Het Kitchener eiland

 

Na de lunch gaan we terug het water op voor een tochtje met feloeka. Dit typische vaartuig, waarmee vroeger alles en nog wat werd mee verscheept, overleeft nu op gratie van de toerist.

De Feloeka

Wie graag het avontuur beleeft, kan een zeiltocht maken van Aswan naar Luxor, over de Nijl, in een feloeka (of feloek). De voorzieningen aan boord lopen uiteen van primitief tot geheel niet aanwezig. Er zijn geen hutten op de boot en men moet de nacht doorbrengen op het dek, onder de sterrenhemel. Voor een ongekunstelde beleving van de Nijl is dit ongetwijfeld het ultieme middel. Vanaf het water kun je het, al eeuwenlang onveranderlijke, leven van de oeverbewoners voorbij zien glijden: vissers met hun netten, ploegende fellahin (boeren) achter ossen, lemen hutten, watermolens en dadelpalmen.

Zaken als toiletpapier, een zaklamp en batterijen, een degelijk insectenwerend middel en/of alcoholische dranken moet je zelf meenemen aan boord. En let op: sommige kapiteins letten niet goed op de hygiëne, waardoor passagiers ziek kunnen worden. Zorg dus best zelf voor flessenwater, ook voor het koken.

Nu is dit zeker geen aanrader vanwege mogelijke aanslagen door islamitische fundamentalisten.

Maar geen vakantie in Aswan is compleet zonder een tochtje in deze traditionele zeilboot die al honderden jaren door vissers op de Nijl wordt gebruikt. De feloeks worden niet alleen gebruikt voor lange, maar ook voor korte tochten. Deze lichte zeilboten zijn een aangename manier om af te koelen in de namiddag en een duik te nemen in de rivier (alhoewel dat laatste geen aanrader is, als je niet ziek wil worden).

De Botanische tuin op het Kitchener-eiland

Ik keek er al sinds gisteren naar uit en eindelijk is het zover. We gaan aan boord van de feloek, de traditionele zeilboot waarmee, sinds mensenheugenis, de Nijl bevaren wordt

Het is een boot met een groot driehoekig zeil. Twee jonge Egyptenaren hanteren het zeil alsof het een veertje is

We varen over naar de andere kant van de Nijl (langsheen de woestijnoever) - naar de botanische tuin op het Kitchenereiland ..

en zwaaien naar een andere groep toeristen.

Hier op dit kleine eilandje met zijn ‘Botanische tuin’ meren we aan.

De Britse generaal Lord Kithener kreeg het eiland als beloning na de succesvolle campagne die het Egyptische leger onder zijn leiding had uitgevoerd in Soedan (1896-1898).

Hij ging op het eiland wonen en vierde er zijn passie voor bloemen bot, door het vol te zetten met exotische planten en bomen uit de hele wereld.

Brede lanen doorsnijden het eiland. Die lanen zijn omzoomd door statige koningspalmen met witgrijze stammen en fijngevormde ringen.

Het voelt goed aan om in de schaduw van de bomen te kunnen wandelen!

Vele zijpaden voeren via bloemenpoortjes naar de Nijl, waarvan de oevers begroeid zijn met bougainvillea’s, oleanders en palmen.

In de tuin zijn vooral vele bomen, bloemen, prachtige azalea’s, bougainvillea’s en kerstrozen, in alle soorten kleuren, die hij uit verschillende landen, tijdens zijn vele reizen verzamelde. Tot onze spijt hebben wij niet veel bloei gezien :-)

Overal stroomt water door de kleine gootjes tussen de bomen en planten door.

In de torenhoge Egyptische vijgenbomen, kokospalmen en dadelpalmen huizen allerlei kleurige vogels en witte koereigers. Bij zonsondergang is hun gezang overal op het eiland te horen. Wij hoorden ze wel, maar een foto nemen lieten ze blijkbaar niet toe. Misschien houden ze niet van Belgische toeristen?

We zijn volledig vrij om in de tuin te wandelen. De tuin is mooi, maar wij hadden er iets meer van verwacht. Of misschien zijn we teveel verwend?

Aan de ene kant van het eiland zien we de Nijl en de feloeks ...

aan de andere kant van het eiland zien we de woestijn en mensen die de hitte trotseren door naar boven te klimmen ..

De tuinen zijn vooral populair onder de lokale bevolking en toeristen als een park voor een rustige middag weg van het lawaai van de stad en in het weekend picknicken. Al het volk dat hier rondloopt is met een bootje (feloek, motorboot of lokale veerboot) gekomen en het is dé uitdaging is om het bootje terug vinden waarmee je gekomen bent.

Op de zuidpunt is een aardig café om thee te gaan drinken pal boven de Nijl. De prijzen zijn er wel pittig.

We varen terug naar de grote boot en bij  het binnenkomen in de kajuit kunnen we opnieuw de kunstwerken van de kamerjongens bewonderen.

Maar we hadden het al twee dagen gemerkt. Ze maken iets moois en dan wachten ze ons op in de gang.

Ze komen vragen of we het mooi vinden en … ondertussen houden ze hun hand al open voor een fooi. Alle Egyptenaren zijn dezelfde.

Na het avondmaal gaan we redelijk snel slapen want de volgende dag (of zeg ik beter nacht?) moeten we vroeg uit de veren voor het bezoek aan Aboe Simbel.

 

Volgend deel: met de bus naar Aboe Simbel