Bergen, Hanzestad
Wat voelden we ons klein bij het varen op een van de grote West-Noorse fjorden, te midden van steile opgaande rotsen.
De veerboot brengt ons dicht bij de Hanzestad Bergen.
Bergen is de voormalige hoofdstad van Noorwegen, een oude Hanze-stad.
Het is de tweede grootste stad van Noorwegen - een stad van wondermooie schattige houten gebouwen, schitterende bergen en heel veel nachtleven. Bergen heeft de reputatie om de meeste regenachtige stad van Europa te zijn met een gemiddelde van 320 regendagen per jaar. De stad viert jaarlijks in oktober het Regenfestival (met een regenjas- en parapluparade). De vele parapluautomaten die overal in de stad te vinden zijn, zijn hier beslist geen overbodige luxe.
Van de Noren wordt gezegd dat ze worden geboren op ski’s. Op die regel geldt één uitzondering: de inwoners van Bergen zouden geboren worden met een paraplu in de hand. Wij hebben het blijkbaar goed getroffen, er is geen spatje regen gevallen.
De stad heeft verschillende culturele bezienswaardigheden zoals het huis van Edvard Grieg en de mooie haven. Vooral bij het vallen van de avond is deze een bezoek waard. De zon laat dan een prachtige gloed over de oude huizen schijnen.
Bergen ligt aan een inham van de Byfjordes op een schiereiland, dat alleen door een smalle landengte bij Tengereid, met het vasteland verbonden is.
Bergen is met zijn 233.300 inwoners, de hoofdstad van het West-Noorse fjordenland. Ze noemen zich geen stad, maar een land op zich. En daar hebben ze niet helemaal ongelijk in: Bergen heeft een eigen geschiedenis.
De stad wordt aan de landzijde door een halve cirkel van zeven hoogvlakten en aan de zeezijde door de eilanden van de kust beschermd. Dit was een ideale plek voor een kolonie en handelsnederzetting, die ongetwijfeld allang bestond, toen Olaf Kyrre in 1070 de bisschopszetel hierheen verplaatste en de nederzetting stadsrechten verleende.
Håkon IV werd in 1217 tot koning uitgeroepen en benoemde Bergen in 1223 tot residentie. De stad was destijds al een belangrijke handelsplaats waar iedere denkbare handelswaar op de markt werd gebracht: van wijn tot tarwe en van vis tot huiden.
Toen er in het midden van de 13de eeuw een grote hongersnood uitbrak, verzocht Håkon IV de raad van de stad Lübeck om de levering van graan, meel en mout. Omdat deze goederen uiteraard op krediet werden gekocht, kon Lübeck, als leider van de Hanze, privileges bedingen, die in 1278 schriftelijk vastgelegd werden en de basis voor de latere handelskolonie vormden. Daarbij moest het belangrijkste handelsproduct van Noorwegen een grote rol spelen: omdat vis ter conservering alleen kon worden gedroogd of ingezouten, waren er voor de bereiding van de, in heel Europa benodigde vis, (ieder vrijdag was een onthoudingsdag) enorme hoeveelheden zout nodig. De Hanze had echter het zoutmonopolie en koppelde dit aan het vismonopolie.
Spoedig moest alle voor de export bestemde vis naar Bergen gebracht worden om daar gezouten of gedroogd te worden en vervolgens onder Hanzeatische vlag te worden verscheept. De retourvracht naar Bergen bestond uit zout, wapens, laken, wijn, mout en zelfs eieren en noten.
De droom van iedere reder was werkelijkheid geworden. De Hanze vestigde zijn factorijen aan de Oostkant van de baai, de Vâg, op de kade die voortaan Tykebryggen (Duitse steiger) heette.
Bergen was daardoor, naast Londen, Brugge en Nowgorod één van de belangrijkste overslagplaatsen van de Hanze geworden. De Hanze domineerde hier echter als nergens anders: rond 1400 bezaten de Duitsers 300 handelshuizen.
De door de Hanze gesteunde Reformatie deed de macht van de Duitse koopmansgilde tanen. Sinds Luther Goede vrijdag tot de enige onthoudingsdag maakte, daalde de behoefte aan visprijzen enorm.
Bovendien leidde het machtspositie van de Hanze tot Noors verzet. In 1688 waren er nog maar 88 handelshuizen.
In 1754 werd er officieel een Noors kantoor gevestigd en in 1766 werd het laatste Hanzehandelshuis aan de Noren verkocht. Na het vertrek van de Hanze bloeide de stad weer op en kreeg een kosmopolitisch karakter. Bergen verloor in de 19de eeuw zijn leiderspositie aan Oslo.
Tegenwoordig is Bergen de hoofdstad van de provincie Hordaland en een zetel van het bisdom Bjørgvin.
Niettegenstaande Bergen veel regendagen in het jaar kent, verliezen de inwoners hun goede humeur niet. En evenmin hun welbespraaktheid, twee eigenschappen waarmee ze zich onderscheiden van de andere Noren.
De binnenstad
Het Oude Bergen bestond grotendeels uit houten huizen. De stad werd steeds weer door branden verwoest, laatst in 1916 en na de tweede wereldoorlog werden uitsluitend stenen huizen gebouwd.
De oudste nog bestaande of gerestaureerde huizen liggen aan de Tyske Brygge (Duitse Brug), die sinds 1945 om begrijpelijke redenen alleen nog Brygge heet en één van de Noorse objecten op de werelderfgoedlijst van de Unesco is.
Het stadscentrum is de Torget (marktplein) aan het zuidelijke einde van de Våg, het oude havenbekken.
Hier vindt nog dagelijks tussen 8u en 15 uur de levendige vismarkt plaats.
Langs de noordoostkant van de Våg loopt de Brygge, de kade. De eens door de Duitse Hanzekooplieden gebouwde handelshuizen – smalle, langgerekte en houten gebouwen met een puntgevel – waren onderverdeeld in kamers voor verschillende kantoren.
Alleen het allereerste koopmanshuis op de Brygge, de 18de eeuwse Finnegård, werd gerestaureerd en huisvest sinds 1872 het Hanzemuseum, dat het gebruik en de inrichting van de koopmanshuizen toont.
Op de begane grond waren uitsluitend magazijnen. Op de eerste verdieping was de slaap-, eet- en werkvertrekken van de kantoorheren; en op de tweede verdieping de slaapkamers van het personeel en de hulpkrachten.
Bij het lopen langs de Brygge kunnen we een kijkje nemen in de deels gerestaureerde, deels nieuw gebouwde koopmanshuizen, galerieën en kunsthandwerkwinkels.
Wie het over Bergen heeft, denkt natuurlijk ook aan de componist 'Grieg', die in 1834 aan de Strandgatten ter wereld kwam en in de loop van zijn componistencarrière wereldvermaard werd.
De houten villa Troldhaugen aan het idyllische meer Nordåsvannet ten zuiden van de stad, waar Edvard Grieg van 18885 tot zijn dood in 1907 met zijn vrouw Nina woonde, is een ware schatkamer voor muziekliefhebbers. Er is nog veel bewaard gebleven van Griegs leven.
We hebben geen tijd om nog meer te bezoeken in Bergen, jammer want er is blijkbaar nog veel te zien. Maar we moeten vanavond nog naar Voss.
Hier nog een laatste blik op Bergen en 'op naar het volgend deel van onze reis'.
Nog een beetje uitleg over een Hanzestad:
volgens wikipedia:
Hanzesteden zijn lid van het Hanzeverbond. Dit was van oorsprong een samenwerkingsorganisatie van Duitse steden rond de Oostzee. Later traden ook steden uit de Lage Landen (het huidige België en Nederland) toe. De grote Hanzesteden, Gemeene of Principaalsteden genoemd, zochten voor de handel contact met kleinere dorpen en steden in hun achterland.
Hanzesteden en handelsroutes
Een hanze of hanza ('groep', 'schare' of 'gevolg' als van het Oudhoogduits Hansa) was een samenwerkingsverband van handelaren en steden tijdens de middeleeuwen. Door samenwerking probeerden ze hun handel te beschermen en uit te breiden. Vanaf de twaalfde eeuw ontstonden rond de Noord- en Oostzee samenwerkingsverbanden van Duitse kooplieden, parallel aan het systeem van de Italiaanse handelsnederzettingen, maar veel bescheidener van omvang. Het Zweedse eiland Gotland was aanvankelijk het centrum waar handel met lokale handelaren werd gedreven door kooplieden uit Denemarken, Lübeck en later Westfalen. Van Gotland uit werd ook handel gedreven met Engeland, Vlaanderen en Novgorod, dat al in 1190 een Duitse vestiging had.
Ter bescherming werden er aanvankelijk kleine en later steeds grotere samenwerkingsverbanden gevormd, waarvan sommige gilde werden genoemd en andere Hanze, zoals de Vlaamse Hanze van Londen en de Hanze der XVII steden voor de handel op de jaarmarkten van de Champagne. De Duitse Hanze is echter veruit de belangrijkste en bekendste, en wordt vaak kortweg de Hanze genoemd. Deze vormde zich om van koopliedenassociatie tot stedenverbond, en bestond op het hoogtepunt uit een kleine 200 steden, van Londen tot Novgorod.
Volgend deel: Treinreis door het Myrdal