We wandelen verder door Santiago de Cuba

 

We zijn nog steeds op het Parque Céspedes, maar we hebben nog niet alles gezien.

 

Hier staat Cuba's oudste huis, Casa Diego Velásquez. Een bezoek aan het oudste bewaard gebleven huis van Cuba, uit de 16de eeuw is net een wonderbaarlijke tijdreis. In dit huis (gebouwd in 1516) van de eerste Cubaanse gouverneur bevindt zich nu het Museo de Ambiente Histórico Cubano (een museum voor koloniale kunst).

Een plaatselijke gids leidt ons door het twee verdiepingen tellende pronkjuweel. Opvallend is een Arabische aandoende balkon met balustrade, in Moorse stijl.

Hier namen de dames plaats om het straatgewoel ongemerkt gade te slaan.

Karakteristiek voor deze beginperiode is het feit dat het kantoor zich beneden bevond, met zelfs nog een geldsmeltoven, en boven bevinden zich de privévertrekken, met houten traliewerk in Andalusische mudéjarstijl, wat uniek is in de Caraïben.

Indrukwekkend door zijn eenvoud is het privévertrek van Velázquez: een houten verhoging bij wijze van bed, daarboven een madonnafiguur, een zwaard en een ridderhelm en een houten wereldbol (17de eeuw).

We zien een grote verzameling meubelen uit de koloniale tijd.

En het mooie, houten plafond is 'zeker' een foto waard

De benedenverdieping was in gebruik als handelshuis, maar er bevond zich hier ook een geldsmeltoven. Hier werd ook goud en zilver gesmolten, meestal buitgemaakt op de indianen. Het werd omgesmolten tot baren van gelijke afmetingen, zodat Kerk en Staat ieder hun 'rechtmatig' deel konden krijgen.

 

CASA de TROVA

In de Calle Heredia, de zijstraat van de Casa Granda, bevindt zich de beroemdste muziektenten.

We worden begroet door de heren van de Buena Vista Social Club.

Wij bezoeken het Casa de la Trova José (Pepe) Sánchez, misschien wel hét beroemdste muziekhuis van Cuba, bekend om de hoge muziekkwaliteit en intimiteit.

Die intimiteit vind je ook terug in de vele jineteros en jineteras die er rondlopen op jacht naar toeristen.

 

En hieronder een mooie foto van mijn 'grote favoriete muzikant' uit Cuba.

Uit de beroemde traditionele muziekclub en de danszaal 'Casa de Estudiante' ernaast, schallen bijna onafgebroken de klanken van de bolero’s, guaracha’s en andere músia traditional.

Soms wordt er alleen maar gerepeteerd, soms stuit men op imposante combo’s op orkeststerkte, die met saxofoon en contrabas amper op het podium passen. Het publiek in het trova-huis bestaat intussen bijna uitsluitend uit betalende toeristen. Vroeger was het Casa de Trova, een met vergeelde affiches gedecoreerde, zondagse stek voor de oude muzikantengarde van Cuba. Tegenwoordig is het voor de bezoeker een muzieklokaal, waar echter nog altijd door menig opa op ‘gouwe ouwen’ wordt gedanst.

In dezelfde straat van Casa de Trova, de drukste van Santiago, ligt het oudste museum van Cuba, het Museo Provincial Bacardi Moreau. In het museum zijn voorwerpen verzameld uit de tijd van de Spaanse verovering tot de onafhankelijkheidsoorlogen. Emilio Bacardí - het brein achter het beroemde rummerk - verzamelde deze voorwerpen. Dit museum is een aanrader.

 

We gaan nog snel even binnen in een boekenwinkeltje …

En dan is het tijd voor de lunch - op de Plaza de Dolores. Op dit plein en op Plaza Céspedes spelen vaak bandjes. Het zijn prima plekken om neer te strijken en het dagelijkse leven in Santiago mee te maken.

Santiago is een heel leuke stad om wat langer te verblijven. In vergelijking met Havana is het zuidelijker en meer tropisch (niet alleen qua temperatuur) maar vooral door de gezellige dorpssfeer. Zittend op één van de vele bankjes op de Plaza de Dolores kun je genieten van de oude Amerikaanse auto's of oorspronkelijke motoren met zijspan die voorbij komen. Op dit plein speelt geregeld een band; dit is voor de inwoners van Santiago dé plaats om uit te gaan ... zien en gezien te worden.

Het restaurant 'Don Antonio'

Terwijl we eten komt een Cubaan op het plein, voor het open raam staan om ons te vergasten op een stukje muziek.

 

De lunch bestaat nu eens 'niet' uit bonen en rijst maar we krijgen een 'soort’ spaghetti. Deze is totaal anders dan de Italiaanse of diegene die ik klaarmaak maar het smaakt héél lekker. En als dessert wordt een zoete saus met een soort vruchtenstaafjes voorgeschoteld (ik dacht eerst dat het frietjes waren). Zo'n dessert wil ik nog wel eens eten (het ziet er wel wat raar uit, maar het smaakt heerlijk).

Ook binnen in het restaurant staan muzikanten klaar.

We verpozen nog wat in het park en opeens trekt er iets mijn aandacht. Het is misschien beroepsmisvorming, maar deze Cubaanse vrouw heeft iets aparts in haar 'kapsel'. Ze zit op een bank met een speciale soort  'krulspelden' in het haar.

Hier wil ik toch meer van weten, het zijn wel heel aparte spelden! Met veel gebaren en in het Spaans legt ze me uit dat krulspelden schaars en duur zijn in Santiago de Cuba. Maar vindingrijk zijn de vrouwen wel. Zij heeft lege rolletjes toiletpapier omwikkeld met een restje papier en dat slorpt het water op. Op deze manier en .. met de zon, drogen de haren in de gewenste vorm. Het was me al opgevallen dat de Cubanen fier zijn.

Ik mag foto's nemen en daarvoor geef ik haar graag een kleine fooi.

Wat een leuke sfeer is het hier op het plein! Iedereen lacht, er wordt niemand lastig gevallen door verkopers of bedelaars. Er is muziek en dans. We voelen ons zo goed en velig.

We rijden zo dadelijk even buiten het centrum van Santiago, want daar wacht ons nog heel wat ...

 

Volgend deel: Santiago de Cuba, dààr waar ooit alles begon