Havana : oude binnenstad, het Capitolio en de Malecón

 

De grootste betovering is de stad zelf: de aparte architectuur, de smalle stegen en oude huizen, het bijzondere historische centrum, de muzikanten en Habañeros zelf maken van Havana een schilderachtige stad. En wat betreft het nachtleven kan Havana het zeker opnemen tegen veel Zuid Amerikaanse steden.

Zo is een bezoek aan Bodeguita del Medio, waar Hemingway, Salvador Allende en Fidel Castro hun Daiquirí en Mojito dronken, een belevenis op een bijzondere manier.

DE PLAZA VIEJA

Dit oude handelsplein vol oude, kleurrijke woningen is inmiddels vrijwel volledig in zijn oude glorie hersteld. Het is een van de oudste pleinen.

Wie zou durven denken dat dit plein, uit de 16de eeuw, ooit het toneel was van de grootste slavenmarkt van Havana.

In de herenhuizen zijn nu kunstinstellingen van de overheid, galeries en een school gevestigd.

Een smal, levendig en kleurrijk straatje levert ook enkele typische en romantische sfeerbeelden op.

Er komt een groep muzikanten en kunstenaars door de straat : mime en kostumering van de bovenste plank.

Uit het café Taberna komen de klanken van opzwepende muziek, uit een oude radio. Wij gaan binnen en genieten van een koel pintje bier.

Toeristen verdringen elkaar aan de Bodeguita del Medio. Dit was de meeste geliefde plek waar Hemingway zijn mojito dronk, het drankje dat hij mee populair maakte.

Op de hoek staat een opvallend roze huis. De liftjongen van het hotel Ambos Mundos weet niet eens meer hoe vaak hij die dag de smeedijzeren deur van de lift achter zich en de verwachtingsvolle bezoekers heeft dichtgetrokken.

Toen Ernest Hemingway naar Cuba was gereisd, logeerde hij hier van 1932 tot 1939 (in kamer 511). Hij betaalde daarvoor tien Amerikaanse dollars per dag en schreef er een deel van zijn roman over de Spaanse burgeroorlog. In dit hotel schreef deze Noord-Amerikaanse schrijver en Nobelprijswinnaar Letterkunde onder meer de eerste hoofdstukken van zijn roman: 'por quien doblan las campanas' (voor wie de klokken luiden). En van hieruit maakte hij zijn nachtelijke uitstapjes langs de kroegen.

De vertrekken van de schrijver zijn herschapen tot een klein museum met voorwerpen, die aan hem hebben toebehoord. Men kan zijn kamer, nummer 511, dat met typmachine en lege fles whiskey nog in origine behouden is, bezichtigen.

PLAZA DE LA CATEDRAL

Via een kleine straat komen we op een ander plein, de Plaza de la Catedral. Het gebouw is wel aan renovatie toe, maar de kalkstenen kathedraal presenteert zich nog steeds als een verheven, eenvoudig barokkoloniaal bouwwerk.

Terwijl we op een van de terrasjes genieten van een drankje, zien we een groepje mensen samen drummen op de hoek van het plein. (foto => rechts in het hoekje)

Een Cubaanse dame zit aan een tafeltje, onder een witte parasol. Haar sigaar houdt ze steevast tussen de lippen. Zij wrijft over de handen van haar 'slachtoffer' … bekijkt heel gewichtig de lijnen van de hand en voorspelt de toekomst van goedgelovige toeristen. Op deze manier verdient ze weer enkele schamele pesos.

Chauvinistische Belgen als we zijn, gaat ons hart feller slaan en zijn we apetrots als we door de grote Avenida de Belgica naar de wijk Centro trekken.

De koepel van het Capitolio is van veraf reeds te zien.

 

PARQUE CENTRAL

Het Parque Central – met de hoge koningspalmen – ademt een sfeer van oase, alhoewel het tegelijk een verkeersknooppunt is.

Hier staat een monument voor José Martí en mooie bouwwerken stelen hier de show.

Een paar voorbeelden zijn het merkwaardige krullerige Gran Teatro García Lorca, de legendarische hotels Plaza en Sevilla en Inglaterra (het oudste hotel van Cuba met Moors decor) en het moderne chique hotel Parque Central (volledig nieuw gebouwd achter een koloniale façade)

Maar één bouwwerk rijst boven alles uit, het Capitolio de la Habana.

Het witte Capitool is gebouwd in de jaren 1920. Dit indrukwekkende, op zuilen rustende gebouw van lichte kalksteen is een replica van het Capitool in Washington en diende als het Senaat van Cuba. Nu is hier de Academie der Wetenschappen en de nationale Bibliotheek voor Wetenschap en Techniek gevestigd.

Ongeveer drie jaar hebben 5000 arbeiders aan dit gebouw gewerkt en het heeft zo’n 17 miljoen dollar gekost. De voorgevel van het gebouw is 200m breed en de koepel is 94m hoog.

Ik heb het gebouw in 2 keer moeten fotograferen. Het was onmogelijk op het op één foto te krijgen zonder ideale lens.

Onder de koepel staat een verguld vrouwenbeeld; La República is met zijn 14 m een van de grootste overdekte bronzen beelden ter wereld.

 

De aanhoudende stroom oldtimers, taxi’s, riksja-achtige fietstaxi’s en overwelfde vespa-achtige oranje minitaxi’s biedt ons, fotografen, onverhoopte kansen tot originele foto’s.

Het is leuk om naast het Capitolio de winkelstraat in te gaan.

En als we verder de wijk ingaan, zien we mooie en lelijke oude huizen, rustige en drukke straten die elkaar afwisselen.

 

In Havana bezoeken we ook een likeurstokerij.

Een zwarte meneer - een soort sigaren-likeurbaron - geeft wat uitleg. Hij rammelt zijn les af op de toon van een sergeant, die de rekruten de eerste dag van hun militaire dienst afblaft. Van zijn Engelse uitspraak met een zwaar accent is niet veel te verstaan.

We zijn blij als de zwarte meneer zegt: 'Don’t cry, but buy'. Aan de bar hoeven we enkel aan te wijzen welke soort we willen proeven.

Daarna kunnen we in de winkel terecht voor het kopen van rum en sigaren.

 

CEMENTERIO DE COLÓN.

Nier ver hier vandaan bevindt zich het belangrijkste en grootste kerkhof van Havana, het Cementerio de Colón. Het is een marmeren dodenstad, met meer dan 1 miljoen graven. Er zijn heel wat pompeuze graven vol zuilen en koepels, op tempels lijkende mausolea en catacomben in marmer of graniet.

Al sinds 1872 rusten hier zowel suikerbaronnen als revolutionairen. Enkele van de grootste leiders en leden van de rijkste families, beroemde Cubanen, helden en martelaars werden hier begraven. Hier liggen o.a. de befaamde Cubaanse schrijver Alejandro Carpentier, generaal Máximo Gómez en de beeldhouwster Rita Longa begraven.

De beroemdste van allen liggen misschien in het graf van Señora Amelia Goyri, die in 1901 in het kraambed overleed. Men zegt dat ze met het kind 'naast' zich werd begraven, maar toen ze werd opgegraven voor een herbegrafenis, lag het kind in haar armen!? Het is nu het centrum van populaire cultus en het graf is overdekt met rouwkransen en bloemen.

 

We laten de schone slaapster in vrede rusten.

 

DE MALECÓN

We eindigen onze dag aan de Malecón – het balkon aan de zee genoemd.

De zeven kilometer lange kustweg verbindt de binnenstad met Vedado. Hier vindt een groot deel van het nachtleven van Havana plaats, samen met de wijk Centro die bekend staat om de zwoele salsaclubs en gezellige barretjes. Op deze levendige strandpromenade is altijd wel wat te doen. Oldtimers en gewone auto’s razen langs elkaar heen langs de zeeboulevard, jongens springen van de rotsen in zee en wij gaan een kijkje nemen op een plaatselijke markt.

’s Avonds komen de Cubanen op de Malecon bijeen: stoepers op zoek naar klanten, verstrengelde geliefden of hengelaars, jongelui, pindaverkoopsters of saxofonisten en … je raakt snel in gesprek terwijl de onontkoombare fles rum de ronde doet.

De gewone Cubaan lijdt dan wel enorm onder het Amerikaanse embargo, maar de zon, de rum, de sigaren en de muziek maken zijn leven misschien wel iets meer draaglijker.

Morgen komt een nieuwe dag …. dan gaan we naar de overkant van de baai (op de foto zie je het fort in de verte liggen)

 

Volgend deel: historisch uitstapje in de baai