Cienfuegos, parel van het Zuiden
Cienfuegos, een aantrekkelijk stadje aan de zee, stond in de koloniale tijd bekend als de 'Parel van het Zuiden'.
Nu is het een gemoedelijke stad die gekenmerkt wordt door fascinerende architectuur.
Cienfuegos verrast ons met zijn schilderachtige binnenstad, met neoclassicistische- en art nouveau-gevels. Het ademt de typische Caraïbische sfeer uit.
Het kreeg niet onterecht de naam: de Parel van het Zuiden.
De stad is genoemd naar de kapitein-generaal José Cienfuegos, de Spaanse gouverneur, tijdens wiens ambtstermijn (begin 19de eeuw) de stad gesticht werd.
Hun rijkdom in de 19de eeuw, nog duidelijk merkbaar aan de vele deftige gevels en paleizen, danken de bewoners aan de suikerhandel.
foto: Colegio San Lorenzo
Het historisch centrum heeft een stratenpatroon waarin men zich gemakkelijk kan oriënteren. De grootste boulevard is de Paseo del Prado.
Het oudste en interessantste deel van de stad ligt aan weerskanten van deze Paseo del Prado met het Parque José Martí in het midden. De meeste bezienswaardigheden zijn gelegen rondom Parque Martí. Dit grote plein is dan ook uitgeroepen tot nationaal monument.
Op dit plein staat een monument ter ere van de nationale held José Martí. Zijn witmarmeren beeld domineert het park en kijkt in de richting van de kathedraal.
Ik voel hier ook de uitnodiging tot een verblijf onder koningspalmen of een verpozing in een sierlijke gloriëtte met koepeldak.
Dit plein is de beste plek om de verkenning van de stad aan te pakken. Het ene bouwwerk is nog mooier dan het andere, en dat allemaal dank zij die roemrijke periode. Het elegantste gebouw is wel het Teatro Tomás Terry. Achter het classicistische front met gestuckte pilaren en schilderingen verbergt zich een schitterende oude schouwburgzaal in donker mahonie. In deze muzentempel met 900 zitplaatsen traden, in de jaren 1920, sterren op zoals Enrico Caruso en Sarah Bernhardt. De mozaïeken boven de ingang en het vergulde plafond in de zaal zijn schitterend.
De halfronde zaal wordt omgeven door balkonverdiepingen en er zijn nog oude houten klapstoelen met smeedijzeren frame.
Een ander paleisachtig gebouw is het voormalige Palacio Ferrer (1918) met opvallende toren en panorama-terras. Het was het stadspaleis van suikermagnaat Ferrer. Door zijn blauwe kleur, de op zuilen rustende erkers en balkons, dakbalustraden, een arcade en Italiaanse marmeren vloeren is het huis een pronkjuweel. Het paleis werd later omgedoopt tot Casa Provincial de la Cultura (cultuurhuis).
Aan de andere kant van het plein staat de Catedral de la Concepción (kathedraal van de Onbevlekte Ontvangenis).
Deze kathedraal, met zijn twee merkwaardig verschillende torens werd gebouwd in 1869.
Ik sta stil bij een apart bouwwerk. Wat is de betekenis en waarom staat dit hier? Het lijkt iets apart. Op dit plein staat de enige triomfboog van Cuba, die werd gebouwd in 1902 ter gelegenheid van het uitroepen van de 'Republiek Cuba'.
Het Antiguo Ayunamiento (oude stadhuis) is hier ook dominant aanwezig. Het is getooid met een opvallend rode koepel.
Nu is het de zetel van het provinciebestuur.
Heel opvallend prijkt een afbeelding én een spreuk van Che Guevara op een huis op de hoek van de drukke straat.
'Tu ejemplo vive tus ideas perduran'… 'jouw voorbeeld en jouw ideeën zullen overleven'.
Onder de zuilengalerijen van het paleis zoeken we de schaduw op…
en opeens merken we een kleine ingang. We zijn nieuwsgierig en staan dan ook vol verbazing als we dit zien ..
hier ... verborgen voor de buitenwereld ... achter de mooie gebouwen en muren staan enkele krotwoningen. De bewoners zijn gaan snel binnen en verschuilen zich achter de doeken van hun schamel krot.
Er is nog tijd om wat te shoppen. Dit is een erg weidse benaming voor een straat met in de, in Westerse ogen, nogal schamele winkels.
Na de middag rijden we naar een spectaculair natuurreservaat …
… maar eerst tijd voor innerlijke versterking.
Het is tijd voor de lunch. Maar niet vooraleer we een cocktail besteld hebben.
Het is de eerste middag dat we eten krijgen in buffetvorm. Er is volop keuze en de broodjes zijn heel lekker.
En ik hoef je zeker niet te vertellen dat de ribbetjes smaken!?