Cómpeta, wit dorp in Andalusië

Vorig deel: Oost-Andalusië ontdekken en beleven

 

We hebben de huurauto afgehaald en rijden meteen de ruwe Sierras van de Alhama, Tejeda en Almijara in.

Ze vormen een natuurlijke grens tussen de provincies Málaga en Granada. Het hoogste punt is de 2066m hoge Maromapiek.

Steile rotshellingen bedekt met dennen, spitse bergkammen, diepe ravijnen en kronkelende bergbeekjes zorgen voor adembenemende landschappen.

De dorpjes van dit gebied waren vroeger een paradijs voor bandoleros (struikrovers) en later tijdens de Spaanse Burgeroorlog voor anti-Franco rebellen.

Ze hebben hun Moorse karakter bijna ongeschonden bewaard.

Het mooie bergdorp Cómpeta ligt op 640 meter hoogte. Het is een van de bekende pueblos blancos (witte dorpen) en meteen onze eerste verblijfplaats.

Er stromen verschillende riviertjes doorheen. Ver weg van het massatoerisme heeft het zijn Spaanse cultuur en Mediterrane levensstijl behouden. Hier proeven we het 'echte' Spanje. Voor natuurliefhebbers, zoals wandelaars en fietsers, is het een paradijs. De verschillende riviertjes die door Cómpeta stromen vormen een startpunt voor veel wandel- en fietsexcursies.

Het dorp stamt al van voor de 15e eeuw en ondanks aardbevingen zijn de Moorse invloeden nog duidelijk zichtbaar.

Als we door de smalle, slingerende straatjes met balkons vol met bloemen en witgekalkte huizen wandelen, hebben we het gevoel dat de tijd is stil blijven staan.

De citrusvruchten bloeien en groeien in de voortuinen. Je zou ze zomaar kunnen plukken bij het voorbij wandelen :-)

Het stadhuis van Cómpeta

Op het belangrijkste en sfeervolle plein in het centrum, La Plaza Almijara, staat de mooie dorpskerk La Asunciön. Ze werd in de 16de eeuw gebouwd in de Baroque-Mudejar stijl en is heel bijzonder vanwege de mooie beelden.

Langs de buitenmuur van de kerk is een, in tegels weergegeven, beeldverhaal van de geschiedenis van Cómpeta.

De kerk is gesloten, we kunnen het mooie interieur dus niet bezichtigen.

Het pittoreske dorp ligt aan de Ruta del Sol y Vino (wijnroute). Rondom wordt het landschap gekenmerkt door bergen met olijf- en fruitbomen en vele wijngaarden, waar de zoete Málaga-wijn geproduceerd wordt. Het voor- en najaar zijn ideale jaargetijden met dagtemperaturen van ca. 20–25 graden. Maar ook in de winter zijn de temperaturen nog aangenaam. In deze regio schijnt de zon meer dan 300 dagen per jaar.

Er zijn meer dan 25 restaurants en bars die een grote variatie traditioneel spaans eten en de alom bekende tapas aanbieden. En er is ook een wijnmuseum met een restaurant, waar men de lokale wijn meteen tijdens een maaltijd kan proeven.

 Hieronder een beeld van het hotelletje waar we drie nachten zullen verblijven om van hieruit de streek te verkennen.

 

Cómpeta biedt de ontspannen rust van een Andalusisch dorp.

Elk jaar op 15 augustus viert men hier de 'Noche del Vino' (nacht van de wijn). Dan worden 's middags, op het Plaza de la Vendimia op traditionele wijze de druiven gestampt en er is voldoende gelegenheid om de beroemde wijn en lokale hapjes te proeven. Er zijn optredens van flamencodansers op divers podia en er wordt tot diep in de nacht gefeest.

 

Volgend deel : Het meer van Viñuela