De citadel van Montmédy

 

Als we van Avioth (vorig deel ) naar Montmédy rijden zien we al van ver de versterkte burcht van de stad op de top van de heuvel.

Deze citadel is een van de weinig goed bewaard gebleven.

Een beetje geschiedenis …

Montmédy en haar omgeving werden al zeer vroeg bewoond. Talrijke overblijfsels die dateren uit de prehistorie en Gallo-Romeinse periode werden gemoderniseerd. Montmédy dateert trouwens uit deze Romeinse periode. In de 8ste eeuw werd Montmédy de hoofdplaats van de graven van Chiny die heersten over een deel van België en Luxemburg. Ze lieten een burcht optrekken bovenop het rotsachtige voorgebergte. Daarna werd Montmédy, door middel van huwelijken, achtereenvolgens eigendom van het hertogdom Luxemburg, het hertogdom Bourgogne en ten slotte het koninkrijk ‘Spanje’.

In de 16de eeuw erfde de zeer machtige keizer, Karel V, Montmédy en haar omgeving van zijn grootouders. Hij was zich uitermate bewust van de verdedigingsfunctie van deze heuvel, gelegen in de buurt van de grens met het koninkrijk Frankrijk, en besloot er een citadel op te bouwen.

Deze citadel die we nu aanschouwen dateert uit de 16de eeuw, maar tijdens elke volgende eeuw werden er voor die periode typerende toevoegingen en wijzigingen aangebracht. De Spaanse macht werd in Montmédy vertegenwoordigd door gouverneurs, allemaal afkomstig van de familie d’Allamont.

In 1657 heerste Lodewijk XIV over Frankrijk. Deze jongen koning van 19 jaar oud met een uitgesproken persoonlijkheid besloot de eigendommen van de Spanjaarden een voor een terug te veroveren. Montmédy vormde een belangrijk deel van zijn grote verovering.

Na een hardnekkige en ongelijke strijd van 57 dagen (minder dan 800 inwoners van Montmédy onder leiding van Jean V. d’Allamont tegen zo’n 20.000 Fransen!) werd Montmédy Frans bezit.

In 1659 werd deze verovering officieel bekrachtigd door de vrede van de Pyreneeën. Vauban, de bouwer van de koninklijke vestingwerken, kreeg toen de taak om de citadel en het verdedigingssysteem te moderniseren en een ringmuur op te trekken rond de benedenstad.

Later, in 1791, tijdens de Franse Revolutie, probeerden koning Lodewijk XVI en zijn gezin Parijs en de revolutionairen te ontvluchten richting de citadel van Montmédy. Ze geraakten er nooit omdat ze tegengehouden werden in Varenne-en-Argonne, op enkele kilometers van Montmédy.

Tijdens de oorlog van 1870 tegen de Pruisen werd de citadel op brute wijze gebombardeerd zodat talrijke huizen en de kerk vernietigd werden. Aan het einde van deze oorlog integreerde de generaal Séré de Rivière Montmédy bij de nieuwe verdedigingsgrens met Duitsland dat zich meester maakte van de Elzas en de Moezel. Hij richtte de militaire kazematten in.

Tijdens de eerste wereldoorlog verliet het garnizoen van 2500 man sterk de citadel om te voet naar Verdun terug te keren. Het werd geconfronteerd met een Duits regiment in Brandeville en kende zeer zware verliezen.

Tijdens de tweede Wereldoorlog werd de stad ook door de Duitsers bezet, maar de citadel werd niet beschadigd.

Het stadje Montmédy is opgetrokken binnen versterkte stadswallen. We rijden met de auto voorbij de twee valbruggen en de tunnel (foto onder).

Nu zijn we in de burcht. Hier wacht ons avontuur. We kunnen kuieren langs de smalle oude straatjes, we gaan in het hart van de citadel waar we ons zullen verliezen in bespiegelingen en samenzweerderige mijmeringen …

In het museum van de vestingbouw worden de verdedigingssystemen doorheen de eeuwen verduidelijkt. Zo krijgen we een beter inzicht in de aanvals- en verdedigingsstrategieën. Gelukkig geeft Rik me nog wat extra uitleg. Ik leer de betekenis van de termen bv. bastions, courtine, couvre-face, halvemaan, contregarde, ravelijn ...

Nadat we de musea bezochten, gaan we 'gewapend met onze erfgoedwandelfiche' het pad over de omwalling volgen. We genieten van de prachtige panorama's

Het is indrukwekkend als we de verdedigingswerken zien. We krijgen een idee van ‘hoe de soldaten in die tijd leefden’. We komen langs de artilleriekazematten, vestingen en kruitmagazijnen...

 

Rik betreedt het verblijf van de poortwachter.

De ronde toren aan de rechterkant is het oudste bastion.

Dit prachtig vergezicht geeft ons een ideaal beeld van de ligging. We bevinden ons bovenop een voorgebergte. Dit uitzicht voert ons naar het tijdperk waarin de citadel nog een verdediging- en schuilplaats was en haar verdedigingsfunctie duidelijk maken.. geen enkele vijandige troep, vanop welke afstand ook, kon aan het oog van de verspieders ontsnappen door de bijzonder strategische ligging.

We bewonderen de koorafsluting van de bijzonder mooie 18de eeuwse kerk alsook de twee windhanen waarmee beide torens uitgerust zijn. De Spaanse gouverneurs van Montmédy, afkomstig van de familie d’Allamont, werden er begraven.

We hebben van hier een prachtig vergezicht op de benedenstad van Montmédy.

De roze gebouwen aan de linkerkant huisvesten vroeger een kazerne die in 1938 gebouwd werden.

We genieten van een prachtig uitzicht op de slotgrachten. De muur die de slotgrachten omringt en afdaalt tot de benedenstad werd door Vauban opgetrokken in de 17de eeuw.

'Courtine tussen twee bastions'

Hier houden we even halt om meer inzicht te krijgen in de militaire woordenschat.

De torens aan de rechter- en linkerkant zijn bastions. Het rechte stuk tussen deze beide bastions, waar Rik zich bevindt is een courtine.

Meer naar beneden zien we slotgrachten die om technische redenen nooit bevoorraad werden met water.

Séré de Rivières reconstrueerde een lijn met vestingwerken langs de nieuwe grens met Duitsland na de oorlog van 1870 toen Frankrijk beroofd werd van de Elzas en de Moezel. Het vestingwerk van Montmédy werd toen versterkt om een steunbasis te vormen en een eventuele Duitse inval te stoppen. Hier bevonden zich de woonplaatsen van de soldaten. We zijn in de kazematten.

We nemen de trap en ontdekken twee broodovens waarmee het regiment van voeding voorzien werd. De omringende zalen dienden als opslagplaatsen voor levensmiddelen en keuken. De lager gelegen zalen huisvestten links de soldaten en rechts de officieren.

De broodoven

 

We gaan naar beneden. De onderaardse trap is uitgehouwen in een rots en leidt ons naar de slotgrachten.

We zijn voorzichtig en moeten goed opletten dat we het hoofd niet stoten aan het gewelf.

We hebben 'onder' het bastion 'St. André' door gewandeld en komen nu beneden. Eenmaal buiten genieten we van een ander uitzicht op de citadel en bewonderen de hoogte van de walmuren. De enorme bressen in de muren werden gemaakt door Duitse troepen tijdens de eerste Wereldoorlog terwijl er zich geen enkele Franse soldaat meer in de citadel  bevond.

 

Nu kunnen we een toer maken rond de citadel, in de 'vroegere' slotgrachten. Ik geef een paar foto's van die wandeling: de citadel is omringd door een gracht van 2 km lang en het is snikheet!

Een wandeling ​​rond de muren is een aanrader. Zo kan de bezoeker, dit grote werk begrijpen en waarderen. Wij maakten niet de 'volledige' wandeling.

We staan vol bewondering voor die hoge, dikke muren en we voelen ons zó klein.

 

Rik zoekt de schaduwkant op, de zon brandt en ... ons flesje water is leeg.

We komen terug op het plein aan de kerk en Rik is de eerste die een brasserie én terras ziet. Na zo'n bezoek hebben we dorst én honger gekregen.

Het is mooi geweest!

Tijdens de zomermaanden kan men 's avonds de citadel bij fakkellicht verkennen.

En nog een leuk evenement is het Fête Médiévale des Remparts, middeleeuws feest op de walmuur.

 

Hier nog een kaartje met de ligging van Montmédy.

Volgend deel : Reims en champagne