Wandelen in een ongerept stuk natuur
De zuidelijke Ardèche was betoverend mooi. We blikken tevreden terug op de eindeloze, schitterende tochtjes met de auto over lange slingerende (berg)weggetjes. Die leidden ons langs ruïnes, kasteeltjes, betoverend mooie grotten en door vredige dorpjes afwisselend met betoverend mooie landschappen.
De plaats waar we nu zijn is één van de mooiste gebieden van Noord-Ardèche en staat vooral bekend om haar prachtige natuur.
We hoeven niet in Patagonië te zijn, maar dichtbij Sainte-Eulalie en de Mont Gerbier-du-Jonc. We zoeken niet naar de bronnen van de Nijl, maar verfrissen (of laven) ons met het water van de Loire. Deze streek geeft ons een mooi geschenk: hier vloeit een koninklijke rivier uit de bodem en tussen het gesteente: de Loire.
Dit deel van de Ardèche geurt naar de Auvergne. Doordat het departement van noord naar zuid de westelijke grens vormt, is de invloed op meer dan één vlak overduidelijk. Hier komen we niet 'de mooiste dorpen' van het departement tegen, maar de natuur maakt een enorme indruk. We laten de auto staan aan de kant van een klein weggetje en maken een wandeling.
Een deel van het landschap rond deze miljoenen jaren oude koepelvulkaan bestaat uit weilanden, een ander deel uit ongerepte natuur.
We genieten van adembenemende vergezichten. De heerlijke stiltes zijn nog waarneembaar. Massa toerisme is hier niet.
Dit is de natuur in zijn puurste vorm!
Hier is veel in zijn oorspronkelijke ruwe staat gebleven, bijna zonder enig spoor van menselijke inmenging. Er is weinig landbouw, aangezien we hier bijna voortdurend op een hoogte van 1000- 1500 meter zijn. Dit gebied is onderhevig aan het klimaat en de lange winters.
De natuur bleef intact en was nooit genoodzaakt haar rechten op te eisen, omdat die nooit zijn geschonden.
Wat de bergbewoners betreft, ze zijn gering in aantal, maar houden met volle overtuiging van hun land. De weersomstandigheden zijn hier immers veel moeilijker dan in het zuidelijk deel van het departement. Hier wonen is dan ook vaak een weloverwogen keuze.
Net als dit woeste en verlaten landschap, zijn de bewoners ook trots en taai. Oude, met brem gedekte huizen, boerderijen met dikke stenen muren (als die van een kasteel), vreemde vulkanische sucs die uit een ander tijdperk stammen, vergeten valleien, ver van de moderne bedrijvigheid …
In de zomer zoekt de bevolking dan ook eerder de zon dan de schaduw op. En als in de winter de 'burle' blaast, dan krommen de mensen de rug en versnellen ze de pas. De echte liefhebbers behoeden het erfgoed van granieten boerderijen met een dak van brem of platte stenen.
De vlakten staan in de lente groen en vol bloemen. In de winter is het landschap wit, met hier en daar een groepje bomen die tegen wind en felle kou bestand zijn.
Enkele kleine dieren hebben hier hun leefgebied, zoals de alpenwatersalamander, de marmot en de hermelijn (die steeds zeldzamer wordt).
Het is hier een afgescheiden, maar tevreden wereld, teruggetrokken, maar niet afgesloten. De afgelegen plaatsen worden bevolkt door mensen die solidair zijn aan elkaar. Met de ontwikkeling van het groene toerisme, gestimuleerd door plaatselijke deelnemers die vol dynamiek en creativiteit zijn, wordt de Montagne Ardèchoise weer op de kaart gezet.
De meeste boerderijtjes en huisjes leunen nonchalant tegen de zuidkant van de berghellingen en baden in een overvloed aan zonlicht.
Elk huis met zijn eigen bedoeninkje en tevreden bewoners.
De Ardèche is ook één van de departementen met de grootste rijkdom aan dieren en planten. Qua bloemen zijn er voornamelijk veel gentianen, primula’s, wilde viooltjes, arnica’s en de goudgele brem.
In de vroege zomer verandert de hoogvlakte in een eindeloze bloemenzee. Hier groeien ook geneeskrachtig planten als valkruid, kaasjeskruid en sint-janskruid.
Wat een prachtige streek is dit. We hebben genoten en rijden voldaan verder ...
door het kleine centrum van een typisch dorpje ... naar ons logement in Vals-les-Bains
Volgend deel : Thueyts en de Pont du Diable