Comme chez les Flamands : Frans Vlaanderen

 

We bezoeken een typisch stukje Vlaanderen bij de buren, net over de grens in Frankrijk. Het is er mooi en een pak stiller … sst, dit is Frans-Vlaanderen.

Wat geeft het een bijzonder gevoel als we in de Westhoek de grens met onze zuiderburen oversteken. Met dorpsnamen als Wormhout, Hazebrouck en Steenvoorde voelen we nauwelijks dat we in Frankrijk zijn. Dorps- en straatnamen klinken bekend, het uitzicht is bijzonder vertrouwd en met een mondje 'Vlemsch' kom je een heel eind als je met oudere mensen praat.

Zowat overal wappert de Vlaamse Leeuw. Hét streekgerecht is carbonnades à la Flamande en in de lokale estaminettes (herbergen) wordt er sjoelbak gespeeld dat het een lieve lust is.

Het land van het Vlemsch is steeds een beetje reizen.

De fransen uit ‘Le Midi’ beschouwen ‘Le Nord’ haast als een Siberische strafkolonie. Het is voor hen de treurhoek van Frankrijk, waar het regent en vriest en waar rare barbaren met rare gewoontes wonen. De Chti’s (spotnaam voor de mensen uit le Nord) worden door de rest van Frankrijk als neanderthalers beschouwd omdat ze vaak frieten eten en graag een biertje drinken.

“Ay, Marieke, Marieke, je ’t amais tant, entre les tours de Bruges et Gand.”  Ik luister liever naar Brel, de man die zich een Franstalige Vlaming noemde en die oprecht hield van zijn vlakke land.

 

Steenvoorde en Bailleul hebben torens die tussen Brugge en Gent hadden kunnen staan. In Steenvoorde is het een 92 meter hoge gotische piek die het landschap kilometers ver beheerst. Het belfort in Bailleul is bijna familie van het belfort van Ieper. Gesneuveld in dezelfde oorlog, steen voor steen heropgebouwd en met uitzicht op een markt met trapgevels en een frituur.

links : Steenvoorde  -  rechts: Bailleul

 

We voelen ons al helemaal thuis op een gezellig terrasje en de verschillen met West-Vlaanderen zijn heel klein: de frituur heet hier niet ‘Bij Jos’, maar Friterie de Flandre. En naast de Vlaamse leeuw wappert de Franse driekleur. Toch valt het op hoe snel culturen veranderen. Hier staat de Picon op de drankenkaart naast de Pelforth en is er een ‘café’ en een ‘grand café’.

Misschien staat er wel een spiegel op de grens tussen West-Vlaanderen en de regio Nord-Pas-de-Calais. Maar dit is het wonderland achter de spiegel … trager, stiller, tijdlozer. Wij rijden verder en vanaf Steenvoorde duikt de ene windmolen na de andere op in het landschap. Er zijn stokoude houten exemplaren bij … molens die thuishoren in een schilderij van Breughel.

 

De Steenmeulen van Terdeghem kijkt uit over een lappendeken van hopranken, appelbloesems en koolzaadvelden. Hij wordt al vijf generaties lang bediend door de familie Markey. Het museum is een tijdreis naar een nóg ouder Vlaanderen. Het is de oerversie, waar je een pet droeg en een rode zakdoek … waar je een biertje dronk bij de stoof in het estaminet en er werkte met landbouwmachines die stoom braakten. De prachtige collectie is de trots van Jef Markey. Hij heeft ze stuk voor stuk hersteld .. met engelengeduld. Maar ze werken nog allemaal.

 

Cassel

We rijden Cassel binnen, een versterkt stadje op slechts 20 km van de Belgische grens. Dit kleine stadje ligt bovenop de Casselberg (Mont de Cassel). Met zijn 176 m is dit de hoogste 'berg' in Frans-Vlaanderen.

Alle stegen leiden er naar de Grote Markt of naar de Mont de Cassel. Het hoogste punt van de streek biedt een prachtig uitzicht.

Vanaf de markt is het wel wat klimmen naar boven.

Op de berg van Cassel, in de schaduw van het standbeeld van Maréchal Foch, kijken we uit over het gigantische, vlakke Frans-Vlaanderen.

In de verte klieft de TGV door het landschap, maar op deze heuvel is alles bij het oude gebleven, of toch bijna.

Van de 20 molens die hier stonden, blijft alleen de houten kasteelmolen over. We bewonderen zijn prachtige houten tandwielen. Wie het wenst kan er het produceren van olie en bloem zien en op het einde van het bezoek kan men vers gemalen bloem meenemen naar huis.

We wandelen verder in de mooie tuinen ...

en we bestellen 'potjevlees met frietjes' in bierhuis-restaurant Kasteelhof. Potjesvlees is een streekgerecht uit de Westhoek en Frans-Vlaanderen.

Hier kunnen we terecht voor een maaltijd, een drank, een proevertje.

En naast het restaurant en verbruikzaal gaan we op ontdekking in de winkel met regionale producten.

Eigenaar Emmanuel creëert graag oude, Vlaamse paradijzen. Het bierhuis is zijn hommage aan het estaminet flamand. Houten balken, rieten manden, oude gebruiksvoorwerpen en schilderijen : waren de kroegen in de streek echt prentkaarten? En verkochten ze toen al tientallen streekbieren?

Wij dachten een antwoord te vinden op deze vragen maar zelfs in het Musée de Flandre konden we geen antwoord vinden.

 

Musée de flandre

Er is slechts één Musée de Flandre - de trots van de streek - en dat ligt in het onooglijke Cassel.

Hier wordt de culturele identiteit en de geschiedenis van Vlaanderen mooi geïllustreerd aan de hand van dertig meesterwerken. Het is het eerste en enige museum dat uitsluitend gewijd is aan de rijke Vlaamse cultuur. Musée de Flandre wordt zowel multidisciplinair als een locatie voor hedendaagse creaties. Het museum bevat bovendien een zeer gevarieerde verzameling waarin kunstliefhebbers, maar ook de nieuwsgierigen onder ons een belangrijke getuigenis van de Vlaamse cultuur van vroeger en nu zullen terugvinden.

 

Tot 2014 kun je hier de volgende tentoonstellingen bezoeken:

  • het vrouwelijk lichaam in de Vlaamse schilderkunst van de 16de tot de 17de eeuw
  • dieren in de Vlaamse kunst
  • feest en kermis
  • Vlaanderen en de zee

Voortdurend vernieuwde permanente tentoonstellingen en een rijk gevarieerd cultureel programma maken van dit museum een levendige en dynamische plek.

Reuze Papa en Reuze Maman zijn de trots van Cassel. Ze zijn allebei Werelderfgoed en in de carnavalsweek en op paasmaandag voeren ze de stoet aan.

Misschien hebben de Zuid-fransen niet helemaal ongelijk: ze hebben hier rare gewoonten.

Het Schijtmanneke is de lokale volksheld. De schelm is ontsnapt uit een schilderij van Breughel en drukt ons met de neus op de onverkwikkelijke feiten: we zijn allemaal sterfelijk.

Jan Fabre, die ook een werk in de collectie heeft, zou smakelijk lachen, maar wij snakken naar frisse lucht.

 

De prachtige uitzichten, gezellige steegjes, smalle straten, unieke estaminets en een nieuw museum in een mooi herenhuis. Dit is in het kort wat deze wandeling in Cassel ons bracht. Heel veel afwisseling met een beetje geschiedenis en cultuur, veel natuur en lokale gastronomie bv. wafels, kazen, appels en appelsap, aardbeien, conserven met konijn.

Genieten is het motto. Voor de ene zal het Musée de Flandre top zijn, voor anderen de estaminets en nog anderen zullen niet weg te slaan zijn van het flaneersteegje. Laat het allemaal over je heen komen en geniet want dit is Cassel.

Het stadhuis van Cassel.

 

Rust kun je terugvinden in de nabijgelegen tuinen op de Recollettenberg. Voor de liefhebbers zijn er van mei tot september regelmatig 'Marchés de Terroir' op vrijdagavond. Producenten verkopen er hun streekproducten zoals kazen, honing, confituren en andere verse specialiteiten zoals potjesvlees.

Nog meer bezienswaardigheden in dat kleine Cassel zijn:

 

- Le petit musée du Vieux Cassel: In dit museum leer je wat meer over de geschiedenis van Cassel en het dagelijkse leven in de 19de en 20ste eeuw aan de hand van authentiek gereedschap, traditionele Vlaamse spelletjes, een typische bruine volkskroeg en zoveel meer. Een voorstelling van oude en nooit eerder getoonde foto’s en een wandeling in historische Vlaamse tuin maken je bezoek compleet.

- Maison de la Bataille du val de Cassel: dit museum is gebouwd naar het model van een Vlaamse schuur. Het belicht de ‘slag om de Peene’ en vertelt hoe een deel van Vlaanderen, tot Frankrijk ging behoren waar toen Lodewijk XIV regeerde. In een ander deel van het museum wordt het dagelijkse leven uitgebeeld in Frans-Vlaanderen van de 18de eeuw, met o.m. aandacht voor ambachten, volksgeneeskunde, taal, volksverhalen, feesten en volksspelen.

Patrimonium van Cassel

- Collegiale Notre-Dame de Cassel: het is de oudste kerk van Cassel en geklasseerd als historisch monument.

- L’Eglise Saint-Marie d’Arnèke: kerk uit de 16de eeuw

- L’eglise d’Oxelaëre: barokkerk gbeouwd in de16de eeuw

- Le Klockhuis d’ Hardifort: houten klokkenhuis op het kerkhof

- L’Eglise et la motte féodale de Rubrouck: St Sylvesterkerk met kerkportaal daterend van 1530

- Le château de Renescure: het kasteel waarvan nog enkel de hoofdtoren overgebleven is, was ooit een middeleeuwse vesting. nu doet het dienst als gemeentehuis.

- Les sources de l’Yser: hier bevindt zich de bron van de ijzer, een bewegwijzerde route leidt je er naartoe

- Tuinen in Cassel:

Les jardins du Mont des Récollets: de tuinen van de hoeve ‘de Recolettenberg’ – Vlaamse tuinen die het label kregen toegekend “jardin remarquable.”

Le jardin Cassel Horizons: De tuin van ‘Cassel Horizons’ (hier is de dienst toerisme). Je bezoek aan het kleine museum over het ‘oude Cassel’ eindigt in deze prachtige tuin. je geniet er bovendien van een wondermooi uitzicht van op de Casselberg.

Les jardins de la terasse du château: de kasteeltuinen op de top van de Casselberg. Je kan er kuieren in de mooie tuinen naar Vlaams en Engels model. Een panoramatafel geeft je wat extra uitleg en toont je wat je allemaal van op de top kan zien.

http://www.cassel-horizons.com

 

In deze streek speelt de film van regisseur Dany Boon zich af.

Bienvenue chez les Flamands, buldert de grote vriendelijke reus achter de toog van café de la Poste. Algemene hilariteit, in het Frans en in het ‘Vloamsch’, en intussen staat de tapkraan niet stil.

Eén cliché over het noorden heeft Dany Boon niet ontkracht in ‘Bienvenue chez les Ch’tis’: ze lusten hier graag een pintje.

 

Eén fransman op drie heeft de film gezien in de bioscoop. Ze zagen het hoofdpersonage, een postbode die als straf vanuit de Provence wordt overgeplaatst naar Noord-Frankrijk, ladderzat op zijn fiets door de straten zwalkend. Het ritje eindigt in het fotogenieke kanaal dat Bergues op een klein Brugge doet lijken. Voor een komedie die de zuiderse vooroordelen over het noorden onderuithaalt, had Dany Boon geen betere locatie kunnen kiezen. Bergues is een plaatje.

 

trailer :  http://www.youtube.com/watch?v=fY5cWL4SUmw

Wikipedia :  http://nl.wikipedia.org/wiki/Bienvenue_chez_les_Ch%27tis

Wij verlaten de stad via de idyllische Porte de Cassel. Terwijl we over de ophaalbrug wandelen, speelt de beiaardier het Vlaamse reuzenlied: ‘Kere weer om, reuzeke, reuzeke, kere weer om, reuzegom?’

 

Maar we keren nog niet terug naar België. Er is nog veel te beleven in Frankrijk.

 

Volgend deel : Een zonovergoten dag aan de Opaalkust