Twee pleinen in het hart van de stad.

 

Madrid is onderverdeeld in 'barrios' of wijken, al weet niemand goed waar de ene wijk stopt en de andere begint. De barrios hebben een verschillend karakter. Doordat ze dicht bij elkaar liggen kan je alle bezienswaardigheden gemakkelijk te voet verkennen.

Het epicentrum van Madrid, de Puerta del Sol, bruist van leven dag en nacht. Er is zo veel afwisseling op zo’n klein oppervlak. Het doet me zo’n beetje denken aan Piccadilly Circus in Londen.

Place Puerta del Sol is niet alleen het centrale hart van Madrid maar eveneens ook het nulpunt van heel Spanje. Vanaf deze tegel, vlak voor het postkantoor, vertrekken alle snelwegen richting de rest van het land en worden de afstanden voor het Spaanse netwerk gemeten. Of je nu naar Granada in het zuiden, Bilbao in het noorden of naar de Spaanse Costa Brava; de kilometertelling houdt rekening met dit nulpunt. Het staat aangegeven met een speciale monumentale steen op de grond.

Het plein is niet alleen het fysieke middelpunt van het land, ook in historisch opzicht is dit het hart van Spanje. De Puerta del Sol is het toneel geweest van dramatische gebeurtenissen. De naam, die letterlijk 'Poort van de Zon' betekent, stamt uit de islamitische periode, toen hier een oostelijke toegangspoort tot de stad stond.

Het meest in het oog springende gebouw is het rode Casa de Correos. Het werd in 1768 gebouwd als postkantoor, maar nu is de federale regering van Madrid er gevestigd. Onder Franco was het de thuisbasis van de staatsveiligheidsdienst en af en toe werd er een communistenleider uit het raam gegooid.

Op 1 oktober 1975 stond de, toen al doodzieke, generaal Franco op het balkon van het Koninklijk Paleis en zwaaide met bevende hand naar de tienduizenden aanhangers. Het zou zijn laatste publieke optreden zijn. Nog geen twee maanden later, na de dood van de 'caudillo' (zoals hij zichzelf noemde) die Spanje bijna 40 jaar lang had geregeerd, verklaarde koning Juan Carlos dat hij ernaar streefde 'een koning van alle Spanjaarden' te zijn. In dezelfde zaal luidde een salvo uit een machinegeweer (op 23 februari 1981) de poging tot staatsgreep in van een groep conservatieve militairen die opnieuw een dictatuur wilden vestigen.

Op die avond hield kolonel Antonio Tejero van de Guardia Civil het volledige parlement in gijzeling, terwijl in het tegenovergelegen Palace Hotel een ongrondwettelijke regering werd geïnstalleerd. Veel bekende tegenstanders van het Franco-regime, die vreesden dat ze zouden worden gearresteerd als de coup zou slagen, ontvluchtten de stad. Dankzij het optreden van koning Juan Carlos, die de militaire commandanten opdracht gaf in de kazernes te blijven, mislukte de staatsgreep.

Op dit plein, waar opstanden uitbraken, komen mensen samen om te vieren of gedenken. Het is geen plein om rustig te zitten en kijken wie er voorbij wandelen. Het is er altijd druk, druk. Elke Madrileen stort zich graag in de drukte van de Puerta del Sol – zowel ’s nachts als overdag. Het is een plaats waar shoppingdrukte nooit helemaal stilvalt, 24 uur op 24. Ook in de winkelstraten rond het plein ben je omgeven door toeristen, straattheater, souvenirwinkeltjes, bezienswaardigheden. Alle grote winkelketens hebben hier een belangrijk filiaal. Het bekende warenhuis El Corte Inglés heeft zelfs meer dan één. Je herkent dit drukste punt van de stad al van ver aan de verlichte reclame van het sherrymannetje Tio Pepe, dat overigens is uitgeroepen tot historisch erfgoed.

Hier krioelt het ook van de artisanale patisserieën vol lekkernijen, en de Museo del Jamón, waar tientallen gerookte varkenshammen in het uitstalraam hangen.

Het bronzen standbeeld van koning Carlos III staat centraal op het plein. Maar hét bekendste beeld en symbool van Madrid is het bronzen beeld van de beer die eet van 'El Madroño'. De Madroño is een vrucht die lijkt op de aardbei. Dit beeld is voor Madrilenen een bekende ontmoetingsplaats. Als iemand zegt: "Ik zie je bij de beer!", weet iedereen waar dat is.

Ieder jaar, met kerstdag wordt er iets origineels bedacht ter versiering van het plein. Ook de straatartiesten spelen in op de kerstsfeer op Puerta del Sol. Op 31 december staat het plein vol met mensen die graag samen het nieuwe jaar willen inluiden. Alle ogen zijn gericht op de grote klok van het rode gebouw. De Madrilenen en toeristen tellen samen af. Wanneer de klok 00:00 uur slaat wordt er bij elke klokslag een druif gegeten. Dit is een echte Spaanse traditie. Mensen kopen een trosje uvas de suerte (geluksdruiven) per 12 gewoon in de supermarkt. En daarbij hoort een fles cava natuurlijk. Volgens de legende staat je dan een voorspoedig jaar te wachten. Dit evenement in Madrid is eveneens op de nationale televisie te zien.

 

Van de Plaza Puerta del Sol gaan we via de Calle Mayor naar een ander belangrijk plein nl. de Plaza Mayor.

Dit plein was eeuwenlang een markt en 'theatraal' toneel van het leven in Madrid. Men kon er getuige kon zijn van kroning van de vorsten, berechtingen, afkondigingen, stierengevechten, heiligverklaringen, feesten en openbare terechtstellingen o.a. heksenverbrandingen. Het plein bood plaats aan 100.000 mensen. De eigenaars en huurders van de panden aan het plein waren verplicht om hun balkons open te stellen voor toeschouwers.

De koningen hadden hun eigen luxueuze vertrekken met uitzicht op het plein. Deze bevonden zich in het gebouw van het bakkersgilde: het Casa de la Pandería. Tegenwoordig is hier de burgerlijke stand gevestigd, waar veel madrileños zijn getrouwd.

De muren van de Casa de la Pandería zijn versierd met semi-erotische fresco's van Cibeles (Cybele), die in de onderwereld op zoek is naar haar dochter Proserpina. De pastelkeurige fresco’s zijn recent. Ze werden in 1992 aangebracht door Carlos Franco. Niet alle Madrilenen waren er blij mee, sommige vonden ze te hippieachtig.

In 1561 werd Madrid de hoofdstad van het land. In die tijd was Spanje niet alleen het middelpunt van het grootste rijk ter wereld, maar gaf het land ook in artistiek opzicht de toon aan, met kunstenaars als Vélázquez en Calderón de Barca. De architectuur uit deze periode van de Habsburgers (16de en 17de eeuw) wordt gekenmerkt door een sobere grandeur.

In 1561 werd Madrid de hoofdstad van het land. In die tijd was Spanje niet alleen het middelpunt van het grootste rijk ter wereld, maar gaf het land ook in artistiek opzicht de toon aan, met kunstenaars als Vélázquez en Calderón de Barca. De architectuur uit deze periode van de Habsburgers (16de en 17de eeuw) wordt gekenmerkt door een sobere grandeur.

Bij een brand in 1792 ging veel verloren. De restaurateurs profiteerden daarvan door het plein te herbouwen volgens de neoclassicistische smaak van die tijd. Ze zagen er vooral op toe dat alle gebouwen dezelfde vorm kregen. Het enige gebouw dat zijn oorspronkelijke vorm min of meer wist te behouden, is het oude broodhuis (Casa de la Pandería).

Voor afkondigingen, stierengevechten en heksenverbrandingen kun je vandaag niet meer op het plein terecht. Nu is het een goede locatie voor openluchttheater, concerten, goochelaars, tekenaars en muzikanten die er hun kunsten tonen, maar ook voor politieke manifestaties. Het plein is ook het startpunt van een wedstrijd voor luchtballonnen.

Het plein is nu een ontmoetingsplaats en vaak het startpunt voor allerlei wandelroutes. Veel gidsen beginnen van hieruit hun stadswandeling.

Dé trekpleister zijn de terrasjes en tabernas. Hou er rekening mee dat ze hier niet bepaald goedkoop zijn en niet de allerbeste op tapas-gebied, maar het decor vergoedt veel.

Vlakbij ligt ook het bekendste en oudste restaurant van Madrid: Sobrino El Bótin, waar je onbeschaamd ouderwets kunt eten. Al sinds 1725 serveren obers in livrei er het ongeëvenaarde cochinillo asado (gebraden speenvarken), en melklam. Al wat naam en faam had en heeft in Spanje en ver daarbuiten – van Hemingway tot Hillary Clinton – zat hier al aan tafel. Maar de schilder Goya, Spanjes nationale trots, waste hier borden af om wat bij te verdienen …

Aan de andere kant van de Plaza Mayor - als je de Calle Mayor oversteekt - kom je in een wirwar van smalle, kronkelende steegjes. Hier leunt het ene restaurantje tegen het andere, en bij veel winkeldeurtjes moet je bukken om er binnen te komen.

Heb je trek in iets zoets tussendoor? In de Chocolateria San Ginés geniet je van warme chocolade met churros: lange slierten gefrituurd gebak. Het is een populair ontbijt dat de hele dag door wordt geserveerd.