatste stukje gaat wat heftiger omhoog en opeens zijn we aan het eind van het 'gesloten dal'. De steile rotswand van de Monts de Vaucluse verheft zich boven de bron van de rivier. Hier staan we dan voor het raadselachtige wonder. Voor de grot ligt een talud van stenen en rotsen, waar het water doorgaans tussendoor stroomt. Er is niets te zien? Alleen maar stenen? En in de verte een ‘zwart gat’? Moet dat ding die watermassa veroorzaken?
Twintig meter terug zagen we de rivier nog woest stromen en voor ons bevindt zich een 'klein' grotje met stilstaand water. Het is zeer ongeloofwaardig en toch moeten we het aannemen. Nu treffen we een toestand aan, waarbij weinig water aanwezig is. In de zomer is het eerder een ‘slapende’ bron. In de lente is het een wilde waterstroom.
Ik haalde de twee onderstaande foto van internet om te tonen hoe hoog het water komt (buiten de zomer). De stenen zijn bijna volledig bedekt. De boog van de grot is niet meer zichtbaar.
In de reisgids staat beschreven: 'Als het water hoog staat en reikt tot aan de vijgenbomen op de rotswand bij de bron, en als de woest kolkende, smaragdgroene Sorgue over het talud stroomt (helaas zelden), dan biedt de Fontaine-de-Vaucluse een spectaculaire aanblik.'
Er is een omheining om de bezoekers te beschermen én hen te beletten om té dicht bij het gat te gaan. We staan hier op een unieke locatie, onderworpen aan de grillen van de natuur: een groene vallei langs de rivier en aan het einde daarvan een gigantische plotselinge 240 m diepe afgrond die de kloof omringt.. een diep gat waarin niemand zich durft te wagen.
De waarschuwing om niet dichter bij dat 'gat' te gaan wordt door velen in de wind geslagen. Hoe kan je nu in hemelsnaam een duidelijke foto nemen of filmen van op die afstand. We zien zelfs de kleur van het water niet. Rik en ik wagen het ook om een klein stukje over de stenen te lopen en de grot van dichterbij te zien. We nemen geen risico, maar kunnen toch redelijk dichterbij geraken.
Op volgende twee foto's zie je ons resultaat.
In het voorjaar wordt de bron gevoed door het smeltwater uit de bergen, het debiet kan dan oplopen tot 200.000 liter/sec. Met deze cijfers is de Fontaine-de-Vaucluse de machtigste waterbron in de wereld. Vroeger diende een vijgenboom als maatstaf voor de hoogte van het water. De boom staat er nog steeds maar de Sorgometer doet nu dienst als meetinstrument. Deze bron is de voeding van de rivier de Sorgue. Die rivier heeft zoveel stroming dat er vele watermolens door aangedreven kunnen worden.
We zijn ons bewust dat we hier staan bij het mysterie waar vele geleerden zich al jarenlang mee bezig houden. De rivier ontspringt ondergronds uit karstgrotten, in het Plateau de Vaucluse, een stroomgebied van 2000 km². Per jaar borrelt er 630 miljoen m³ omhoog uit de grootste bron van Europa. De rivier vervoert 80 m³ water per seconde. Alleen in het neerslagrijke voorjaar loopt de bron over met stroomsnelheden van wel 120m³ per seconde. Dan voedt de bron het wijdverbrede netwerk van onderaardse stromen in de Monts de Vaucluse, waarvan het water omhoog komt als het solide gesteente verder stromen tegenhoudt.
De bron ligt in een onpeilbare diepte die slechts na een nauwe kloof bereikbaar is. Er bestaan veel verhalen en legenden over het rustige, heldergroene water van de bron. Er werden al verschillende keren onderzoek gedaan naar de oorsprong van de rivier maar het raadsel is niet opgelost. Het is één van de grootste springbronnen ter wereld. De diepte van deze bron is tot op heden nog niet gekend. Menig duiker of speleoloog hebben dit proberen achterhalen, tevergeefs echter.
In 1878 dook een zeker Ottonelli in een duikerpak en wist tot op een fabelachtige diepte van 23 meter te komen. In 1946 trachtte niemand minder dan de beroemde Franse duiker Jacques Cousteau samen met zijn team de bodem van de bron van de rivier Sorgue te bereiken. Zij bereikten een diepte van ongeveer 100 meter, maar slaagden er niet in om de bodem van de bron te bereiken.
Op 2 augustus 1985 werd de diepste meeting gedaan, een duikbootje op afstandsbediening met videoapparatuur daalde af tot 308 m diepte (circa 220m onder zeeniveau) . Sommigen beweren dat de onderwaterrobot op een zandachtige bodem zou zijn terechtgekomen en een grote grot gevonden heeft, maar waar het water vandaan komt, is nog altijd niet duidelijk.
Volgens legenden werden hier in de oudheid de watergoden vereerd, in de middeleeuwen zou de bron worden bewaakt door een gemene draak. Tegenwoordig proberen wetenschappers te verklaren hoe er het hele jaar door gemiddeld 60.000 liter water per seconde in een groen bassin onder aan een klif kan stromen.
Het enige wat we zeker weten is dat het een oude offerplaats is, zoals blijkt uit de antieke en middeleeuwse munten die geregeld gevonden worden door duikers van de Société spéléologique de Fontaine-de-vaucluse. De meest waardevolle exemplaren zijn te bewonderen in het Musée Pétranque.
Deze plek inspireerde met haar schoonheid vele kunstenaars, dichters en schrijvers waaronder de dichter Petrarca, de Provençaalse schrijver Mistral, de hedendaagse René Char, Chateaubriand ...
In dit idyllische dorp trok Petrarca zich in 1337 terug, om zijn (met een voorvader van Markies de Sade gehuwde) lieve Laura sonnetten te schrijven. Er is een klein museum gewijd aan de dichter.
In de winter en het voorjaar vormt de ondergrondse stroom een diepe donkergroene poel. We sluiten dit bezoek af met een frisse pint en een koel glaasje wijn.
Volgend deel : Pernes-les-Fontaines en lekkere aardbeien