Reims en Champagne

Reims is de enige stad met champagne onder en boven de grond.

120 kilometer aan wijnkelders herbergen miljoenen flessen feestwijn en op de terrassen knallen de kurken.

Het is ook  de enige stad ter wereld is waar je champagne op alle straathoeken kunt zien, ruiken en proeven.

Maar Reims biedt veel meer dan dat. Mensen die niet houden van champagne kunnen in Reims terecht voor heel wat cultuur.

Het is een zeer oude stad waarvan de geschiedenis teruggaat tot voor onze jaartelling. Er zijn dan ook nog Romeinse overblijfselen te zien.

Porte de Mars

Aan de kleine ring rond Reims staat deze triomfboog in Korintische stijl. Ze dateert uit de 3de eeuw en was in die tijd de grootste boog van het Romeinse Rijk. De boog is 32 m lang en 13,5 m hoog. Hij werd vernoemd naar een nabijgelegen tempel voor de god Mars. Volgens de overlevering hebben de inwoners van Reims de boog gebouwd als dankbetoon aan keizer Augustus, wiens generaal Agrippa nieuwe wegen aanlegde in de stad.

Tot in 1544 heeft de boog nog dienst gedaan als officiële stadspoort. Ze werd in volledig gereconstrueerd. In de 18de eeuw werd de stadsmuur gesloopt

De bogen zijn van binnen versierd met bas-reliëfs waarop met enige moeite Jupiter en Leda, en Romulus en Remus te herkennen zijn.

Onder het middelste gewelf kan men nog de diepe sporen van de wielen zien.

Reims is ook een rijke stad waarvan de machtige kathedraal nog steeds een stille getuige is.

Kathedraal Notre-Dame

We zijn in het historische hart van de stad beland. En in deze stad kan je niet om de 13de eeuwse  kathedraal heen, met zijn bijna 150 meter de langste kathedraal van Frankrijk. Dit imposant gebouw kan je vergelijken met de Notre-Dame in Parijs. Bovendien staat hij op de lijst van Unesco werelderfgoed.

Nadat de vorige kathedraal volledig werd vernield door een brand, begon men in 1211 met de bouw van de huidige kathedraal. Tot in 1825 werden bijna alle Franse koningen gekroond en gezalfd in de kathedraal van Reims, een traditie die teruggaat tot de doop van Clovis.

Tijdens de eerste Wereldoorlog, in 1918, werd de kathedraal (en veel vakwerkhuizen rondom) bijna volledig verwoest door Duitse artillerie.

Vanaf 1920 is de wederopbouw begonnen, maar met het voorbehoud dat de huizen niet in hun oorspronkelijke middeleeuwse stijl mochten worden gebouwd.

(deze foto dateert uit 2006, waren er werken in de straat vóór de kathedraal).

De imposante westgevel en het bekende beeldhouwwerk maken het gebouw tot een van de voornaamste gotische kathedralen.

Binnen- én buitenkant ademen geschiedenis, maar het speciale is dat het glaswerk tegelijk 13de-eeuws én modern is.

De grootste aantrekkingskracht gaat uit naar het machtige roosvenster van 12,5 m diameter.

Ook  andere gebrandschilderde ramen zijn mooi, net als de catechismus die werd afgebeeld in 2303 beeldjes.

Halverwege de kathedraal wordt in het raamwerk de champagnecultuur verbeeld: druiven, plukken en persen; het komt allemaal terug in het glas-in-lood, aangebracht in de jaren ’50. (foto hieronder)

En helemaal achterin de kathedraal zijn de glas-in-lood ramen van Marc Chagall te bewonderen. Deze werden gemaakt in de jaren ’70. (foto's hieronder)

Wij waren al verschillende keren in Reims, maar in 2011 maakten we ’s avonds het lichtspektakel mee. We hebben er genoten van het mooie lichtspel, geprojecteerd op de kathedraal. Dat ging gepaard met de daarbij passende mystieke muziek.

Het was moeilijk om 'deftige' foto's te maken van het lichtspel: er was zoveel variatie, het liep zo snel in elkaar over ... 

Reims heeft naast deze bekende gebouwen héél wat meer moois te bieden!

Volgend deel: We wandelen verder in Reims.