De vallei Viñales
We blijven in de provincie Pinar del Rio en reizen wat meer naar het noorden, door een heel mooie natuur.
Jesús, onze buschauffeur, rijdt vol ervaring door de Vallei van Viñales, een prachtig dal in de Sierra de los Organos.
Het behoort tot één van de mooiste streken van Cuba!
De vallei is als een schilderij … een sprookjesachtig landschap. We staan stil bij het zien van een wondermooi dal vol gebochelde, miljoenen jaren oude kalksteenheuvels, de mogotes. Het zijn met groene overwoekerde bergen, net ‘olifantenruggen’, die glooiend tevoorschijn komen uit de rode tabaksaarde.
De afzonderlijke mogotes bereiken een hoogte van 300 tot 400 meter en zijn ongeveer 160 miljoen jaar oud. Naast de mogotes liggen de tabaksplantages, tabaksdrooghuizen en de typische huizen van de boeren verspreid in de vallei. En daartussenin staan de eindeloos hoge, majestueuze koningspalmen. Het pittoreske dal wordt door de Unesco beschermd.
Op het uitzichtspunt, de mirador de Viñales, benutten we de kans om een paar vergezichten op foto en film vast te leggen.
En dan trekken we de Viñales-vallei zelf in, voor een bezoek aan de Mural de la Prehistoria.
Dat is een gigantische rotsschildering op de bergwand van een 'Mogote', meer bepaald de Dos Hermanos.
In verbleekte kleuren vertelt de muurschildering van Leovigildo González (een leerling van Diego Rivera) over de geschiedenis van de evolutie. Te beginnen bij amoebe, vervolgens de dinosaurus en uiteindelijk de homo sapiens.
De schildering omvat de enorme rotswand van 180 breed en 120 meter hoog en het werk dateert van 1971.
Het is een indrukwekkend groot geheel. Volgens de Cubanen kreeg Leovigildo González hulp van plaatselijke bewoners. De muurschildering moet herinneren aan de lange ontwikkeling van het landschap, de natuur en de geschiedenis van de bewoners van de streek.
Ik heb geprobeerd elk deel wat dichterbij te fotograferen, om meer detail te hebben van de tekening. Hierbij slechtst enkele foto's.
Sommigen beweren dat de Mural de la Prehistoria de slechtste toeristische attractie in Cuba is. In 1961 bracht Fidel Castro een bezoek aan een prachtige vallei. Hij gaf de opdracht dat de klif moet worden geschilderd met slakken, dinosaurussen, en een familie van levende personen, in felle kleuren!
Vlabkij is een openlucht-eethuis aan de voet van een van de mogote-reuzen. Wij genieten er van Creoolse gerechten, bestaande uit rijst met rode bonen, iets wat een kruising is tussen soep en een stoofschotel (rijst, kip, garnalen en groenten) en als kers op de taart een dun schijfje soort broodpudding.
De muziek van een gitarist en een zangeres - waarmee dit alles overgoten wordt - is heel goed.
Naast de mooie vallei en de beschilderde mogote is nog meer te zien. Als gevolg van de regenval in de afgelopen miljoenen jaren zijn de relatief zachte rotsen afgerond en er ontstonden in de loop van de tijd grotten.
In het 160 miljoen jaar oude kalksteengebergte zouden zich zo’n tientallen grotten bevinden. Vele daarvan fungeerden eerst als woning voor de Indianen, later (in de 19de eeuw) als schuilplaats voor de gevluchte slaven. Nu wordt hier het natuurtoerisme bevorderd. De druipsteengrot Cueva del Indio kan bezocht worden.
De uitgang bereiken we via een motorboot op de rivier.
De grotten werden vaak gebruikt als schuilplaats voor gevluchte slaven. Deze grot was de schuilplaats van een Indiaanse familie tijdens de massale uitroeiing van de indianen tussen 1512 en 1514 door de Spaanse conquistador Diego Velasquez.
Fidel Castro, Che Guevara, John Wayne en zoveel andere beroemdheden hebben de Grot van de Indiaan bezongen.
Ze heeft mooie kalkformaties en grillige rotswanden. Er zijn geen grote zalen met enorme en feeërieke stalagmieten en stalactieten, maar toch is het mooi. Het boottochtje op de ondergrondse rivier maakt het mogelijk te genieten van het geheel. Maar daar zien we de uitgang al.
Onze dag is weer geslaagd. Op de hotelkamer zoeken we een veilige plaats om de gekochte sigaren op te bergen. We willen ze heelhuids in België krijgen.
