Willemstad, een populaire toeristische attractie

 

We zijn nog steeds in Willemstad-Nederland en niet Willemstad-Curaçao.

In het zuidwesten van de stad staat het Mauritshuis (ook wel Prinsenhof genoemd). Het werd in 1623 gebouwd in opdracht en voor rekening van prins Maurits, de zoon van Willem van Oranje. Het 'Princehof', de toenmalige naam, werd gebouwd als jachtslot en buitenverblijf. Hier kwam de prins ver van 's-Gravenhage tot rust. Hij kon er niet veel van genieten, want prins Maurits overleed in 1625. Het gebouw werd de ambtswoning van de Gouverneur van Willemstad, de hoogste militaire bevelhebber van de vestingstad. Later kwam in het Mauritshuis een militair hospitaal, marechausseekazerne en Rijkspostduivenstation.

Dit gebouw in Hollandse renaissancestijl bestaat uit twee beuken, elk gedekt door een zadeldak en wordt aan voor- en achterzijde door trapgevels afgesloten.

De gevels hebben kruisvenster en er boven zijn boogvensters aangebracht. De ingangspoort is fraai geornamenteerd.

Op 15 december 1973 werd het hernieuwde gebouw, in aanwezigheid van H.M. Koningin Juliana, als stadhuis in gebruik genomen. Op de zolder bevindt zich het museum van de plaatselijke heemkundekring. Beneden is de VVV en een postkantoor gehuisvest. De raadszaal op de eerste verdieping wordt gebruikt voor huwelijksplechtigheden. Willemstad is een schitterende locatie voor huwelijksfoto's; denk aan de haven, de prachtige vestiging, de vestingwallen én natuurlijk het Mauritshuis - een monumentaal gebouw in een prachtig groene omgeving en heel dicht aan het water gelegen.

 

Oude Raadhuis
Prins Maurits wou dat er in het 'nog jonge dorp' een kerk én een raadhuis zou gebouwd worden. Maar door de oorlogssituatie was er onvoldoende geld daarvoor. Toen werd maar een soort multifunctioneel raadhuis ontworpen waarin men ook kerkdiensten kon houden en dat voorzien was van een toren met luidklok. Het rechthoekig gebouw zonder verdieping, kwam tot stand in 1587.

In 1620 werd het, tot dan toe eenvoudige, gebouw verfraaid met een Vlaamse gevel. Er kwamen dakkapellen met loden topversieringen in de gedaante van gekroonde adelaars in een met leien bekleed zadeldak en een in- en uitgezwenkte topgevel boven de ingang in het front.

Enkele dakvensters in de nieuwe kap en de zolder ging fungeren als bewaarplaats voor gereedschap van oorlog, zoals hellebaarden en dergelijke. Boven de ingang in zandsteen staat het wapen van Prins Maurits, geflankeerd door de wapens van de Jan IV van Glymes, markies van Bergen op Zoom en van Willemstad.

De wapenstenen in de gevel werden in 1798 even verwijderd, om bij de restauratie in 1937-’38 opnieuw te worden aangebracht.

We wandelen verder en lopen door de Voorstraat. Helemaal op het einde zien we een grote koepel. Het lijkt wel een basiliek daar.

De koepelkerk

Midden in het stadje werd deze kerk gebouwd, speciaal voor het Protestantse geloof. De bouw begon in 1597 en werd in 1607 voltooid. Prins Maurits verleende financiële steun voor de kerk, op voorwaarde dat deze in een ronde of achtkante vorm zou worden gebouwd. Het was de eerste kerk in Nederland, die speciaal voor protestantse diensten werd gebouwd. Nu wordt het rijksmonument gebruikt door de Hervormde gemeente/PKN.

 

De Heilige Mariakerk, die stamt uit het jaar 1875, was een Katholieke kerk van Willemstad.

 

Het Arsenaal

Een arsenaal mag niet ontbreken aan een vestingstad. Het Arctionaelhuys (1590) - ook wel ’s Lands Magazijn genoemd - was het eerste arsenaal. Het werd vervangen door een nieuw in 1627 maar ook dit raakte in verval. Het huidige Arsenaal stamt uit 1793.
Het is een rechthoekig bakstenen gebouw met houten kroonlijst en in de gevel aan de haven twee poorten met hardstenen omlijsting waarop zwarte ornamentschildering.

 

Het Wachthuis

Het Wachthuis (links op bovenstaande foto) gebouwd in 1750 staat aan de -verdwenen- Waterpoort en naast het Arsenaal. Dit rechthoekig bakstenen gebouw met ingebouwde galerij, bestaat uit bogen op pijlers met hardstenen imposten. Hieronder bleven de wachters droog tijdens de wacht. In het wachthuis zijn stenen gemetseld in de zijmuur ter herinnering aan hoge waterstanden van 1775, 1808, 1894, 1916 en 1952.

 

Het Peilhuis

Dichtbij het arsenaal en het wachthuis staat het peilhuis, gebouwd in 1871, in ambachtelijk-traditionele bouwtrant. Het ligt bij de Waterpoort en is half op de kade, half in de haven gebouwd voor het onderbrengen van een zelfregistrerende peilschaal die de waterhoogten vastlegde.

Aan de landzijde is het gebouw door een ijzeren hek van de weg afgescheiden. Bij de renovatie rond 1960 werd de apparatuur verwijderd en een nieuw dak gelegd. Het hoge blokvormig gebouw is opgetrokken in donkere baksteen en heeft een schilddak met Hollandse pannen. Rondom loopt een zinken goot op beugels. Aan de waterzijde bevinden zich in de sokkel vier ronde openingen. In de dwarsgevel aan landzijde ligt boven een ijzeren trap met negen treden de ingang, een dichte paneeldeur met een klopper. Er is een decoratie in de ijzeren trap; iedere trede is voorzien van een hangende geschulpte rand.

Vroeger hing er links van de ingang aan een smeedijzeren arm een rond uithangbord met de naam 't Peilhuys, met zwarte letters in rood en groen gevlamd veld. Nu is dat blijkbaar verdwenen. Binnenin zijn de muren gepleisterd. Er ligt een houten vloer met in het midden een gat naar de waterput voor de metingen. Er is geen apparatuur meer aanwezig.

 

D’Orangemolen

Vóór de 19de eeuw was het platteland van Noord- en Zuid-Holland verdeeld in honderden kleine juridisch-bestuurlijke eenheden, de ‘heerlijkheden’. Zij werden zo genoemd omdat één persoon, de 'Heer' er het overheidsgezag uitoefende. Ze hadden allemaal hun eigen wetten, rechtspraak en bestuurders. Je kan het zo’n beetje vergelijken met de huidige gemeenten.

Door het molenrecht kon 'de Heer' de bouw van een molen al of niet toe te staan en hij had het recht om de boeren te dwingen hun graan op die molen te laten malen.
In Willemstad werden enkele opeenvolgende windkorenmolens op last en voor rekening van de prins van Oranje gebouwd. De molen werd steeds, meestal voor zeven jaar, aan een molenaar verpacht. De eerste korenmolen die in Willemstad gebouwd werd was in 1584. Deze standermolen werd in 1589 naar een van de bastions verplaatst.

Naar aanleiding van klachten en waarschuwingen over de toestand van de standerdmolen werd in 1734 werd besloten tot de bouw van een nieuwe stenen windkorenmolen. Er werd gezocht naar de beste standplaats en die vond men op de Oostdijk (nu Bovenkade). Er werden hiervoor twee huisjes aangekocht en gesloopt. De mooie ronde, stenen korenmolen werd gebouwd in opdracht van de Nassause Domeinraad. Op een gevelsteen prijkt de naam van de molen "d'Orangemolen 1734".

De prachtige D’Orangemolen was tot 2008 af en toe in bedrijf. Nu wordt de molen bewoond. In 2014 kreeg hij een flinke opknapbeurt waarbij onder andere de voorzomen, de windborden, de stelling en de kruilier zijn vervangen én de molen kreeg een complete schilderbeurt. Sinds december 2014 kan de molen weer draaien. De molen is heel opvallend slechts aan één kant wit geschilderd en de andere zijde is niet geschilderd.

Molendatabase : https://molendatabase.nl/nederland/molen.php?nummer=612

 

Willemstad is een populaire toeristische attractie. Ieder jaar komen er veel toeristen naar de stad om de prachtige oude binnenstad te bewonderen en/of te wandelen op de vestingen. Een gedeelte van het oude centrum is autovrij. Iedere zondag tijdens de zomermaanden kan men hier een stadswandeling met een gids maken.

 

De jachthaven

Willemstad is de laatste jachthaven in handen van de gemeente. De populaire haven telt 240 ligplaatsen, de belangstelling daarvoor is groot: er is een wachtlijst.

Deze moderne haven is direct gelegen aan het historische centrum van de stad. Deze vestingstad heeft voor veel waterliefhebbers geen introductie meer nodig.

Vanwege de grote aantrekkingskracht en de centrale ligging voor land en water vormt Willemstad hét toeristisch-recreatieve knooppunt van de gemeente Moerdijk. Vanuit Willemstad kan men via de Volkeraksluisen naar Zeeland varen of via het haringvliet naar de Noordzee.

Het cultuurhistorische karakter van de vestingstad, de horecavoorzieningen en de mooie uitzichten over het water zijn voor veel mensen een reden voor een dagtrip. De leuke winkels, cafés en restaurants en de goede faciliteiten maken dat een bezoek zeker de moeite waard is.

Het was een heerlijke dag, genietend van de rust en turend over het water weten we: 'Hier komen we zeker terug'. Met een voldaan gevoel en geladen vol mooie herinneringen, rijden we terug naar Oudenbosch en onze bed and breakfast. Morgen is een nieuwe dag.

 

Volgend deel : Van Oudenbosch naar Zeeland