Loches, middeleeuws stadje in het Loiredal

 

De Loire vallei, een prachtige streek vol geschiedenis en mooie kastelen

Na ons bezoek aan Orléans (vorig deel) kijken we wat Loches ons te bieden heeft. Loches is het stadje waar wij overnachten.

De naam klinkt niet bekend in de oren, maar het is er heel gezellig en er hangt een hele geschiedenis aan vast.

Loches

Dit authentiek middeleeuwse vestingstadje, verscholen achter de omwalling, ligt tegen de oevers van de rivier Indre, te midden van rust en groen. Het is terrasgewijs aangebouwd tegen een vrij steile helling en wordt nog steeds omringd door een uitgestrekt en bijzonder heuvelachtig bos. Loches wordt beheerst door een kasteel, een indrukwekkende Donjon (slottoren) en de Sainte-Ourskerk.

 

Drie illustere dames

Drie beroemde dames hebben hun stempel op Loches gedrukt : Jeanne d’Arc, Agnes Sorel en Anna van Bretagne.
* In 1429, na haar overwinning in Orléans, kwam Jeanne d’Arc (foto links) naar het kasteel van Loches om Karel VII ertoe te bewegen naar Reims te gaan om zich daar te laten zalven. (lees deel 1)
* Agnes Sorel (foto rechts) verliet het hof van Chinon, waar de toekomstige Lodewijk XI, haar het leven zuur maakte, om zich in Loches te vestigen. Agnès Sorel was de maitresse van  Karel VII . Na haar dood in 1450 werd zij ook in Loches begraven.
* De belezen en karaktervolle Anna van Bretagne (onderste foto) liet de koninklijke verblijfplaats in Loches ingrijpend verbouwen. Ze zocht er vooral de rust op. Zij is de enige koningin die, na een huwelijk met de handschoen, in het huwelijk is getreden met twee opeenvolgende koningen : Karel VIII (1491) en Lodewijk VII (1499). Dank zij deze huwelijken werd het hertogdom van Bretagne met Frankrijk samengevoegd.

De stad draagt de zichtbare sporen van haar militair verleden, en heeft in het historische centrum haar middeleeuwse karakter weten te bewaren. Loches werd in de 5de eeuw rond een klooster gesticht door St. Ours. Daarna werd het een van de belangrijkste forten van de Loire-vallei, drie opeenvolgende wallen zijn een van de best bewaarde en beschermde gebieden van Frankrijk. De omwalling van het middeleeuwse stadsgedeelte is 1 km lang en heeft drie poorten.

In het centrum van  Loches staat geen enkel modern gebouw. Het is alsof je er wandelt als in de 'tijd van toen', behalve dan de winkels, restaurantjes en vele kraampjes die op marktdagen in het lagere gedeelte van de stad voor een vrolijke drukte zorgen.

We gaan de ommuurde, middeleeuwse Cité binnen door de 13de eeuwse Porte Royale (11e - 13e eeuw).

Deze zwaar versterkte stadspoort wordt geflankeerd door 13de eeuwse torens. De machicoulis en de groeven van de ophaalbrug zijn nog duidelijk te onderscheiden. Het bord dat links hangt herinnert ons aan Jeanne d'Arc.

Als we onder de poort doorlopen en naar links afslaan (rue Lansyer), zien we op nr 1, het “Maison Lansyer”. Hier werd de schilder Emmanuel Lansyer geboren (1835-1893). In het museum bevindt zich naast zijn landschappen en portretten ook een verzameling van Japanse kunst.

 

De Collégiale Saint-Ours

Deze voormalige, aan Maria gewijde kapittelkerk (gesticht in 962) werd in 1802 een parochiekerk, gewijd aan de Heilige Ours. Het voorportaal heeft een opmerkelijk romaans kerkportaal met vreemde dierenfiguren. De twee achthoekige piramiden tussen de torens werden gebruikt als klokkentorens, keukens of wasvertrekken voor de kloosterlingen.

Het bevindt zich het praalgraf van Agnès Sorel. Het liggend grafbeeld straalt gratie en verhevenheid uit.

Het middeleeuwse Château de Loches en zijn koninklijke vertrekken bieden vanaf het terras een mooi uitzicht op Loches en het dal van de Indre.

De bezichtiging begint bij de 13de eeuwse “Tour Agnes Sorel”, die bekend staat als de ‘toren van de schone Agnes’.

Het gebouw bestaat uit twee contrasterende gedeelten:
* het oudste en hoogste deel  (14de eeuw) getuigt van de behoefte aan veiligheid die ook middeleeuwse burchten eigen is. Het eerste vertrek van het “Vieux Logis”  is de kamer waar Karel VII zich terugtrok. In de grote zaal met de reusachtige schouw kwam Jeanne d’Arc op 3 en 5 juni 1429 bij Karel VII om op zijn vertrek naar Reims aan te dringen.

* het nieuwe deel  -"Nouveau Logis" - werd gebouwd onder Lodewijk XII. Dit gedeelte is eleganter en meer versierd. Hier zien we een interessante 15de eeuwse triptiek uit de school van de schilder Jean Fouquet. Die stelt de kruisiging, de kruisdraging en de kruisafnemimg voor.
De bidkapel van Anna van Bretagne is een minuscule ruimte, prachtig versierd door het wapen van Bretagne en het koord met drie knopen van de H. Franciscus.

 

De stoere Donjon werd in de 11de eeuw opgetrokken om de kwetsbare zuidkant van het kasteel te verdedigen. Het is een zwaar, vierkant bouwwerk dat met de bijgebouwen, de Tour Ronde (de ronde toren) en het  Martelet  een indrukwekkend geheel vormt. De Tour Ronde en het Martelet werden door Lodewijk XI gebruikt om zijn tegenstanders in op te sluiten.

Een trap (160 treden) leidt naar boven – vanaf een hoogte van 37 meter hebben we een mooi uitzicht op de stad, het dal van de Indre en het foret de Loches.

Maar vooraleer we naar boven gaan, zien we links een reconstructie van de ‘beruchte’ kooi van Lodewijk XI. De kooien bestonden uit een houten traliewerk dat met ijzer was beslagen. De meest comfortabele hadden een hoogte, lengte en breedte van twee meter. Maar er was ook een lager model waarin gevangenen alleen konden zitten of liggen. Het gerucht ging de ronde dat geen mens ooit levend uit deze kooien kwam. Het schijnt dat ze vooral ’s nachts of voor het vervoer van gevangenen gebruikt werden. In dit deel van de donjon zou kardinaal La Balue, adviseur van Lodewijk XI, tien jaar gevangen hebben gezeten.

Het Martelet : dit bouwwerk bestaat uit meerdere ondergrondse verdiepingen. Hier bevinden zich zeer indrukwekkende gevangeniscellen. Het zien waard is de cel van de hertog van Milaan, Ludovico Sforza. Hij moest in Loches vier jaar lang boeten voor bedrog een verraad. De man, die ooit de beschermheer van Leonardo da Vinci was, bedekte zijn cel met muurschilderijen en inscripties.

De Tour Ronde : evenals het martelet werd deze toren in de 15de eeuw opgetrokken als onderdeel van de versterkingen. Links zien we het cachot van Philippe de Commynes en de trap (102 treden) leidt naar het terras, van hieruit is er eveneens een prachtig panorama over de slotgracht en de omgeving van Loches

Eenmaal buiten komen we in een fraaie middeleeuwse tuin met allerlei kruiden, groenten, bloemen en oude fruitsoorten.

Bij het verlaten van de Donjon lopen we terug, richting Porte Royale. Maar we slaan rechts af -  de Rue du Château in.

Vanaf hier maken we een wandeling door de oude stad rond het kasteel.

Wandel met ons mee

In de oude stad slingeren smalle straatjes tussen de huizen van turfkrijt. We wandelen langs de “Chancellerie”, een gebouw uit de tijd van Hendrik II.

Het “Hotel de Ville” is een  sierlijk renaissancehuis met fleurige balkons. Hier zijn heel wat leuke restaurantjes en terrasjes.

Naast het Hotel de Ville staat  nog een paar andere stadspoort nl, de Porte Picois uit de 15de eeuw.

Ik loop met jullie door naar de 15de eeuwse Tour St-Antoine, een van de weinige belforten van midden Frankrijk.

Aan het einde van de Grand-Rue staat de Porte des Cordeliers (eind 15e eeuw)

Ik kan alleen nog zeggen dat de sfeer hier optimaal is. Het stadje Loches is niet groot, maar gezellig en op zomeravonden is er ambiance op de pleintjes.

De plaatselijke bevolking is er heel vriendelijk en na ons 5-daags verblijf daar werden we al herkend en kregen we een vriendelijk “bonjour” of “bonsoir madame et monsieur”.

 

Volgend deel : het kasteel van Chenonceau