Het Habsburgse Madrid
In 1561 werd Madrid de hoofdstad van het land. In die tijd was Spanje niet alleen het middelpunt van het grootste rijk ter wereld, maar gaf het land ook in artistiek opzicht de toon aan, met kunstenaars als Velázquez en Calderón de la Barca. De architectuur uit deze periode van de Habsburgers wordt gekenmerkt door een sobere grandeur. Het mooiste en beroemdste staaltje van architectuur uit deze periode is de Plaza Mayor.
Maar niet alleen de magnifieke pleinen en kerken van het Habsburgse Madrid weerspiegelen de periode waarin Spanje zowel in cultureel als economisch opzicht op het hoogtepunt van haar macht stond. Ook in de doolhof van straatjes in deze wijk proeven we nog iets van de sfeer van het glorieuze verleden.
Negen poorten (bogen) verschaffen toegang tot de Plaza Mayor – wij verlaten het plein via de Cuchillerosboog en gaan richting Plaza de Saint Nicolas.
De Sinterklaaskerk dateert uit 1202 en is daarmee de oudste kerk van Madrid. In de 16e eeuw is de kerk grondig verbouwd door Koning Filips II, en nog steeds is het prachtig.
In de kerk, die eruit ziet als een paleis, van Sint Nicolàs zijn veel details te ontdekken die te maken hebben met Sinterklaas. Zo kom je hier een beeld van de bisschop tegen, met in zijn hand 'het grote boek' met hierin alle kindernamen.
We stappen verder naar de Plaza de la Villa.
Hier bevindt zich de 'Real academia de ciencas murales y politicas' (de Koninklijke Academie voor Morele en Politieke Wetenschappen).
Het Wapenschild van de Academie De Real Academia de Ciencias Morales y politicas is een forum voor de uitwisseling van sociale, economische, filosofische, politieke en juridische kennis. Het werd opgericht op 30 september 1857 bij Koninklijk Besluit, tijdens het bewind van Isabella II. De bibliotheek, die meer dan 140.000 exemplaren bevat, staat open voor onderzoekers uit de hele wereld.
De Plaza de la Villa, waar in de Middeleeuwen de regeringsgebouwen stonden, is kleiner dan de Plaza Mayor. Het is het mooiste voorbeeld van de kenmerkende stijl die zich tijdens de Middeleeuwen en de Renaissance in Madrid had ontwikkeld. Goedkope baksteen van rode klei werd gecombineerd met kostbaar graniet uit de bergen. Andere kenmerken waren de balkons rond de binnenplaatsen en langs de buitengevels, evenals de steile, met pannen of leien gedekte daken met kleine dakraampjes. De fraaie smeedijzeren balkonhekken en het traliewerk voor de ramen zijn door plaatselijke smeden gemaakt.
Het vroegere fraaie stadhuis, Casa de la Villa, was ooit een gewoon graanpakhuis en deed zelfs een tijdje dienst als gevangenis. Het werd in 17e eeuw ontworpen door Juan Gómez de Mora. Hij is de architect die ook de Plaza Mayor ontwierp. In 1692 opende men de deuren van dit voormalige stadhuis.
Toen koningin Elizabeth II in oktober 1988 als eerste Britse monarch een bezoek bracht aan Spanje, kreeg ze op de Plaza de la Villa de gouden sleutel van de stad uitgereikt. Op dit sfeervolle plein staan drie gebouwen die vroeger een belangrijke functie vervulden. Daarmee vormde dit plein een belangrijk centrum in de stad.
Hier staat ook het beeld van Don Álvaro de Bazán, grootadmiraal van Filips II, die daar nog steeds het openbare leven van de hoofdstad domineert. Vroeger stond hier midden op het plein het bronzen standbeeld van Carlos III. Een replica van het oorspronkelijke beeld wordt bewaard wordt in de Real Academia de Bellas Artes de San Fernando.
Het beeld kijkt op het Casa de Cisneros, naast het stadhuis. Dit paleis werd in 1537 gebouwd, op verzoek van Benito Jimémez de Cisneros, architect en neef van Kardinaal Cisneros. Het gebouw heeft een bijzonder mooie 16de eeuwse gevel in platereske stijl. Op de binnenplaats staat een prachtige magnolia.
De gevel van het Casa de la Villa werd gerestaureerd rond 1909, toen de stad Madrid het eigendom van het pand verwierf en het integreerde. Aan het begin van de twintigste eeuw zijn de twee laatst genoemde gebouwen (stadhuis en Casa de Cisneros) met elkaar verbonden door middel van een overdekte brug.
Een indrukwekkende verzameling wandtapijten is op maandag te zien voor het publiek, als onderdeel van de gratis rondleiding in het stadhuis.
Aan de andere kant van het Stadhuis staat het oudste gebouw. Dat is de Torre de los Lujanes, een 15de eeuwse mudéjar-toren met hoefijzerbogen en een prachtige gotische deur. Ooit woonden hier aristocratische families, en het is ook een tijdje in gebruik geweest als gevangenis van Koning Frans I van Frankrijk en dit na zijn nederlaag tegen Karel V in de Slag bij Pavia in 1525.
Nu valt er alleen nog een fraaie natuurstenen trap te bewonderen, het werk van islamitische ambachtslui. Verder vind je er een aantal graftombes
Op volgende foto hieronder : links Torre de los Lujanes, achtergrond Casa de Cisneros, rechts het Casa de la Villa.
We wandelen verder naar de mooie Plaza de Conde de Miranda. Hier bevindt zich het klooster van de besloten orde van Jerónimas del Corpus Christi, beter bekend als Las Carboneras. In de kapel hangt een schitterend 'Laatste Avondmaal' van Vicente Carducho en via een draailoket verkopen de nonnen er hun zelfgemaakt gebak en koekjes.
Iets verderop staat het 18de eeuwse Basílica Pontificia de San Miguel, een uitbundig versierde kerk uit de tijd van de Bourbons. Hij staat op de plek van een voormalige Romaanse kerk, die gewijd was aan twee martelaren, Justo en Paster, kindmartelaren uit de Romeinse tijden.
Het sierlijk barok interieur werd gebouwd voor prins Don Luis, toen 5 jaar, jongste kind van Filips V en Isabelle Farnese,en dan reeds … aartsbisschop Toledo. In een van de kapellen staat een groot beeld van San Jose Maria Escriva de Balaguer. Het is zo haarfijn gemaakt dat je zou denken dat het een ‘levend’ standbeeld is.
Volgend deel : Plaza de España & Barrio de las Letras