Sevilla : El Arenal en stierengevechten

 

Na onze wandeling in de wijk Santa Cruz gaan we uitwaaien langs het water. Wie Sevilla van een andere kant wil bewonderen en tegelijkertijd een koel briesje weet te appreciëren, kan uitwaaien langs de kades van de Guadalquivir, de rivier die de stad doorklieft.

De rivier gaat over in een kanaal en is zo via een 70 km lange vaarweg met de zee verbonden. In het verleden speelde de haven van Sevilla een belangrijke rol in het handelsverkeer tussen Spanje en Amerika. Het is nog steeds een van de drukste rivierhavens van Spanje. De rivier speelt niet meer zo’n grote rol in het stadsleven, nadat hij in de 17de eeuw dichtslibde. In die tijd was El Arenal een beruchte, door de stadsmuren omgeven onderwereld. De rivier werd net op tijd voor Expo ’92 weer in zijn oude, bevaarbare glorie hersteld.

De oostelijke oever werd dank zij een door bomen beschaduwde promenade met prachtig uitzicht op de overkant, een leuke plaats voor velen.

De brug over de rivier brengt ons naar andere wijken en leuke plaatsjes met veel bezienswaardigheden

Vanop de brug zien we de 13de eeuwse Torre del Orro in al zijn glorie staan. Ook dit gebouw is een symbool van Sevilla.

In de Moorse tijd maakte de gedrongen twaalfhoekige toren deel uit van de verdedigingsmuur die de Real Alcázar verbond met de rest van de stad.

Hij is in 1220 als wachttoren gebouwd, toen Sevilla door de Ahmohaden werd bestuurd. De tweelingtoren aan de andere kant van rivier is al lang verdwenen.

Er werd vroeger een ketting tussen beide torens gespannen om te voorkomen dat schepen de rivier op vaarden. Het was een soort fort aan de rivier, dat de scheepvaart controleerde. In 1760 werd het kleine torentje erop gezet.

Het dak van de toren was vroeger bedekt met goudkleurige tegeltjes (azulejos). Dat verklaart de naam Torro del Oro (gouden toren).

Sommige bronnen beweren dat de naam er ook kwam vanwege de schatten uit de Nieuwe Wereld die er werden uitgeladen.

De stoere wachttoren promoveerde, na een carrière werd als kapel, achtereenvolgens als gevangenis, als buskruitopslagplaats en als havenkantoor.

Nu is de toren een karakteristiek stadszicht. In deze gekanteelde Moorse toren uit de 13de eeuw, die de haven moest beschermen, is het Museo Marítimo (maritiem museum) gevestigd.

 

Aan de Torre del Oro bevindt zich nu de ook startplaats voor een rondvaart op de Guadalquivir of rondrit met toeristenbus

’s Avonds zijn de brug en de Torre del Oro mooi verlicht

In El Arenal, de minder toeristische wijk en vooral een woonwijk met een paar leuke straten, is de arena gevestigd waar de stierengevechten plaatsvinden. Sevilla mag dan vele uitzonderlijke plekken tellen, het kloppende hart van de stad is onbetwistbaar de Plaza de Toros de la Maestranza.

De verblindend witte arena, Plaza de Toros de la Maestranza, bepaalt de sfeer. Hier houden de Sevillianen al meer dan twee eeuwen lang hun corridas. De vele bars en wijnkelders zijn in het seizoen van de stierengevechten overvol.

Alleen de voorkant van het complex is zichtbaar, vooral vanop de brug, de oever van de rivier of vanaf de drukke boulevard, Paseo de Colón.

Het gebouw heeft een barokke gevel in wit en oker.

Verder is de beroemdste stierenarena van Spanje helemaal ingesloten door woon- en winkelpanden, bars en restaurants.

 

De arena is ongetwijfeld één van de oudste en, volgens kenners, ook een van de allermooiste stierenarena’s die Sevilla rijk is. La Maestranza werd gebouwd in de jaren 1758-1881. Deze beroemdste stierenarena van Spanje heeft alle grote matadors de revue zien passeren.

In de Plaza de Toros de la Real Maestranza is de statige arena voor het stierengevechten, wat het Wembley is voor het voetbal.

Dit 18de eeuwse, naar paarden-geurende heiligdom bundelt de passie die de hele stad al generaties lang begeestert. De zon schijnt er genadeloos hard, en toch zijn alle 12.500 zitjes vanaf april tot en met oktober telkens weer gevuld met laaiend enthousiaste stedelingen die hun toreador naar de overwinning schreeuwen.

 

Wij gaan een kijkje nemen ...

Stierengevechten worden, volgens sommigen, minder populair maar de zonovergoten arena met zijn helder witte muren, bloedrode hekken en genadeloze zandvlakte bepaalt onmiskenbaar de hartenklop van de stad. Ook als je een tegenstander van stierengevechten bent, is deze arena zeker een bezoek waard.

Weinig Spaanse gebruiken zijn zo controversieel als het stierenvechten. Ik heb een afkeer voor het doden van stieren (vooral omdat de strijd wel heel ongelijk is), maar velen hebben een mateloze bewondering voor het spektakel dat een goede, professionele corrida kan opleveren. Anderen vinden de observatie van het publiek tijdens een corrida interessanter dan de corrida zelf. Er wordt mij verteld dat ‘wie het nooit heeft meegemaakt, heeft ook geen recht van spreken heeft’.

Wij proberen ons bij elke reis in te leven in de plaatselijke gewoontes en gebruiken. Maar ik weet zeker: 'Het stierengevecht meemaken staat NIET op mijn verlanglijstje'.

Wie zoveel drama niet meester kan of geen ticket meer kon bemachtigen, beperkt zich best tot een rondleiding met gids. En dat spreekt ons wél aan.

Rondleidingen beginnen bij de hoofdingang aan de Paseo de Colón. Aan de westkant zien we de Puerta del Principe (de Prinsenpoort), waardoor alleen de beste matadors op de schouders van hun bewonderaars naar buiten worden gedragen.

De gids brengt ons naar de arena. We kunnen die aanschouwen vanaf de zitplaatsen. Ze vertelt ons dat, in tegenstelling tot veel andere arena’s, die van Sevilla niet helemaal rond is.

Ik zie het in gedachten zo voor me: daar zitten Andalusiërs, gekleed op hun paasbest voor een avondje stierenvechten. De señoritos in maatpak en zonnebril, de dames in hun fleurige opwaaiende en dure zomerniemendalletjes en de elegantie waarmee zij gekleed gaan is in schril contrast met de wreedheid en de agressie van het spektakel in de ring.

Via de enfermería (eerste hulp) bereiken we een museum, dat is gewijd aan de geschiedenis van het stierengevecht in Sevilla.

Via de enfermería (eerste hulp) bereiken we een museum, dat is gewijd aan de geschiedenis van het stierengevecht in Sevilla.

 

De rondleiding voert vervolgens naar de kapel waar matadors bidden voor hun overwinning.

De sport, of kunstvorm zoals ze het in Andalusië noemen, blijft omstreden, maar mocht je interesse hebben: het seizoen start op Eerste Paasdag (tijdens de Feria de Abril) en eindigt op 12 oktober op de 'dia de la Virgen del Pilar'.

 

Vlakbij de Plaza de Toros, ligt het nieuwe Teatro de la Maestranza. Het operagebouw en theater opende zijn deuren in 1991.

Het biedt plaats aan 1800 mensen en lijkt een beetje op een arena. Er treden vaak internationale gezelschappen op. Hier speelt het Symfonisch orkest van Sevilla, een goed geïnformeerd publiek geniet van opera, klassieke concerten en balletuitvoeringen.

Er hangt een affiche uit van de opera Carmen. De tarieven van de verschillende plaatsen hangt aan de ingang van het theater.

 

In volgend deel gaan we naar de wijk  Triana, de zeeman- en zigeunerwijk, aan de andere kant van het water.