Rodalquilar: spookdorp of openluchtkunst

 

We rijden vandaag van Níjar, richting Las Negras en zo verder naar beneden door het Natuurpark van Cabo de Gata.

Een onverharde weg leidt naar Rodalquilar, het dorpje van de goudmijn.

Het verlaten mijndorpje ligt in een vallei van ongewone schoonheid. Hier wordt de stilte alleen doorbroken door enkele auto’s die de lokale weg nemen.

Eens was dit een héél rijk dorp, met een bloeiend cultureel leven. Romeinen haalden al zilver uit Rodalquilar en eind 19e eeuw werd er goud gevonden.

De goudkoorts in Rodalquilar begon in de jaren 1880 en eindigde in de jaren 1970-1980. Bedrijven en particulieren uit verschillende delen van Spanje, Europa en Amerika hebben deelgenomen aan deze goudkoorts.

https://es.wikipedia.org/wiki/Rodalquilar

De oude mijnbouwinstallaties en de verdedigingstoren bevinden zich nog in het bovenste deel van het dorp. Als je vanaf het infocentrum beneden, naar boven loopt en de weg volgt, dan kom je na ongeveer 1.5 km aan de gesloten mijn. Vroeger kon een stukje van de mijngang bezocht worden, maar nu is dat verboden terrein. Je mag de mijnschacht niet meer in. Er staat duidelijk op: 'Gevaar! Betreden op eigen risico.'

Vanaf hier vertrekken verschillende mooie wandelroutes door de bergen, langs oude mijnschachten. De hoogteverschillen zijn niet groot, maar er zitten wel enkele stevige klimmetjes in.

Rodalquilar werd verlaten sinds de sluiting van de goudmijn. Het dorpje raakte in verval en er wonen nu nog slechts 72 mensen. Dat lijkt vreemd als je het van ver ziet liggen. Als we door de straten lopen, blijken veel woningen verkrot. Straten lang zien we alleen maar bouwvallige huisjes. Vroegere bewoners hebben hun heil elders gevonden.

Dankzij enkele kunstenaars van het gebied en de prachtige omgeving is Rodalquilar nu Rodalquil’arte’ geworden.

De schilder, Encarna Morales was de initiatiefnemer van Rodalquilarte. Hij wou een 'buitenmuseum' - een tentoonstelling in de straten van Rodalquilar (Almeria), de plaats waar hij woont. Het idee is ontstaan in een bar - een plaats waar veel goede ideeën geboren worden. Samen met Antonio Montes, een fotograaf die vaak tentoonstellingen van kunstenaarswerken organiseert, kwamen ze tot het prachtige idee om kunst naar de straat te brengen.

Even dacht Morales eraan om de muren van de huizen te bekleden met doeken, vastgebout aan de muren. Wegens het klimaat en hevige winden, zou dit enkel kunnen tijdens de zomermaanden.

De weinige bewoners waren gehecht aan de oude en vervallen huizen van 'hun' mijnwerkers die aan de Spaanse goudkoorts deelnamen.

Zij zochten contact met de artiesten en stelden hun muren ter beschikking stelden van kunstenaars.

Originele werken op de muren worden niet zo blootgesteld aan het klimaat, als doeken. Het positieve is dat, als hier een sterke wind komt en die zelfs maandenlang aanhoudt - het kunstwerk intact blijft.

Rodalquilar werd omgetoverd tot museum in de zomer van 2016.

Er zijn 77 werken van kunstenaars die nauw verwant zijn aan Cabo de Gata.

Schilders, fotografen, beeldhouwers en schrijvers uit Spanje, Italië, België, Frankrijk, Duitsland of Australië... "We hebben allemaal iets gemeen: het landschap, licht, lucht, dit gevoel van stilte, die dingen die we kennen en waarvan we gebruik maken”, zegt Morales.

Nu nog zijn slechts enkele huizen bewoond, andere leeg en vervallen.

Spookachtige constructies van Rodalquilar breken hun stilte en sinistere vorm om tot een expressief iets.

 

Volgend deel : Natuurpark van Cabo de Gata