Oslo, hoofdstad van Noorwegen

 

Vandaag bezoeken we de hoofdstad van het mooie Noorwegen, Oslo.

We rijden Oslo binnen langs de haven.

De hoofdstad van Noorwegen

De hoofdstad Oslo strekt zich uit over een oppervlakte van maar liefst 450 km². Slechts 90 km² van dit gebied is echt bebouwd. Er zijn in Oslo meer boerderijen met koeien, paarden, varkens en kippen dan in alle andere Europese hoofdsteden bij elkaar. Oslo heeft ca. een half miljoen inwoners (met de voorsteden meegerekend ruim een miljoen).

Het is de oudste stad van Scandinavië, gesticht door Harald Hårdråde, de Strenge, in 1050. Hårdråde maakte de monnik Hallvard tot stadspatroon. Deze monnik wilde een zwangere vrouw, die van diefstal werd beschuldigd, beschermen. Hij vluchtte met haar, werd opgepakt en doorboord door vier pijlen, met een molensteen in de Drammensfjord gegooid. Omdat zijn lichaam maar niet wilde ondergaan, kreeg hij een echte begrafenis. Bij zijn graf vonden later veel wonderen plaats. Zittend op een troon, met pijlen en een molensteen in zijn handen en de beschermde vrouw aan zijn voeten, siert hij tegenwoordig nog het stadswapen van Oslo.

 

In 1624 werd Oslo helemaal verwoest door de grote brand. Christiaan IV van Denemarken liet de stad opnieuw opbouwen en gaf haar zijn naam ‘Christiana’.
Vanaf 1877 heette de stad Kristiania, maar in 1925 kreeg ze haar oude naam Oslo weer terug.

Van het middeleeuwse Oslo waarvan het centrum ten oosten van Akershus, aan de voet van de Ekeberg lag, is behalve de vesting maar weinig bewaard gebleven of opgegraven. Dit is niet zo vreemd, want op het grondgebied van de middeleeuwse stad liggen nu het station en kruisingen van grote verkeerswegen.

Oslo biedt bijna alles wat men van een moderne stad kan verwachten, hoewel het aantal inwoners in vergelijking met andere grote steden bescheiden te noemen is. Bovendien heeft een andere stad nauwelijks zoveel stedelijk bos met bijna talloze wandelpaden en pistes, zoveel meren binnen haar bereik. Het zal dan ook niemand verbazen dat het geografische centrum van Oslo eigenlijk midden in een bos op enige kilometers ten noorden van de markante ‘Holmenkollenschans’ ligt.

Maar de inwoners van Oslo zijn niet uitsluitend gezegend met unieke, uitgestrekte bossen.

In het zuiden van de metropool ligt ook nog de 'Oslofjord', waar het in de zomer wemelt van surfers en zeilers. De toegang tot deze fjord is een belevenis op zich.

Veel toeristen komen in Oslo naar het bekende ‘Vikingscheepvaartmuseum’, de ‘Holmenkollenpiste’ en het gigantische ‘Vigelandspark’.

Wie tijd heeft doet er goed aan om de vestingmuren van de ‘Akershus Festning’ te beklimmen. Vanaf daar heeft men een mooi overzicht over de haven en het supermoderne Akker Brygge, de favoriete winkel-en restaurantwijk rond de voormalige Aker Werft. Langs de kade liggen de rondvaart-, vissers- en restaurantboten, waarop men bij mooi weer nog maar zelden een tafel te vinden is.

 

De binnenstad

Het deel van Oslo dat nu binnenstad wordt genoemd, wordt gevormd door het gebied tussen het Centraal station en de Karl Johansgate, het raadhuis en de fjord. De gebouwen in deze wijk komen weliswaar niet meer overeen met de stadsaanleg van Christiaan IV, maar het stratenpatroon is nog steeds gebaseerd op zijn bouwplan. Hier is de slagader van Oslo, tussen het koninklijke paleis en het centraal station. Bij mooi weer heerst hier een leuke sfeer (veel terrasjes, straatmuzikanten …) tot laat in de  avond …


Het stadhuis

Als men met de boot aankomt in Oslo is het monumentale stadhuis het eerste gebouw dat opvalt - het symbool van de stad. De 2 torens zijn kenmerkend en het herkenningspunt van de stad. Het is een bakstenen gebouw dat bestaat uit een hoofdgebouw en twee 60m hoge torens, waarvan de oostelijke een carillon heeft.
De voorgevel is versierd met sculpturen en reliëfs die taferelen uit het Noorse verleden en heden laten zien.

In de grote zaal vindt jaarlijks het diner van de 'Nobelprijs voor de Vrede' plaats. De grote hal, in de volksmond bekend als de ‘woonkamer’, bekoort door de uitstekende akoestiek en wordt daarom als concertzaal gebruikt.

Het stadhuis werd gebouwd ter gelegenheid van het 950-jarig bestaan van de stad. Het stadhuis werd in 1950 officieel in gebruik genomen. Ter ere van deze gelegenheid werd aan vele Noorse kunstenaars gevraagd of zij een kunstwerk voor het stadhuis wilden maken. Velen, waaronder Henrik Sørensen en Alf Rolfsen, gaven aan deze oproep gehoor en zorgden ervoor dat het stadhuis prachtige kunstwerken heeft hangen in de bestuurskamers en op de gangen.

Het interieur van het stadhuis is heel mooi. Als je onderstaande link opent kan je van het interieur, mooie foto’s zien.

http://sart68.wordpress.com/2008/09/12/stadhuis-oslo/


De Karl Johansgate

Dit is de flaneer- en winkelboulevard van Oslo. De Karl Johans gate is, samen met de zijstraten, een voetgangerszone met veel winkels.

In sommige etalages zien we 'traditionele klederdracht.'

De zomer is kort en daarom wordt er met volle teugen van genoten. Hier heerst dus ’s zomers volop drukte, altijd zijn hier wel straatmuzikanten en acrobaten. Straatventers bieden hun waar aan en op de terrassen ontmoet de jeugd elkaar.

De straat verbindt het Centraal station en het Storting (parlement) met het paleis. Links is het Nationaal Theater. Dit classicistische gebouw stamt uit de 19de eeuw. Het interieur is gedeeltelijk in Jugendstil gehouden. Rechts van het nationale theater ligt Studenterlund, vroeger een klein park met een muziekpaviljoen – nu een trefpunt voor studenten en straatmuzikanten.

 

Het paleis

Aan het westelijke einde van de Karl Johansgate staat het 'paleis'. Sinds Olaf V wordt het alleen nog als werkplaats en voor officiële gelegenheden gebruikt. De oude koning woonde op zijn boerderij op het eiland Bygdøy – koning Harald woont op Holmenkollen.

 

Voor het paleis staat het ruiterstandbeeld uit 1875 van de bouwheer, Karl XIV Johan. De oprijlaan wordt bewaakt door een standbeeld van de wiskundige Abel, vervaardigd door Gustav Vigeland.
Het paleis kan in de zomer soms bezichtigd worden, het park is altijd toegankelijk. De aflossing van de wacht (om 13.30u) trekt dagelijks veel kijkers.

 

Het kleine gele huis aan het einde van het paleis is het ‘Nobelinstituut’.

Alfred Nobel heeft testamentair vastgelegd dat de Nobelprijs voor de Vrede in Oslo moet uitgereikt worden en zo is het ook na de scheiding van Noorwegen en Zweden gebleven.

 

Het Stortinget (parlement)

Dit is het parlementsgebouw. In de vergaderzaal hangt een monumentaal schilderij van 'Oscar Wergeland' dat de ‘grondwetsvergadering van Eidsvoll’ voorstelt. Het plein voor het parlementsgebouw heet dat ook het Eidsvollplein.

 

Het Ibens museum : hier woonde de Noorse dichter Hendrik Iben.

Kon-Tiki Museet : boeiend museum over de expedities van Thor Heyerdahl met o.a. het vlot Kon-Tiki (1947) en de rieten boot Ra II (1970)

Munchmuseet : grote tentoonstelling van de werken van de expressionist Edvard Munch, die zijn leven met het penseel beschreef. Vbn. ‘De schreeuw’, ‘Angst’ en ‘Jaloezie’

 

Vikingskip huset : bij deze imposante tentoonstelling van vikingschepen saat ook het 21,5 meter lange Osebergschip. Rond 850 werd koningin Asa met haar dienares hierin begraven. Bij de opgravingen bij Tønsberg vond men ook een vierwielige wagen en prachtig snijwerk.

 

Tijdens het wandelen in Oslo komen we nog mooie gebouwen, standbeelden en plekjes tegen ...

Maar hét mooiste en 'dé' trekpleister van Oslo zijn de meesterlijke werken van ‘Gustav Vigeland’ en zijn parken.

 

Volgend deel: Vigeland in Oslo

Maak jouw eigen website met JouwWeb