Afdaling in een krater en heetwaterbronnen

 

Na het ontbijt vertrekken we per jeep van Bandung naar Lembang (ten noorden van Bandung). Het ligt in de bergen op een hoogte van 1400m hoogte en het is er een heerlijk koel klimaat.

Hier woonden vroeger veel Nederlanders. Het is een van de weinige plaatsen in Indonesië waar Friese melkkoeien kunnen aarden en het heeft een straatje waar allerlei melkproducten (ijs en milkshakes) verkocht worden.

We komen eerst langs een klein dorpje, gelegen in de bergen, tussen de prachtige rijstvelden.

Hier maken we een wandelingetje en slaan een praatje met de inwoners (met behulp van de gids, die als tolk dient).

De rit gaat verder door, naar de top van de Gunnung Tangkuban Prahu, een 2084 m hoge vulkaan met enkele kraters.

De vulkaan zou nog actief zijn, de laatste eruptie was in 1969.

Tangkuban Prahu betekent omgekeerde prauw.

De stinkende, rotte-eieren-zwavellucht is het eerste wat me opvalt als we uitstappen.  Het is een redelijk zware route naar de krater, waar borrelende zwavelbronnen en dampen, uit de aardspleten ontsnappen. Ze geven blijk van sinistere activiteiten in het onderaardse.

We lopen nog een stuk verder naar boven en dat levert een fantastisch uitzicht op de krater.

Vanaf het uitkijkpunt zien we dit.

Het is wel apart om het bijzondere uitzicht op de krater te bewonderen. Hoeveel foto’s zouden hier al gemaakt zijn van deze vulkaan?

Op enkele plekjes zie je de gele zwaveldampen uit de vulkaan komen. Er zijn borrelende modderpoelen met een temperatuur van wel meer dan 100° C. En een tip voor avonturiers: het is uitkijken waar je loopt want er zijn stukjes waar je weg kunt zakken in de dampende modder.

De weg terug gaat via een stuk bos naar een grote parkeerplaats. Daar is het erg druk met winkeltjes, restaurantjes en opdringerige verkopers met (door zwavel) geel gekleurde steenbrokken, kettingen van halfedelsteen en andere snuisterijen.

Als je de stukjes gele zwavel meeneemt is de kans groot dat dit vergaat in poeder. Pak dus heel voorzichtig in.

 

Er bestaat een 'legende van Tangkubanprahu.' Over de opvallende vorm van de vulkaan bestaat de volgende legende, een Indonesisch Oedipusdrama:

"Prins Sangkuriang heeft zonder het te weten zijn vader vermoord. Na jaren in den vreemde te hebben rondgedoold, keert hij terug en wordt verliefd op een vrouw, Dayanng Sumbi (zijn moeder die door de goden gezegend is met eeuwige jeugd). Zij herkent hem in eerste instantie evenmin, maar strelend door zijn haar stuit ze op een litteken dat zij hem zelf bezorgd heeft. Zij moet zich nu listig uit de affaire zien terug te trekken en geeft haar zoon een in haar ogen onmogelijke opdracht. Hij moet in één nacht vóór zonsopgang een diep meer graven en een schip bouwen waarop zij dan straks getweeën de huwelijksnacht kunnen doorbrengen. De hartstocht van de zoon voor zijn aanstaande bruid is groot want met behulp van een handjevol geesten en demonen vordert het project en dreigt op tijd gereed te komen. De moeder verzoekt de goden wanhopig om bijstand en de zonsopgang vindt een paar minuten eerder plaats dan gebruikelijk. Sangkuriang geeft daarop woedend een schop tegen de boot die in omgekeerde vorm blijft liggen. Dit is de sluimerende vulkaan Tangkubanprahu, die voortdurend in de gaten wordt gehouden door een seismologische observatiepost in de buurt."

 

 

Na de afdaling in de krater van de Tangkubanprahu rijden we naar Cipanas (een stadje in het regentschap Cianjur).

Cipanas staat bekend als kuuroord. Wij rijden naar de warmwaterbronnen van Ciater.

In de Ciater Spa Resort kan men zich in een van de twee bassins met heet water (39° en 42°C) laten zakken om de pijnlijke spieren te ontspannen.

Het zwavelhoudende water is heel zout maar ruikt niet naar zwavel. Het is er heerlijk relaxen.

En we krijgen hier ook een lekkere lunch aangeboden.

Volgend deel  :  Yogyakarta en Prambanan

Maak jouw eigen website met JouwWeb