Koperen paleis en reusachtige witte dagoba
Op weg naar de Heilige Boom (vorig deel) kwamen we langs een heleboel zuilen, uit ruwe steen gehouwen.
Ze staan schots en scheef. Het zijn de ruïnes van het Loha Prasada.
Het Koperen Paleis (ook Brazen Palace genoemd), dankt zijn naam aan het dak dat vroeger bestond uit koperen platen.
"Koperen paleis" … het is een grandioze naam voor iets wat nu een weinig indrukwekkend woud van korte stenen pilaren is. Het lijkt in niets meer op de indrukwekkende pracht die in de Mahavamsa beschreven wordt. Het werd in de 2e eeuw v. Chr. gebouwd door koning Duttha Gamani en diende als schitterende residentie voor de monniken van het Mahavihara klooster.
Op z’n hoogtepunt had dit paleis duizenden kamers, verdeeld over negen verdiepingen. De ooit 1600 zuilen waren opgesteld in 40 rijen van 40 zuilen. Ze ondersteunden het gebouw. Iedere verdieping telde honderd kamers: hoe hoger in rang, hoe hoger de priesters en monniken mochten wonen in dit paleis. De bovenverdieping was gemaakt van hout.
Vijftien jaar nadat de Loha Prasada voltooid was, werd het door een brand verwoest. Koning Parakramabahu I, die regeerde van 1153 tot 1186, liet het paleis herbouwen. Het magnifieke gebouw brandde later nog meerdere malen. De pilaren zijn de enige overblijfselen van het bouwwerk. De 1600 grijze zuilen met een hoogte van 380 centimeter stammen uit die tijd en zijn nog origineel.
We gaan op ontdekkingstocht naar meer heiligdommen, paleisrestanten en ruïnes. Ze zijn verspreid over een 20 km² groot ruïnepark (de oude stad).
We luisteren naar wat de gids vertelt. Ondanks de hitte is op de religieuze locaties een korte broek of mouwloos T-shirt taboe en elk heiligdom wordt blootsvoets bezocht.
We wandelen verder via een laan (waar apen ons vergezellen) naar de Ruwanwelisaya stoepa (ook wel Grote Stoepa genoemd).
Deze dateert uit de 2de eeuw v. Chr. (gebouwd in 161 v. Chr.) maar is een aantal keren verbouwd. De hoge, hagelwitte dagoba is een van de grootste en mooiste overblijfselen uit de periode van koning Dutugemunu. De originele stupa was ongeveer 55 m hoog en werd door vele koningen gerenoveerd. Deze prachtige structuur mét relikwieën, in Sri Lanka, wordt voor boeddhisten over de hele wereld als heilig beschouwd.
Door vroegere aanvallen van de Indiase troepen, heeft deze dagoba veel schade geleden. Na inspanningen door een Singalese monnik, in samenwerking met liefdadigheidsinstellingen, werd het bouwwerk gerenoveerd in het begin van de 20e eeuw.
Dat de inspanningen van duizenden arbeiders en restaurateurs loont, bewijst op heden deze allerhoogste en prachtige dagoba. Het oogverblindend witte pronkstuk met zijn vergulde spits verrijst in het centrum van de ruïnestad. De dagoba is met zijn 108 meter hoogte en een omtrek van 290 meter een van de hoogste oude monumenten van Azië. In de schrijnhal ziet men verschillende afbeeldingen van Boeddha (deels uit de 8ste eeuw) en van de Tamilkoning Elara op zijn wagen, die wordt verslagen door de vlijtigste van alle Singalese bouwheren van Anuradhapura; nl. de op een olifant gezeten koning Dutthagamani.
Om een volledig beeld te kunnen weergeven heb ik onderstaande foto genomen via tripadvisor
Om de witte koepel staan vier muren. Heel bijzonder zijn de 344 gebeeldhouwde olifanten die de muren van de witgeschilderde dagoba sieren. Volgens de boeddhistische mythologie hebben ze de taak de aarde te dragen en zo rust de monumentale dagoba al meer dan tweeduizend jaar op hun schouders.
We beklimmen de trap en kunnen verder wandelen op het platform.
In de koepel bevindt zich een kamer waarin heilige relikwieën van Boeddha bewaard worden. Rond de grote dagoba staan vier kleinere.
De vier poortgebouwen geörienteerd op de vier windstreken van de dagoba markeren de buitenmuur van het heiligdom.
Gelovigen wandelen in kloksgewijze richting naar de vier grote kalkstenen boeddhabeelden.
De symboliek is tot alle details van de dagoba doorgevoerd. De koepel vertegenwoordigt de hemel, maar kan ook gezien worden als het hoofd van Boeddha. De kegelvormige spits is een uitgebreide opstapeling van chattra's, parasols die koningschap aanduiden. Ze doen ook denken aan een vlam die uit het hoofd van Boeddha oprijst, als teken dat hij de verlichting heeft bereikt.
Op een hoek, dichtbij de kleine stoepa, een poortgebouw en een boeddhabeeld staat een Belgische man met de ogen dicht, blijkbaar aan het mediteren?
Een paar tips/weetjes:
- draag kleding die schouders en knieën bedekt.
- schoenen worden uitgedaan voor het betreden van een heiligdom.
- het is respectvol om witte of sobere kleuren te dragen in de kleding. Witte kleding staat voor puurheid en het openstaan om te leren. Fel gekleurde kleding wordt niet gewaardeerd.
- er mag niet geposeerd worden voor een beeld van Boeddha of de heilige boom. Het wordt ook als respectloos gezien om Boeddha te rug toe te keren.
- de dagoba is het meest typerende religieuze bouwwerk van het boeddhisme op het eiland. Een dagoba wordt soms stoepa, stupa, thoepa of chettya genoemd.
Volgend deel : Ontmoet nog meer Boeddhisme in Anuradhapura