Van Sanur, via ambachtsdorpen, naar Besakih
We starten onze dagtrip in het rustige vissersdorpje Sanur.
Dit is een ideale plaats voor toeristen die een vakantie met comfort en faciliteiten zoeken, maar niet gesteld zijn op de drukte en opdringerige kooplieden uit overvolle badplaatsen (zoals bv. Kuta). Sanur is ook de oudste badplaats van Bali.
In de tijd dat de radjas nog over Bali heersten concentreerden zij de ambachten in verschillende dorpen. Per dorp werden de specialistische vaardigheden van generatie op generatie doorgegeven. De indeling van deze dorpen, die langs de drukke verkeersweg van Denpasar naar Ubud liggen, is nog altijd dezelfde gebleven.
Na het ontbijt rijden we langs enkele ambachtsdorpen, naar Mas.In Batubalan worden beelden, friezen en ornamenten gemaakt van de zachte steensoort paras.
Iets verder ligt Sukawati, bekend om zijn windklokken, poppen, rietwerk en sieraden.
Van alle dorpen op Bali heeft Celuk het op een na hoogste inkomen per hoofd van de bevolking.
Het is een must voor de goud- en zilverliefhebbers en er zijn een aantal grote galerijen, maar je bent goedkoper uit in de zijstraatjes. De zilverwinkels staan hier zij aan zij. Zilver wordt door de plaatselijke bevolking gebruikt bij ceremonies.
Er wordt hier een nieuw slotje geplaatst aan een armband van Rik. Op onderstaande foto wordt de armband opgeblonken.
Het dorp Batuan is sinds de jaren dertig een kunstenaarscentrum waar een eigen schilderstijl is ontwikkeld.
Even oostwaarts zijn de dorpen Belega en Bona, die gespecialiseerd zijn in bamboe en vlechtwerk.
En uiteindelijk stoppen we in het dorpje Mas, hét houtsnijwerk dorp van Bali
In de 16de eeuw speelde Mas een belangrijke rol in de Balinese geschiedenis. Dit was de plaats waar een groot priester uit Java, Dang Hyang Nirartha (ook wel Dwijendra genoemd) zijn huis had. Een legende vertelt dat, toen de priester zijn houten stok in de grond stak, er een wonder gebeurde. De stok werd een levende boom met gouden bloemen. Vandaar heeft het dorp zijn naam ontleent. In het Indonesisch betekend Mas 'Goud'. De priester voorspelde ook dat al zijn nakomelingen zullen leven van het hout. En zo is het gebeurd, het dorp is nu beroemd om zijn houtsnijwerk.
Tijdens de jaren 1930 werd een nieuwe stijl van houtsnijwerk ontwikkeld. De motieven waren realistischer, en geïnspireerd door alledaagse scènes met mensen en dieren. Verschillende van deze vroege werken zijn nu te bezichtigen in het Puri Lukisan museum in Ubud. Het houtsnijwerk werd steeds meer gewaardeerd én gekocht door buitenlanders. De uitvoer begon pas na 1970.
Tientallen houtsnijwerkwinkels liggen nu aan de hoofdweg. In vele kleine bedrijfjes wordt nog echt handwerk verricht.
We bezoeken een houtbewerkingsatelier in Mas. Jonge kunstenaars transformeren tropische hardhout in sprekende taferelen uit de Balinese mythologie.
Hier worden uit ruwe stukken hout de meest uiteenlopende figuren gesneden: dieren, mensen, maskers, bloemen, goden en demonen.
Bij de ingang van een supergrote winkel zitten een paar mannen ogenschijnlijk voor nep met een beiteltje en een kwastje een stuk hout te bewerken. We hebben het idee dat ze er mee stoppen als we weggaan. Maar de beelden die in de winkel te koop staan zijn wel erg mooi.
En hieronder zie je het houtsnijwerk die bij ons in de kast pronkt
We rijden verder en langs de weg staan tempels, grote (grootse) demonen- en godenbeelden.
De voorbijrijdende Balinezen zwaaien met brede lach naar de toeristen.
Weelderig groen en authentieke dorpjes domineren het landschap.