De burcht van Sedan

 

In vorig artikel waren we in Sedan. We kwamen even op het binnenplein van de ‘grootste burcht van Europa’ en zagen het hotel (waar wijzelf niet logeerden) en restaurant.

Nu staan we klaar voor het bezoek '1000 jaar geschiedenis'. We gaan op stap met een Nederlandstalige audiogids. Er is zelfs een speciaal boekje voor kinderen beschikbaar: bij elke belangrijke plaats waar ze langs komen, kunnen ze op een speelse manier opdrachten invullen uit hun boekje. Op het einde van het bezoek zijn de antwoorden verkrijgbaar.

We dalen een trap af en komen in de zaal van het Jeu de Paume. Aanvankelijk was deze ruimte de slotgracht, die het oorspronkelijke kasteel omringde, dus in open lucht. Bij de uitbreiding van de burcht werd de ruimte gesloten en diende ze als opslagruimte voor levensmiddelen. De koelte hier binnen was hier ideaal voor.

Daarna wandelen we verder door de kazematten ...

en bij het bovenkomen, begeven we ons naar een terras van het Koningsbastion.

Henri de la Tour liet een residentie bouwen, meer conform aan de smaak van de tijd, met veel meer en grotere vensters dan in het Middeleeuws kasteel. Maar hij woonde er alleen. Na de dood van zijn vrouw Charlotte was hij hertrouwd met Elisabeth van Nassau, dochter van Willem van Oranje en petekind van de Engelse koningin Elisabeth. Maar Elisabeth van Nassau verkoos om in het oude kasteel te blijven wonen. Het prinsenkoppel had vanaf dat moment een latrelatie. De twee gebouwen waren met elkaar verbonden.

We lopen langs de westelijke vestingwal. Er is een grote middeleeuwse muur die met zijn hoogte het hele terras domineert. De vestingwal heeft als doel het beschermen van de middeleeuwse muur tegen het geweld van de artillerie. De kanonnen werden preciezer en wonnen aan kracht en draagwijdte door een verbeterd buskruit. De kanonskogels zijn niet langer van steen maar van gietijzer. Bij hun inslag spatten ze niet langer uit elkaar in kleine stukken, maar doorboren met hun hele massa de muur. Weinig muren doorstaan deze aanvallen. Daarom trekt men rond deze vesting een muur op evenwijdig met de vestingmuur en vult men de ruimte tussen de twee muren op met steenpuin. Dit is wat een vestingwal noemt. De bovenkant van de wal is aangelegd als een terras waarop de kanonnen gemakkelijk kunnen gedraaid worden.

Terwijl we het terras oversteken hebben we een mooi uitzicht op de stad. Deze was in die tijd van het kasteel gescheiden door een enorm slotgracht met water die reikte tot aan het voetpad aan de overkant. Ik hoef je niet te vertellen dat een aanvaller weinig hoop had om deze over te steken. Eigenlijk is de burcht nooit echt door iemand aangevallen.

Het kleine wachttorentje gaf beschutting aan de wachter van dienst (vandaag is dat Rik).

Op de rechtse foto zie je het torentje hangen, aan de buitenkant.

 

Nu zijn we aan de voorkant van het ‘Damesbastion’. De drie boogvormige openingen dateren uit de 14de eeuw en dienden als bergruimte voor de kanonnen wanneer ze niet in gebruik waren.

In het damesbastion kwamen de dames wandelen.

Een legende vertelt ons dat omstreeks 1570 de koning van Frankrijk, Karel IX, hier stiekem naar de aankomst van zijn toekomstige vrouw Elisabeth van Oostenrijk kwam gluren. En volgens de legende ging hij dan tevreden naar huis.

De hoek van het middeleeuws kasteel wordt gevormd door de tweelingtorens (ze zijn door de jaren onthoofd). In de tijd van het oorspronkelijke kasteel vormden ze de hoofdingang van het kasteel, op hun beurt nog eens beschermd door een kleine vesting.

We gaan binnen en naar boven, naar de wachterszaal. De twee wachterszalen zijn geïntegreerd in de tweelingtorens. In de gang die de twee torens verbindt, kunnen we nog de doorlaatopeningen zien van de kettingen van het valhek dat de ingang beschermde.

 

De torens waren van groot belang, ze hebben elk twee niveaus met wachterszalen die voorzien zijn van schietgaten. Van hieruit kon men met een kruisboog het kasteel op een efficiënte manier verdedigen.

We komen op de Oosthelling van de burcht. De bovenste binnenplaats van het kasteel draagt nog de sporen van een ver verleden; in het midden zien we de overblijfselen van de St-Maartenkerk, gebouwd in de 16de eeuw, door de monniken van de Benedictijnenabdij.

Boven op de Oosttoren

 

Van hieruit zien we de overblijfselen van het bastion van de Gouverneur

We wandelen verder ...

tot bovenop de tweelingtorens

 

Op deze plaats hebben we het mooiste uitzicht over de stad. Panoramaborden bepalen de verschillende delen en in de verte zien we een hoorn (een lang uitgerekt verdedigingswerk, bedoeld om een zeer welbepaald punt te beschermen.

Via de trap gaan we het woongedeelte binnen en we komen in:

De prinsengalerij

Hier is de afstamming gepresenteerd van de twee prinselijke families van Sedan, La Marck en La Tour d’Auvergne.

In elke aristocratische familie bewaarde men voorwerpen die herinnerden aan belangrijke wapenfeiten waarin ze betrokken waren. Ook de prinsen van Sedan hadden een prestigieuze verzameling wapens aangelegd. Ze was samengesteld uit talrijke wapenrustingen voor paarden, met goud- en zilverdraad versierde fluwelen zadels, harnassen, maliënkolders, helmen, vergulde schilden, allerhande wapens en vooral 28 complete harnassen. Maar tijdens een bezoek aan Sedan, beval Napoleon Bonaparte, die toen eerste consul was, de overbrenging van de indrukwekkende collectie naar Parijs omdat hij een project had voor een militair museum dat het 'Musée des Invalides' is geworden. In 2013 is een eerste harnas teruggekomen om opnieuw zijn plaats in te nemen in het kasteel.

 

De zuilenzaal

Deze zaal dankt zijn naam aan de Toscaanse zuil. We bevinden ons in de prinselijke appartementen die rond 1550 door Robert IV de La Marck gebouwd werden voor zijn echtgenote.

"Het is 15 oktober 1591 ... onder het waakzaam oog van koning Hendrik IV tekenen Charlotte de La Marck en Henri de La Tour d’Auvergne hun huwelijkscontract. Er hangt een plechtige sfeer. De wachters zijn gekleed in ceremoniekledij, Charlotte in een feestelijke jurk. Zij is de laatste vertegenwoordigster van de tak de La Marck. Dit huwelijk verzegelt de toekomst van het prinsdom."

Bij haar dood, drie jaar later, wordt de familie La Tour d’Auvergne de nieuwe eigenaar van deze plaatsen. In die tijd werkten er veel huisbedienden in deze appartementen. Op z’n minst 140 personen verzekerden het goed functioneren, waaronder 6 eredames en 50 wachters. Er heerste een grote luxe: meubelen uit ebbenhout en inlegwerk in parelmoer, lederen gordijnen en tapijten met goudwerk bedekten de muren.

De keuken stond op een hoog niveau. Wild en everzwijn, hert en hinde werden hier regelmatig klaargemaakt. De prinsen beschikten over een visserij op de Maas, die hen voorzag van zalm, baars, paling en heerlijke forel. Het prinselijk paar had 3 koks, 3 bakkers, 1 beenhouwer en 2 sommeliers ter beschikking. De fijne gerechten werden geserveerd in zilveren of gouden schotels.

 

We nemen nu de wenteltrap die naar de bovenste verdieping van de grote toren leidt.

En we zijn onder de indruk van het grote, houten plafondgebinte.

Beneden wordt een huiselijk tafereel tentoongesteld

Een panorama was een groot schilderij dat getuigde van een grote, militaire gebeurtenis. Het werd populair vanaf 1850. Wij zien hier het panorama van Sedan. Het verbeeldt de slag bij Sedan in 1870 die de aanzet was tot een sterke spanning tussen Frankrijk en Duitsland.

En als laatste gaan we naar de Prinsenkapel.

Deze katholieke kapel, die voorbehouden was aan de prinselijke familie, dateert van omstreeks 1500. De originele muren waren bezet met kolommen en een gewelf in flamboyante gotiek.

 

Ons bezoek zit er bijna op ... we dalen terug

Rik geeft nog wat raad aan de wachters. En ik ga een kijkje nemen in de keuken

en maak nog een praatje met een wachter

We keren voldaan terug naar de uitgang. Wat wij vandaag gezien hebben, getuigt op meesterlijk wijze van de ontwikkeling en bouwkunst vanaf de 15de eeuw.

We hebben meer dan 2 uren rondgelopen, trap op-trap af, binnen en buiten de burcht.

En ik kan je verzekeren dat de maagjes knorren. Gelukkig, de bistro is open en er wordt nog lunch geserveerd.

Nog een weetje: Elk jaar tijdens het derde weekend van mei is er een Middeleeuws Festival dat de bloeiperiode van het kasteel doet herleven. Dit is het grootste evenement in de Franse Ardennen. Tijdens deze dagen vind je hier allerlei demonstraties, animaties, toneelopvoeringen en zelfs een middeleeuwse markt.