Yala National Park, een geweldige ervaring

 

In het zuidoosten van Sri Lanka strekt zich langs een 35 km lange kuststrook het Yala Nationaal Park uit, dat sinds 1938 bestaat. Met een oppervlakte van 979 km² is dit het op een na grootste park van het eiland. Het sinds 189 beschermde gebied bestaat uit doornstruiksavanne, bossen, lagunes en dicht bij de kust gelegen moerasgebieden en wordt van water voorzien door de rivieren Menik Ganga en Kumbukkan Oya. Het is een bekend en meest bezochte natuurreservaat van Sri Lanka.

Het park is alleen per jeep of landrover toegankelijk. De hekken gaan om 6uur open en om 18u moet iedereen het park verlaten hebben.

Het is verboden de jeep in het wildreservaat te verlaten.

Omwille van de dieren is het park de hele maand september en tot 15 oktober gesloten; dit vanwege de droogte en om de dieren de rust te geven om op zoek te gaan naar water. (onlangs las ik ergens dat het park nu het hele jaar open is omdat de droogte door de klimaatwijzigingen veel minder heftig is).

De safaritocht per jeep door het Yala National Park is een ware belevenis. Via grindwegen rijden we door de steppe: langs plassen, waar krokodillen, waterbuffels en reigers samenkomen.

We hopen erop ergens een kudde olifanten te zien. De gids vertelt: ‘de olifanten zijn in het dichte kreupelhout en doornstruikgewas soms onzichtbaar, maar af en toe duiken ze vlak bij de weg op, en opvallend veel van hen hebben imposante slagtanden. Hoe tam de dikhuidigen er zelfs op 2 meter afstand ook mogen uitzien, je blijft absoluut beter in de auto. Er zijn reeds doden gevallen, en dan gaat het altijd over toeristen die zonder toestemming uit de jeep stappen.’

Maar blijkbaar zijn we hier niet op het ideale moment van de dag. Wie olifanten, krokodillen en vooral Sri Lankaanse luipaarden wil spotten, komt best heel vroeg bij zonsopgang of ’s avonds laat bij schemering.

Met wat geluk zie je tegen de avond de luipaarden op een door de zon verwarmde rots liggen, soms in het  gezelschap van donkergrijze hagedissen die ook graag op die warme rotsen bivakkeren. Aan de oever van een meertje kan je wel eens krokodillen zien liggen.

Er zijn heel veel grote dieren, zoals zwarte wilde zwijnen, roedels herten, antilopen, reusachtige pythons (wurgslangen) en grote donkergrijze waterbuffels, die in grote aantallen van het water genieten.

Meer dan dertig zoogdiersoorten hebben hier hun habitat: bv. axis- en paardherten, de langoer-apen, te herkennen aan hun zwarte gezocht en zilvergrijze vacht, de Ceylon-kroonapen, de mungo’s, de slanke lori’s en lippenberen. De kans dat we lippenberen ontmoeten is ook zeer klein; ze houden zich het liefst schuil in de minder toegankelijke gebieden.

Er zijn ongeveer 150 vogelsoorten thuis zijn in Yala: een meertje met ibissen, verschillende soorten ooievaars en groepen wilde eenden, blauwe ijsvogels, adelaars hoog in de lucht, groepen pelikanen, witte koereigers, indrukwekkende neushoornvogels en mooie bosduifjes. We horen het geroep van pauwen, verborgen in de jungle of zittend in de bomen en op het gras. En overal vliegen grote, prachtige vlinders.

volgende 3 foto's zijn genomen via google

Als je in de buurt bent, moet je beslist een uitstapje plannen naar dit savannelandschap.

 

Tijdens de tsunami van 2004 zijn veel dieren die aan de kust verbleven omgekomen. Opvallend was dat alle olifanten de vloedgolf hebben overleefd door tijdig het binnenland in te trekken. Het lijkt erop dat deze gevoelige dieren de naderende ramp hebben voorvoeld.

 

Volgend deel  : Tsunami in Sri Lanka en de naweeën