Wie gaat mee naar Tielt?

 

Ik wil jullie meenemen naar 'mijn' Tielt (West-Vlaanderen).

  • de stad waar ik geboren ben
  • de stad waar ik school liep
  • de stad waar ik woonde en werkte
  • de stad waar ook mijn kinderen werden geboren en opgroeiden, en waar ook zij naar school gingen
  • de stad waar ik tot op heden nog woon en waar ik me goed voel.

Als ik vertel over Tielt, dan heb ik het ook over de deelgemeenten (Aarsele,  Kanegem en Schuiferskapelle).

Mijn ouders woonden in Aarsele en daar heb ik mooie kinder-en jeugdjaren beleefd. Nu woon ik in de stad Tielt zelf.

Tielt is GEEN grootstad : Op 1 januari 2012 bedroeg het inwonersaantal 19.919.

De verdeling zag er ongeveer als volgt uit: Tielt: 14.753 - Aarsele: 2.975 - Kanegem: 1.148 - Schuiferskapelle: 1.043.

 

Welkom in Tielt

Te midden van een zachtgolvend landschap en op een boogscheut van Gent, Kortrijk en Brugge ligt Tielt, een stad op de hoogte. Het is een verborgen parel die je moet ontdekken. Want troeven hebben we in overvloed!

Tielt vormt, samen met de deelgemeenten, een stad waar het aangenaam vertoeven is. De link stad-platteland werkt bijzonder goed. Tielt bevat heel wat stedelijke voorzieningen met een regionale uitstraling. Dit in combinatie met een charmant en uitnodigend platteland, zorgt ervoor dat wonen, werken en dagtrips in Tielt zeer gevarieerd en verrassend is.

Mijn stad is sfeervol, er zijn historische monumenten, gezellige groene hoekjes, de visvijver,  ruime parkeergelegenheid, winkels en talrijke culturele, jeugd- en sportactiviteiten.

Tielt mag zich terecht Europastad met een waardevolle geschiedenis noemen. De fiere Hallentoren herinnert aan een roemrijk verleden. Tielt is een stad vol verhalen, een stad met een jarenlange Europese traditie, een stad met een knipoog naar de toekomst

Klein beetje geschiedenis

Bij opgravingen in het centrum van Tielt (in 2005) vond men Romeinse scherven en ook in de omgeving van Tielt werden sporen van menselijke aanwezigheid in de Gallo-Romeinse periode gevonden (3de – 4de eeuw). De ‘parochie’ Tielt ontstond in de eerste helft van de 9de eeuw.

In 1245 liet Margaretha van Constantinopel aan de oostzijde van de markt een hospitaal bouwen. Zij verleende haar zus Johanna het recht om wekelijks een markt te organiseren. In 1275 mocht de stad zijn lakenhalle bouwen op de markt ten westen van het hospitaal.
De bewoningskern groeide uit tot een handelscentrum en verwierf in de 13de eeuw het statuut van stad.  Door de bouw van de lakenhalle werd de lakenhandel en –nijverheid de belangrijkste bedrijvigheid van de stad.

Tielt bestond uit twee delen : het centrale Tielt-binnen en de 4200 ha platteland van Tielt-buiten. Behalve de textielnijverheid, en vanaf de 12de eeuw meer specifiek de wolnijverheid, bracht ook de landbouw geld in het laatje.

In 1393 verleende Filips de Stoute toestemming om een jaarmarkt te houden en dat was de aanzet van een evolutie die de stad in het midden van de 16de eeuw het centrum maakte van de vlasindustrie.

In 1565 kreeg de stad van Filips II toestemming voor het bleken en opzetten van een groothandel in linnen. Militaire gebeurtenissen en de verschuiving van de economische activiteit naar Kortrijk riepen de bloei echter een halt toe.

Na deze bloeiende tijden keerde het tij, want op het einde van de 16de eeuw velde een pestepidemie een groot deel van de bevolking en de binnenstad (de kerk en meer dan 60 huizen) werd door een brand vernield. Op het einde van de 17de eeuw kreeg men dan nog met een hongersnood te kampen, zodat het aantal inwoners nogmaals sterk terugliep.

Toch slaagde de stad erin om ondanks alle tegenspoed, (in 1624) Minderbroeders binnen te halen. Zij begonnen in 1686 een Latijnse school, het latere Sint-Jozefscollege (sinds 1/09/1999 verbroederd met een andere school).

In de 18de en 19de eeuw (1750 – 1850), groeide de bevolking sterk aan. Tielt kreeg betere verbindingswegen en werd een belangrijk handelscentrum. De mensen haalden hun inkomen uit de landbouw en schakelden over op het verbouwen van aardappelen of op de huisnijverheid met spinnen en weven. Maar het koppig vasthouden aan het pre-industriële model en de mislukte oogsten van tarwe, aardappelen en rogge dompelden de bevolking in 1845-1848 in armoede. Pas vanaf het begin van de 20ste eeuw beleefde Tielt haar hoogtepunt door de textiel- en schoennijverheid.

Tijdens de Eerste wereldoorlog koos het Duitse leger Tielt als hoofdkwartier voor het 4de Duitse leger. In het hoofdkwartier van hertog A. von Württemberg en later generaal F. Sixt von Arnim werden belangrijke beslissingen genomen. Zij waren de burgerlijke bestuurders van bezet Tielt. Vele burgerhuizen en openbare gebouwen werden door de Duitse bezetter ingepalmd. Er heerste een uiterst streng militair regime met opeisingen, huiszoekingen en deportaties. Het was een enorme opluchting, toen op 19 oktober 1918 de Belgische driekleur opnieuw aan de hallentoren wapperde. Heel wat herenhuizen herinneren aan deze donkere periode in de Tieltse geschiedenis.

Bij de inval van de Duitsers in 1940 leed het centrum onder bombardementen. In september 1944 werd Tielt door Poolse pantsertroepen onder leiding van Generaal Maczek bevrijd.

Aanvankelijk leek het erop dat Tielt de naoorlogse periode zou ingaan als een enigszins indommelende stad, maar in 1959 veranderde dit imago, want Tielt pakte uit als Europastad en verbroederde met enkele buitenlandse steden.

  • Brignoles in Frankrijk
  • Bruneck/Brunico in Italië
  • Gross Gerau in Duitsland
  • en later met Szamotuly, de Poolse stad.

Door deze verbroederingen herwon Tielt met grandeur zijn dynamiek van weleer

Sinds het einde van de jaren 1960 geniet Tielt, dankzij het Theater Malpertuis een stevige culturele reputatie. De culturele uitstraling werd met de komst van het Cultureel Centrum Gildhof (1980) alleen maar groter.

KORTOM : De stad kende een rijke en bewogen geschiedenis, waarvan heel wat knappe monumenten getuige zijn. De sierlijke Hallentoren, de dekanale Sint-Pieterskerk, het Huis Mulle de Terschueren, de Minderbroederskerk, statige herenhuizen, de talrijke Poolse herdenkingsmonumenten, kortom een waaier aan erfgoed.

Ontdek ze tijdens de Erfgoedwandelroute, op zoek naar sporen van toonaangevende families en Poolse troepen.

Tielt als onderwijsstad

Tielt is een échte onderwijsstad. Ongeveer 9000 mensen volgen een of andere opleiding of cursus in onze stad. Er zijn zeven basisscholen – zes secundaire scholen, campussen van twee hogescholen, twee academies en drie centra voor volwassenenonderwijs.

In de stedelijke Academie voor Muziek en Woord is iedereen welkom: kinderen, tieners en volwassenen. Buiten de school- en werktijden kan je terecht voor een verrijkende en ontspannende opleiding in de muziek- of woordkunst. Op een speelse en ongedwongen manier wordt je wegwijs gemaakt in de wondere wereld van klank, ritme en woorden.

De stedelijke kunstacademie is er voor al wie buiten de school- of werktijden, zich creatief wil uiten in kleuren, lijnen, vormen en dimensies. En het maakt niet uit hoe oud je bent (kinderen, jongeren of volwassenen). Er wordt gewerkt met verf, klei, steen, fotopapier en nog veel meer. Maar ook doodgewoon: met stokjes, een eindje touw en een pakje dromen... In de Kunstacademie ontdek je je verborgen kantjes.

 

Tielt en het ziekenhuis

Het Sint-Andriesziekenhuis is een loco-regionaal ziekenhuis, gelegen aan de rand  van het centrum. Het verzorgingsgebied of hinterland strekt zich uit over 10 gemeenten. Hiermee bedient het ziekenhuis een bevolking van ongeveer 105.000 inwoners.

Tielt en zijn bezienswaardigheden.

1. De Hallentoren (of wat van de vroegere lakenhal, het schepenhuis en het belfort rest) beheerst de markt. De kern van het renaissancegebouw is 17de eeuws. Het werd in 1985-1986 gerestaureerd, net als de klokken van de Du Merybeiaard van 1773. Eind 18de eeuw genoten de broeders Du Mery (uit Brugge) een ongelooflijke faam als klokkengieters. Tijdens de zomermaanden organiseert het stadsbestuur beiaardconcerten. De markt is dan de ideale plaats om te luisteren naar een uurtje muzikaal talent van eigen bodem. De terrasjes zitten vol en terwijl men geniet van een drankje of hapje weergalmen de beiaardklanken over de stad.

Aan de voet van de Hallentoren staat Olivier De Neckere, de geslepen rechterhand van Lodewijk XI. Olivier (den duivel) stierf aan de galg. (meer hierover in deel 2 - de verhalen van Tielt)

2. Het stadhuis : de gevel van het neoclassicistische gebouw werd ontworpen in 1873-1874 en gerestaureerd in 1993-1994. In het stadhuis hangt een mooie collectie schilderijen.

Dichtbij het stadhuis staat een tweede standbeeldje nl. het bronzen beeldje van, de in Tielt doodgemartelde heks, Tanneken Sconynx. De beeldhouwer laat haar als een engel ten hemel varen.  (ook meer hierover in deel 2 - de verhalen van Tielt)

3. Tussen de markt en de kerk bevindt zich de overdekte doorgang Sint Stanislaspoort, die in de volksmond Spuyssenshol wordt genoemd. Het beeldhouwwerk en de opschriften herinneren aan de bevrijding van de stad door Poolse troepen in september 1944.

4. Op het Maczekplein vind je het stedelijk zwembad en de Europahal (een polyvalente grote zaal die plaats biedt aan  450 à 1400 personen). In dit gebouw hebben allerhande activiteiten plaats (voor jong en oud). Maar op dit plein staat eveneens de Shermantank, als hulde aan de Poolse bevrijders.

5. Kerken : de Sint-Pieterskerk (foto links) met achtkantige toren van 62 m stamt uit 17de en 18de eeuw. Dit is het hoofdkerk van onze stad. Ga eens binnen een kijkje nemen naar de rocococommuniebank (1765) van Pieter Cools, een indrukwekkende rococopreekstoel (1857) van de gebroeders Debosschere en mooie 17de en 18de eeuwse schilderijen, zoals bv. de kruisafneming (1700) naar P.P. Rubens. En vergeet niet naar de glasramen te kijken.

De Onze-Lieve-Vrouwkerk (foto rechts)  is een totaal ander gebouw. Het is een veel modernere kerk, die dateert van 1936-1938. Tegen de gevel staan 5 beelden van een plaatselijke kunstenaar. Ook het 11 meter hoge Christusbeeld boven het hoogaltaar is van diezelfde artiest.

Er zijn ook nog de Minderbroederskerk, de kleinere Sint-Jozefskerk en de 3 kerken van de deelgemeenten.

 

6. Het schilderachtige huisje in vakwerk, nl. Oud Thielt dateert van het begin van de 20ste eeuw. Ga hiervoor naar de Krommewalstraat

 

7. Een gids leidt je langs de verschillende herenhuizen waar een verhaal aan verweven is. Over één wil iets meer vertellen nl. het beschermde neo-classistische woonhuis met koetshuis Mulle de Ter Schueren (1824). Het huis herbergde vroeger het bezoekerscentrum en de toeristisch info-centrum. Nu is dat ondergebracht naar het stadhuis.

foto rechts : het vroegere koetshuis

 

8. De stadsschouwburg, ook het Cultuurcentrum Gildhof genoemd, organiseert jaarlijks een programma waarin actualiteit en kwaliteit centraal staat en dat een ruim publiek aanspreekt. Van hedendaagse podiumkunsten voor kinderen, jongeren en volwassenen, over beeldende kunst en film tot volwassenenvorming : iedereen kan er boeiende en zinvolle ervaringen opdoen.

De stad biedt een programma aan met bekende artiesten en gezelschappen, maar er is ook plaats voor opkomend en vernieuwend talent. De schouwburg biedt plaats aan 500 personen.

Het Cultureel Centrum omvat ook het professioneel gezelschap Theater Malpertuis met interessant  artistieke impulsen.

Kom en geniet in Tielt van : theater – muziektheater – dans (theater) – Nederlandstalige- en internationale muziek – comedy – cabaret – circustheater – familievoorstellingen – ciné

 

9. Even verpozen in het stadspark of in het park op het Hulstplein is rustgevend. Er is ook elk jaar een dag van het park. De stedelingen brengen hun picknick mee, er staan standjes met eten en drank, er is muziek, de sfeer is heel plezant  ..  die verbroedering schept banden

 

10. Daarnaast zijn nog vele kleinere, maar daarom niet mooiere bezienswaardigheden,waar een verleden aan verbonden is, zoals bv. Villa Clemence, oorlogsmomunent, het stoktkapelleke … misschien ga je best een kijkje nemen bij volgende link om meer te zien.

http://www.tielt.be/site/Toerisme/Bezienswaardigheden.aspx

 

Voor dagtrips en groepsbezoeken

Niet is zo leuk dan in uw favoriet gezelschap Tielt te verkennen. Het aanbod is gevarieerd, de keuze des te moeilijker. In onze Dienst voor Toerisme adviseren wij het groepsarrangement die het beste aan je wensen voldoet. Het aanbod kan je combineren zoals je het wenst. Ook zijn er mogelijkheden om via de Dienst voor Toerisme je middag- of avondmaal te reserveren (kostprijs voor de gids is dan inbegrepen). Ook kunnen wij zorgen voor een koffie bij aankomst, een pannenkoek, een boterham met streekbieren… je zegt het maar.

http://www.tielt.be/site/Toerisme/Dagtrips.aspx

 

Puur genieten in Tielt

Niets is leuker dan dichtbij huis genieten van mooie landschappen, leuke uitjes en van lekker eten. Je bent van hart welkom in Tielt om samen met je gezin of met je favoriete gezelschap heerlijk te ontspannen in onze cultuurhistorische stad met een charmant platteland. We verleiden je alvast met knappe wandel- en fietsroutes, gezellige terrasjes en met leuke belevingspunten onderweg.

Tijdens je tocht doorheen het Tieltse landschap kom je langs de 5 molens, die deel uitmaken van de molenlandroute (Poelbergmolen, Delmerensmolen, Mevrouwmolen, Artemeersmolen en Capellemolen).

http://www.tielt.be/site/Toerisme/DienstvoorToerisme.aspx

 

Ik geef een paar tips:

Tip 1 : start je streekverkenning in het 'streekmuseum Tielt en regio'

http://www.tielt.be/site/Toerisme/BezoekerscentrumTieltenregio.aspx

Het streekbezoekerscentrum Tielt en regio is hét ideale vertrekpunt voor jouw streekverkenning. Je maakt er niet alleen kennis met de toeristische troeven van de stad, je krijgt er ook een ruim aanbod van alle fiets- en wandelroutes uit de regio. Filmbeelden van historische figuren, leuke weetjes en virtuele fietstochten verruimen ongetwijfeld je blik. Fietsen huren kan in de bijhorende dienst voor toerisme. En voor een gezinsfietstocht ben je hier ook aan het juiste adres.

Tip 2 : Poelbergsite

Vanuit het bezoekerscentrum kan je gemakkelijk (4 km) fietsen of wandelen naar de Poelbergsite. De Poelberg vormt een knooppunt van heel wat fiets- en wandelroutes. De nijdige klim is beslist de moeite waard. Eens boven kan je genieten van een mooi panorama waar je in de verte te torens van de stad ziet uitsteken.

In het centrum krijg je een multimediale en gevarieerde kennismaking met de geschiedenis van het gebouw, het dagelijkse leven in het vroeger plattelandsschooltje en het reilen en zeilen van de landbouwgemeenschap.

De picknickluifel nodigt je uit voor een leuk moment en de brasserie betovert je met lekkers uit de regio. Voor de kinderen is er een aangename speelweide.

http://www.tielt.be/site/Toerisme/Poelberg.aspx

Tip 3 : slingeren langs de deelgemeentes

Een individuele of gezinsvriendelijke fietstocht langs de deelgemeenten is een aanrader. Je kan een keuze maken uit één van de knooppuntenroutes : Brugse Ommeland Zuid, het Landbouwleerpad en fietsen langs de malende molens.

Je komt door de gezellige dorpskernen van :

* Aarsele met zijn mooie kerk in neogotische stijl (1779) – de stenen Delmerensmolen of Termotes molen, een bergmolen van 1857. Jammer genoeg verkeert de molen in geen goede staat meer. Hou in dit dorp even halt om de struisvogelboerderij te bezoeken.

* Kanegem, het bloemendorp en geboortedorp van kardinaal Godfried Danneels. In het bloemenseizoen is een wandeling in en rond het dorp een niet te missen belevenis. Niet alleen de gevels vallen op door de kleurrijke bloemen. Ook langs de weg staan de rozen in allerlei variëteiten, er staat een bordje bij met de juiste naam erbij én Kanegem heeft zijn eigen roos.

De molenroute gaat door Kanegem, de molens sieren hier het landschap. In het centrum pronkt het standbeeld De Flandrien – Briek Schotte op zijn fiets. Het aanpalend Flandrienhuis kan (eventueel met een stadsgids) bezocht worden elke zaterdag in juli en augustus. De kerk in Kanegem wordt de Kathedraal van te lande genoemd.

 

* Schuiferskapelle, een klein landelijk dorpje waar ook een molen zorgt voor een schilderachtig decor.

 

Meer over wandelen en fietsen kan je hier bekijken :

http://www.tielt.be/site/Toerisme/Wandelenenfietsen.aspx

Maar Tielt heeft meer te bieden dan dit.

 

In deel 2 gaan we uit de bol bij het sporten, feesten en de gastronomie