Santiago de Cuba - dáár waar ooit alles begon.

 

In Santiago de Cuba ging Fidel Castro naar school, hier voerde hij zijn eerste strijd tegen het Batista-regime, en hier kon hij ook na zijn verpletterende nederlagen nog op trouwe vrienden rekenen.

En uiteindelijk riep Castro in deze stad, vóór hij naar Havana ging, de overwinning van de revolutie uit.

We rijden even buiten het centrum en onze eerste stop is het Plaza de la Revolución.

Het Plaza de la Revolución werd aangelegd ter gelegenheid van de Pan-Amerikaanse spelen in 1991.

Het plein is een druk verkeersknooppunt en rondom zien we borden met motiverende teksten.

Het Teatro Heredia, waar Castro zijn jaarlijkse herdenkingstoespraak houdt op 26 juli, bevindt zich hier.

Het plein zélf wordt gedomineerd door een 16m hoge, ruiterstandbeeld. Het stelt generaal Antonio Maceo voor, die wordt door de 'Santiagueros' vanwege zijn huidskleur de bronzen titaan wordt genoemd.

Het bronzen standbeeld van Antonio Maceo te paard staat, te midden van 23 machetes, die een symbool vormen voor 23 februari 1895.

Dit was de dag waarop de tweede onafhankelijkheidsoorlog uitbrak, een oorlog waarin Maceo een grote rol speelde. Sommige versies over de betekenis van de machetes noemen 23 maart 1878, de dag waarop Maceo de Spaanse generaal Martínez de Campos te verstaan gaf dat de eerste onafhankelijkheidsoorlog, wat hem betreft, niet afgelopen was, zolang in de vredesvoorwaarden de vrijlating van de slaven niet werd geregeld.

 

De eeuwige vlam brandt ter ere van Antonio Maceo. Begin 1998 verzamelden zich 250.000 mensen op het revolutieplein om te luisteren naar de woorden van Paus Johannes Paulus II.

Wie is die generaal Antonio Maceo?

Antonio Maceo, geboren op 14 juni 1845, was een generaal (en tevens de eerste hoge officier) van Spaans-Afrikaanse afkomst, legeraanvoerder in beide onafhankelijkheidsoorlogen. Tijdens schermutselingen in december 1896 bij Punta Brava in de omgeving van Havana werd hij gedood. In San Pedro (een dorp dat deel uitmaakt van Punta Brava), werd een monument voor hem opgericht. Het meest monumentale gedenkteken in Santiago is aan hem gewijd, het vliegveld is naar hem genoemd, hij ging de geschiedenis in als 'de bronzen titaan', vanwege zijn huidskleur, die nog wel eens wantrouwen wekte bij de overwegend blanke bestuurders.

Er heerst een ijzige stilte bij het monument. Op het plein is er een drukte en lawaai, maar hier wordt respectvol gefotografeerd en gefilmd. De eeuwige vlam brandt en er straalt respect uit alles rondom ons.

 

We verlaten het plein en wandelen naar de plaats waar de bus ons opwacht. Een Cubaan is aan het telefoneren. In Europa verdwijnen de openbare telefooncellen uit het straatbeeld, maar in Cuba zijn ze bijna overal aanwezig. Onder het bewind van Fidel was de mobiele telefoon verboden. Sinds Raúl Castro aan het bewind is, mag het wel, maar de gemiddelde Cubaan heeft onvoldoende geld om er een te kopen.

 

De school is uit en de studenten in uniform gaan huiswaarts. Dank zij hun uniform kunnen wij zien in welke soort school zij les volgen.

wit/rood is het uniform van de basisschool.

wit/bruin is het uniform van een technische school

wit/geel is het uniform van een middelbare school. (van dit uniform kon ik geen foto nemen).

Er is druk verkeer eer we de stad uit zijn. Vrachtwagens doen dienst als bussen. Er worden massa’s mensen opgeladen en niet iedereen heeft een zitplaats.

Aan de groene uitlopers van de Sierra Maestra, op ongeveer 20 km van Santiago ligt het bedevaartsoord El Cobre. De mooie kerk met haar drie torens met rode koepel, troont op een heuvel te midden van groene bossen.

 

Het godshuis werd in 1925 gesticht ter ere van de maagd van Barmhartigheid. De Cubanen hebben een heel grote verering voor de Zwarte Madonna. De madonna wordt tevens vereerd als Afro-Cubaanse godin, als Ochún, de zwarte godin van de liefde, seks en de vruchtbaarheid.

Het is voor vele Cubanen een bedevaartsoord, de ‘thuis’ van de patroonheilige van het land. Vlak voor we binnengaan houden we een babbeltje met 2 zusters, van de orde van moeder Theresa.

Op een verdieping hoger ontvangt de zwarte Madonna de gelovigen, op een altaar achter glas: een amper 30 cm hoog beeld in een goudgele mantel met kroon en het kindje Jezus op de arm. Volgens de legende zou het beeldje in het begin van de 17de eeuw op een stuk hout in de Nipe-baai bij Guardalavaca zijn gevonden.

Het beeld is gekleed met een kostbaar gewaad vol met diamanten, robijnen en smaragden. Elk jaar op 8 september wordt het beeld eruit gehaald voor de processie. Paus Johannes Paulus II heeft dit beeld in 1998 gezegend en gekroond.

De gids en zijn vriend hebben een bloemenkrans gekocht, om te offeren aan de Zwarte Madonna.

Veel gelovigen willen met offergaven hun dank betuigen voor genezen ziektes en doorstane beproevingen en hopen op vervulling van hun wensen. Ik heb er ook een kaarsje doen branden.

Na ons gebed rijden we verder langs de wegen van het zuidoosten ....

 

We stoppen aan de Moncada kazerne (een gebouw uit 1859). Natuurlijk mag een lesje revolutie 'ook' in Santiago de Cuba niet ontbreken. Wij bezochten daarnet Plaza de la Revolución, maar ook de Moncada-kazerne hoort hierbij.

Op de vroege ochtend van 26 juli 1953 voerde Fidel Castro, tijdens de carnavalsfeesten, de aanval met ruim 100 rebellen op de Moncada-kazerne. Door diverse oorzaken mislukte de aanval. Hoeveel rebellen zijn in het vuurgevecht gesneuveld? De berichten spreken elkaar tegen. In elk geval zijn er tientallen rebellen gevangen genomen. Een aantal van hen is doodgemarteld. Castro en enkele anderen weten te ontsnappen, maar worden later toch gevangen genomen.
Castro wordt in een proces veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf, maar wordt na twee jaar – als gevolg van een algemene amnestie – vrijgelaten. Hij gaat in ballingschap naar Mexico en ontmoet daar Che Guevara. In Mexico wordt de 'invasie' op Cuba voorbereid, die op 2 december 1956 haar beslag zal krijgen.

Hier staan we dan voor de Moncada-kazerne.

De kogelgaten zien er 'nep' uit, en sommige zijn dat ook. Maar daar gaat het niet om, op deze locatie is feitelijk op 26 juli 1953 de revolutie begonnen.

Een deel van de voormalige kazerne geldt nu als het museum van de geschiedenis van Cuba, met bijzonder veel aandacht voor de revolutieopstand uit de jaren vijftig. In een ander deel, de barakken, is een school gevestigd.

En op het vroegere parade-plein voetballen nu Cubaanse jongeren.

Zo’n 2 km verder bereiken we, via de Paseo de Marti, het Cementerio Santa Ifigenia.

Sinds 1868 is dit kerkhof de laatste rustplaats van talrijke beroemdheden, zoals bv. de lijfarts van Napoleon, Carlos Manuel Céspedes, de eerste burgemeester van Santiago de Cuba ...

Vlak achter de ingang staat een monument ter herinnering aan de 'martelaren' van 26 juli 1953.

Wij houden halt bij het graf van de Catalaanse immigrantenfamilie Bacardí, die haar rum-imperium omstreeks 1850 in Santiago stichtte.

Ook het graf van de eerste Cubaanse president, Tomás Estrada Palma is een foto waard. En dit is het graf van de beroemde musicus Compay Segundo (foto links onder).

Maar het reusachtige, door zuilen gedragen grafmonument, ter ere van de vrijheidsstrijder José Marti, is een ware trekpleister.

In deze sarcofaag met daaroverheen gedrapeerd de Cubaanse vlag ligt José Martí. Hier is uiteraard een martelaar van de 26de juli begraven.

 

Er is een erewacht ingesteld . Opeens schrikken we op van klokkengelui, tromgeroffel en muziek. De wissel van de wacht, die om het uur plaatsvindt, snijdt door merg en been!  Héél statig, een soort communistische mars, net als Russische passen, in het gelid, statig als nooit tevoren gezien … en wij als toeristen muisstil genietend van het spektakel. Het is een ware show.

Ik zag meer dan één keer de wissel van de wacht in Londen, maar dit is niet te vergelijken! Hier staat de oude wacht – in de houding – te wachten op de aflossing

José Martí zelf staat er ook. Het is een wit (in carrara marmer) standbeeld, die de grote Latijns-Amerikaanse denker, dichter en held voorstelt.

Zijn standbeeld is bij elke basisschool op Cuba te zien.

Er is een erewacht ingesteld . Opeens schrikken we op van klokkengelui, tromgeroffel en muziek. De wissel van de wacht, die om het uur plaatsvindt, snijdt door merg en been!  Héél statig, een soort communistische mars, net als Russische passen, in het gelid, statig als nooit tevoren gezien … en wij als toeristen muisstil genietend van het spektakel. Het is een ware show.

Ik zag meer dan één keer de wissel van de wacht in Londen, maar dit is niet te vergelijken! Hier staat de oude wacht – in de houding – te wachten op de aflossing

Dan komt de nieuwe wacht aan. Ze zijn met drie, de eerste is de wachtcommandant.

De aflossing nadert het mausoleum van José Martí. De consignes worden overgedragen.

De oude wacht is gereed om te worden afgemarcheerd. En weg zijn ze, de benen weer heel hoog opheffend.

in volgend filmpje wordt een deeltje van de wachtwissel gefilmd

https://www.youtube.com/watch?time_continue=1&v=YKX5Gm8LNZM

 

Helaas, onze tijd zit erop, hoewel ik nog lang niet ben uitgekeken in Santiago de Cuba. Eenmaal in onze hotelkamer bewonderen we opnieuw de mooie decoratie met de handdoeken, gemaakt door het kamermeisje.

Het is ons laatste avondmaal in deze fantastische stad. Na het eten gaan we nog eens lekker uit bol op het plein waar we de avond ervoor gedanst en gezongen hebben. En ook deze keer laten we de Cubaanse cocktails goed smaken. Morgen wacht ons een lange busreis.

 

Volgend deel: Van Santiago de Cuba naar Baracoa