Egypte en de piramides van Gizeh

 

Op het plateau van Gizeh, 18 km ten zuiden van Caïro, liggen de beroemde piramiden van Gizeh en de sfinx – één van de zeven wereldwonderen.

De piramiden werden gebouwd op een veilig en hoog plateau, om aan de jaarlijkse overstroming van de Nijl te ontsnappen.

De piramiden, reusachtig en somber, naakt en eenzaam in het zand van de woestijn, vertegenwoordigen 50 eeuwen geschiedenis.

Als we vlak voor de piramiden staan vragen we ons af, over welke rijkdom, macht en kennis die oude Egyptenaren beschikten, om die enorme stenen te vervoeren, om honderden ervan die meerdere ton wegen, te heffen tot 150 m en hoger, en om de – naar men beweerd - 100.000 arbeiders die er werkten, te voeden?

Hoe heeft men zoiets heeft kunnen bouwen zonder te beschikken over technische hulpmiddelen en precisie-instrumenten?

Tari vertelt dat - in de drie maanden waarin de akkers door het Nijlwater waren overstroomd – de boeren hielpen bij de bouw van de piramide. Ze woonden in barakken en lemen hutten, waarvan nog resten zijn teruggevonden. Zij zegt ook dat het onwaarschijnlijk is dat de piramiden gebouwd zijn door slaven en krijgsgevangenen, die met zweepslagen werden aangevuurd tot hard en secuur werk. Niets wijst op slavernij in het Oude Rijk, en krijgsgevangenen waren er niet veel want er werden bijna geen oorlogen gevoerd.

Van de zeven wereldwonderen van de ‘Oude Wereld’ hebben alleen de piramiden van Gizeh overleefd. Napoleon zei ooit: “Vanaf deze monumenten kijken veertig eeuwen op je neer”.

Van veraf lijken ze kleine driehoekjes en als je dichterbij komt worden ze gerimpelde bergen. De piramiden liggen niet midden in de woestijn, zoals foto’s vaak suggereren, maar aan de rand van de stad Gizeh.

Tari heeft ons al uitgelegd hoe de ontwikkeling van de piramiden verloopt. De richting waarin de piramiden zijn gebouwd, is niet willekeurig. De ingangen liggen op de lijn van de poolster (zoals die 4500 jaar geleden stond), de grafkamers zijn op het westen gericht, waar het Dodenland ligt, en de dodentempels buiten staan op het oosten, naar de opkomende zon toe.

Er zijn drie piramides: die van Cheops, die van Chefren en die van Mycerinos. Wat voelen we ons klein als we naar de piramide van Cheops toe wandelen!

 

Piramide van Cheops (Khufu)

Dit is de grootste van de drie. Herodotus, de geschiedenisschrijver schreef, “100.000 arbeiders werkten 20 jaar na elkaar aan de bouw van de piramide van Khufu”.

De oorspronkelijke hoogte was 146 m (nu 137 m), de lengte van de zijden  aan de basis is ruim 230 m. De inhoud van de piramide bedraagt: 2.300.000 stenen blokken. Het gemiddelde gewicht van iedere steen varieert van 1,5 tot 15 ton. Het totale gewicht is 6 miljoen ton. Het grondoppervlak is ruim 53.000 m². Dat is meer dan de St. Pietersbasiliek in Rome.

Als je ernaast staat is pas goed te merken hoe enorm deze piramides zijn. Eén steenblok is al zo hoog als een mens.

Binnengaan in de piramide? Noch Rik, noch ik hebben er behoefte aan. We zagen reeds zoveel mooie graven en blijkbaar is de moeite (om al die trappen hier te doen), het niet waard. Er wordt ook veel inkomgeld  gevraagd en camera’s / fototoestellen zijn binnen verboden.

Tari waarschuwt voor mensen met een claustrofobie en/of slechte fysieke conditie. De gangen die naar de grafkamer van de farao in het hart van de piramide leiden, zijn smal, lang en erg steil. Het is er beklemmend en er wordt beroep gedaan op je ademhaling maar ook je spieren krijgen het hard te verduren.

Om te voorkomen dat er te veel vocht in de piramide komt, mogen er dagelijks maar 150 bezoekers per ochtend en 150 per middag naar binnen.

De piramide van Khufu (Cheops)  betreed men gebukt via een smalle gang die destijds door grafrovers werd uitgehakt. De Koninginnenkamer is voor bezoekers gesloten. Dan neem je de gang omhoog die uitkomt in een spectaculaire Grote Galerij (46 m lang en ruim 8,5 m hoog). De muren van gepolijst kalksteen worden overspannen door een geweldig plafondgewelf met draagstenen.

Grote Galerij

Hierachter bevindt zich de grafkamer van de farao ( 10,5 x 5,20 x 5,8m). De muren zijn bedekt met rood graniet en in de kamer staat een lege granieten sarcofaag.

De mummie van Cheops is nooit gevonden. Boven de grafruimte liggen 5 kamers, waarvan het bovenste gedeelte een plafond heeft dat in een punt uitloopt. De luchtkokers vanuit de grafruimte werden gezien als het pad voor de farao naar de hemel.

Bewakers kijken toe dat niemand de piramides beklimt. Je mag alleen gaan tot aan de ingang.

Niet alleen riskeert men een zware val, je zou ook grote problemen met de politie kunnen krijgen.

Op de vraag of we ook de piramides in zullen gaan, kozen we voor een tussenoplossing : wel een piramide in, maar niet de duurste.

Hier moeten we ook minder lang te wachten.

Het is op zich wel een grappig gevoel om je in zo'n enorm gevaarte te bevinden, maar veel bijzonders is er binnen niet te zien en na nog geen 10 minuten staan we weer buiten.

 

Piramide van Chefren (Khafra)

Rik is in druk gesprek met Tari: links de piramide van Cheops, rechts die van Chefern

Deze piramide is herkenbaar aan de goed bewaard gebleven kalkstenen bedekking van de top. Het is de enige piramide waar aan de top nog een deel van de bekleding te zien is. Hierdoor en door de scherpe stijgingshoek van 53° 10’ lijkt de piramide van Chefren groter dan die van zijn vader Cheops. Ze werd gebouwd rond 2500 v. Chr. als graf voor de farao die 25 jaar over Egypte regeerde. De hoogte van de piramide is 137 m, de basis meet 210 m. In de grafkamer staat de granieten graftombe. De ontdekker van deze kamer is Giovanni Belzoni (2 maart 1818).

lange, smalle gang bij het binnengaan

 

Piramide van Mycerinos (Menkaura)

Menkaura was de zoon en opvolger van Chefren. De piramide is 66 m hoog en de lengte van de basiszijden bedraagt 108 m. Binnen de piramide heeft de onderzoeker Howard Vyse in 1837 een basalten sarcofaag gevonden en de resten van een mummie (waarschijnlijk van koning Mykerinos). De piramide werd aan de buitenkant bekleed met granietstenen. De resten van de bekleding kan men duidelijk zien.

Het complex van Mykerinos  bevindt zich in de slechtste staat, omdat het in ruwe baksteen werd gebouwd die vlug in puin viel.

 

De Sfinx

Aan de andere kant van het plateau staat het bekendste beeldhouwwerk van Egypte: de sfinx. De sfinx is de wachter bij het graf van Chefren en ligt naast zijn daltempel. Hij heeft de vorm van een liggende leeuw, met het hoofd van koning Chefren, die het beeld uit natuurlijke rots heeft laten houwen. De Arabieren noemden hem ‘Aboe al-Hoel’ ; Vader der Verschrikking’, maar hij ziet er niet bepaald zo verschrikkelijk uit. Ik vind dat hij geheimzinnig glimlachend met een vage blijk in de verte staart.

De sfinx is ruim 70 m lang en 20 m hoog. De hoogte van zijn gezicht is 4,2 m breed, zijn oren zijn 1,37 m lang, zijn mond is 2,32 m breed en zijn neus is 1,70 m groot.

Tussen de poten van de sfinx ligt een gedenksteen van de eerste uitgraver Thotmoses IV uit de 15de eeuw v. Chr.

Ondanks de beschadiging van het gelaat door de beeldenstormende Arabieren in de 14de eeuw en de beschieting rond 1800 door fanatieke Mamelukken, die de kop als schietschijf voor hun kanonnen gebruikten, maakt hij een imponerende indruk.

Wat ik niet wist, maar wat nu heel duidelijk werd, is dat de sfinx verreweg het meest populaire bouwwerk is. Hier staan de toeristen wel rijen dik.

Maar het is dan ook een mooi plaatje, deze sfinx, met op de achtergrond de grote piramides.

 

Daltempel van de piramide van Chefren

Ten oosten van de piramide, die vroeger werd omringd door een 10 m breed overdekt pad, liggen de enorme blokken steen die restanten vormen van de dodentempel.

Een bijna 500 m lange passage met kalksteenmuren verbond deze ooit met de ‘daltempel’ aan de rand van het vruchtbare land.

 

De daltempel is 45 m lang en 13 m hoog. Deze werd in 1853 door de Franse Egyptoloog Mariette uitgegraven. Eens stonden binnen de tempel 23 diorieten zitbeelden van Chefren. Eén daarvan werd gevonden in een kuil in de voorhof en is te zien in het Egyptisch museum.

De daltempel van de piramide staat naast de sfinx. De tempel is opgetrokken in kalksteen en is bekleed met rode graniet.

We krijgen van Tari ruim de tijd om dit wereldwonder in ons op te nemen. Dat was voor ons erg leuk, maar helaas zwermden er wel weer een aantal irritante verkopers rond.

Dan stelt Tari voor om even met de auto een beetje verder weg te rijden – op een plaats vanwaar mooie foto’s kunnen genomen worden van de drie piramides samen. Het is inderdaad een gekende plaats waar toeristen panorama foto’s kunnen nemen van het plateau met de piramiden.

Aan de andere kant hebben we zicht op een stukje van de stad Caïro ( 18 km verder)

Vanaf Mena House (lange tijd een van de deftigste hotels van Egypte) kan men per kameel naar boven, naar het plateau waar de piramides staan. Daar moet je wel wat voor over hebben. De kameeldrijvers zijn opdringerig en zullen proberen de toerist zoveel mogelijk geld de ontfutselen. Wie gebruik maakt van het aanbod om tas of camera tijdens de rit door de drijver te laten vasthouden , krijgt die pas terug tegen betaling van een fooi. het is dus een noodzaak om de prijs van tevoren af te spreken en pas te betalen als men weer veilig op de grond staat.

 

Ons laatste bezoek zit erop. We staan te wachten op de auto die ons terug naar het hotel zal brengen.

'straatbeelden op de terugweg'

Tari begeleidt ons nog naar het hotel. We nemen afscheid en bedanken haar voor die mooie en leerrijke dagen samen. Zij aanvaardt met veel dankbaarheid de fooi.

Ze heeft dit verdiend, het is graag gegeven. We eten ’s avonds in het Italiaans restaurant, de gerechten zijn er erg lekker.

 

Laatste deel : bye, bye Egypte, we vliegen terug naar België

 

Van de plaatsen waar ik zelf geen foto's mocht nemen (binnen in de piramides) heb ik ze gelabeld via google.