Het oude stadje ‘Dinan’

 

Dinan : een juweeltje van een ommuurde Middeleeuwse stad.

Dinan met zijn 20.000 inwoners en omringd door granieten muren, behoort tot een van de mooiste en best bewaarde middeleeuwse stadjes van Bretagne.

Als wij door de oude stad wandelen, is het net of we terug zijn in de tijd toen Bertrand Du Guesclin probeerde de Engelsen uit Frankrijk te verdrijven - soms in zijn eentje - en de jonge hertogin Anna probeerde haar hertogdom te behouden. (zie hierover meer op het einde van dit artikel)

Het stadje is omsingeld door bijna drie kilometer stadswallen. En een kasteel uit de 14e eeuw prijkt trots boven ‘de Rance’ uit.

De Rance is een Bretonse kustrivier die bij de Côtes d’Armor ontspringt en uiteindelijk tussen Dinard en Saint-Malo bij het Kanaal eindigt.

De vallei van de Rance is een van de meest karakteristieke riviermonding van de hele regio. Bij eb ziet u hier grote vlaktes, maar bij vloed lijkt deze plek op een zeearm.’

Beneden ligt het jachthaventje, het vertrekpunt voor mooie wandelingen langs de trechtermonding. Boven zien we de huizen met erkers die aan deze stad haar middeleeuwse cachet geven. De vele vakwerkhuizen met hun galerijen maken de oude binnenstad zeer attractief. De aanblik van de stad werd vroeger bepaald door ambachtslui en kooplieden, nu is dat tijdens het zomerseizoen door de toeristen.

Wandel met ons mee door Dinan en laat je onderdompelen in de sfeer van de schilderachtige middeleeuwse straatjes in de oude binnenstad. We vertrekken aan de rivierhaven en gaan de Rue du Petit Fort’ in. Deze steile en vermoeiende weg was tot de vorige eeuw, voordat de viaduct gebouwd werd, de belangrijkste toegangsweg naar de handelsstad. Belangrijke exportproducten waren laken, linnen en graan. In de vakwerkhuizen hebben zich nu weer ambachtslui – kunstnijverheidsbedrijfjes - gevestigd.

We komen door de Porte du Jerzual, een van de vier toegangspoorten, de stad binnen.

De steil hellende betegelde straat voor ons is de ‘Rue du Jerzual’.

Deze straat was vanaf de 14de tot en met de 18de eeuw de straat van de burgers, artiesten en kooplui en een gekrioel van wevers, leerlooiers .... De vakwerkhuizen met consoles en pittoreske puntgevels weerspiegelen het rijke verleden van de stad. Wie Dinan bezoekt moet deze straat gezien hebben. Het is heerlijk slenteren en wegdromen voor de boetiek-ateliers van de glasblazers, houtsnijwerkers, steenhouwers en vergulders die zich hier hebben gevestigd.

Maar ik kan je verzekeren dat de wandeling naar boven wel wat inspanning vraagt.

Wij zijn blij dat, eenmaal boven, de terrasjes en ijssalons ons enig soelaas kunnen bieden.

In het centrum van Dinan ligt de Place des Merciers en de Place des Cordeliers.

De vakwerkhuizen uit de 15de, 16de en 17de eeuw staan dicht bij elkaar en zijn kenmerkend voor Dinan.  Het plein Place des Cordeliers onderscheidt zich door de arcade-huizen waarvan de balken onder de eeuwenlange last doorbuigen.

Ook de aangrenzende straten en hun huizen met uitkraging doen menig toerist stil staan om foto’s te nemen. De Rue de l’Horloge en de Grand Rue hebben verscheidene patriciërshuizen in vakwerk.

In de oude hoofdstraat, Rue de la Poisonnerie lokken de vele terrassen en eetgelegenheden de hongerige toerist.

Het is niet eenvoudig om een keuze te maken, er is zoveel lekkers en zoveel gezelligheid.

De coquille Saint-Jacques is hier blijkbaar ‘de specialiteit’ van de streek.

Onze eerste avond is een topper: we genieten van het zelf grillen van onze vis-of vleesschotel op een individuele steengrill. Het glaasje wijn maakt het geheel af!

de visschotel (rauwe vis - zalm, gamba's, verse coquilles - moet nog gegrild worden)

de vleesschotel (nog te grillen)

en gezellig was het zeker, mijn coquilles waren zó vers en zó lekker!

en gezellig was het zeker, mijn coquilles waren zó vers en zó lekker!

 

Maar wie Bretagne bezoekt kan toch niet naar huis zonder de beroemde, hartige ‘galette’ of een zoete ‘crêpe’ geproefd te hebben.

Dit was dan een gerecht van de volgende dag

 

Als we door de Rue de l’horloge slenteren,  wordt onze aandacht getrokken door de Tour de l’Horloge.

De klokkentoren met een 15de eeuwse klok en een grote bel, 'Anna’ genaamd, laat om het kwartier zijn mooie klanken horen. Zolang je maar geen hotel hebt vlak naast de toren kan de toerist genieten van het klokkengelui en de muziek. In 2009 waren wij in dezelfde straat gelogeerd en ik kan je verzekeren dat het minder aangenaam was om elke 15 minuten de klok te horen!

De klok van een Duitse klokkenmaker was in 1507 een geschenk van hertogin Anne de Bretagne. Van op de 60m hoge klokkentoren heeft men een schitterend uitzicht op de stad.

Dicht in de buurt is de Place St- Saveur. Hier prijkt de Basilique St.-Saveur, gebouwd in de 12e eeuw. Deze basiliek is een mix van Byzantijnse, Perzische en Romeinse invloeden. Wat maakt haar zo uniek? De mengeling van architectuurstijlen van de basiliek is vooral binnen opvallend: de rechterkant van het schip is romaans en de linkerkant laatgotisch. Naar verluidt wordt het hart van ‘Du Guesclin’ in de St.-Sauveur bewaard. Het werd hierheen gebracht nadat het uit een kerk was gered die tijdens de Revolutie was vernield.

L'eglise Saint Malo

De kerk van Saint Malo in Dinan stamt uit de late 15de eeuw en bevat zowel gotische als renaissance elementen. Aan de buitenzijde zijn allerlei curieuze sculpturen aangebracht.

Le Chateau

Het kasteel is het hoogste punt van de omwallingen. De 34 m hoge, zware en ovale donjon is getooid met een origineel profiel en opgetrokken tussen 1382 en 1387. Het kasteel is nu een museum met meubels, gereedschap, kostuums, bewerkte houten panelen.. Boven hebt u een schitterend uitzicht.

Dinan en zijn beroemdheden.

De historische en met middeleeuwse straten doorkruiste stad ontstond uit het hout van een 11e-eeuwse vesting. ‘Willem de Veroveraar’ stond voor de poorten van die versterking, het hoge viaduct over de Rance was er toen nog niet. Ook Frans-Engelse twisten zorgden tijdens de Honderdjarige Oorlog voor een legendarisch duel.

De boerenridder ‘Bertrand du Guesclin’, geboren in Bretagne, sabelde op zijn geboortegrond de Engelse ridder Thomas de Cantorbéry neer. Hij is dus beroemd geworden omdat hij tijdens de Honderdjarige Oorlog om de beurt Normandië en Bretagne bevrijdde. Zijn hart ligt in de basiliek Saint-Sauveur.

Het is de lievelingsstad van ‘Anne van Bretagne’ die in de 15e eeuw, na de dood van haar man Charles VIII, ervoor koos zich in Bretagne te vestigen.

Gelegen op een boven de Rance uitrijzende heuvel en goed bewaard is Dinan het zwaluwnest van de grote schrijver ‘Victor Hugo’

 

Dinan is een toeristische trekpleister die bijna niet kan teleurstellen.