Ronda, bakermat van het Spaanse stierengevecht.
Toen de Moren in 1485 Ronda innamen, legden ze daarbij zodanig hoge belastingen op aan alle goederen die de stad werden binnengebracht, dat de handelaars een nieuwe wijk bouwden aan de andere kant van de brug. Deze zone kreeg de naam 'El Mercadillo', letterlijk vertaald 'het marktje'. Tegenwoordig vormt dit het centrum van de stad en het is een feit dat de wijk de voorbije jaren een heuse facelift onderging. Vele gebouwen rond en in de buurt van de Plaza de España werden gerenoveerd.
Hier, in deze wijk aan de overzijde van de kloof, bevindt zich ook een van belangrijkste monumenten van Ronda. De Plaza de Toros (stierenarena) is de oudste, één van de grootste, en ongetwijfeld de meest verafgode in heel Spanje. Deze stierentempel werd gebouwd door en is eigendom van de 'Real Cuerpo de la Maestranza de Caballería de Ronda', waarvan de oorsprong terug gaat naar de Katholieke Koningen, aan het einde van de 15e eeuw. Koning Filips II liet in 1571 de oude broederschappen veranderen in Real Maestranzas. Ronda was de eerste die hier gehoor aan gaf en legaliseerde haar Real Maestranza in 1572, wat haar de eerste en oudste van Spanje maakt.
De huidige Plaza de Toros opende voor het eerst zijn deuren op 9 mei 1785. Ronda wordt gezien als de bakermat van het moderne stierenvechten, met Pedro Romero als beroemde torero. Dit meest representatieve gebouw van de stad verdient dus echt een bezoek. Het is als het heiligdom van het hedendaagse stierenvechten en bovendien is deze arena de best bewaard gebleven constructie.
Tijdens ons verblijf in Sevilla vertelde ik reeds over El Arenal, maar dat betekent helemaal niet dat ik achter stierengevechten sta en ik wil nog eens benadrukken dat ik nooit een gevecht zal meemaken. Ik vraag me eigenlijk af wat er leuk is aan dieren verwonden, opjutten en afmatten om ze dan de doodsteek te geven?! Maar wij proberen ons bij elke reis in te leven in de plaatselijke gewoontes en gebruiken. En er werd ons eerst gezegd dat er hier geen gevechten meer plaats vinden. Dat stemde me rustiger, maar achteraf hoorde ik dat er nog 4 stierengevechten per jaar gehouden worden (in september). Voor de rest van het jaar is het een museum.
Jaarlijks, tijdens de eerste week van september wordt in deze arena, de Corrida Goyesca gehouden naar een idee van Antonio Ordóñez. Het is een stierengevecht in de stijl van Goya, de grote Spaanse schilder en dit tijdens de zogeheten Feria de Pedro Romero. Uiteraard treden bij een Goyesca de bekendste matadors van Spanje op.
Veel liefhebbers vanuit de hele wereld komen dan naar Ronda om dit unieke gebeuren te zien. Miljoenen mensen kijken ernaar op televisie. Zowel de stierenvechters als vaak ook de toeschouwers kleden zich dan ook in traditionele kostuums, zoals in de tijd van Goya (18de eeuw). In 2006 kwamen verschillende leden van het Spaanse vorstenuis en filmsterren met helikopters naar Ronda om de 50ste verjaardag te vieren van de Goyesca's. In het verleden waren ook belangrijke figuren zoals Orson Welles of Ernest Hemingway bezoekers van dit festival.
Het gevecht wordt opgedragen aan Pedro Romero (1754-1839). Hij werd in Ronda geboren en vocht er vanaf zijn achtste tot z’n bijna tachtigste levensjaar. Hij vond er de regels van het moderne stierengevecht uit, waarbij de dieren te voet werden bevochten en niet langer alleen te paard, zoals dat in patriciërstijd de gewoonte was. Hij was dus de eerste die van zijn paard stapte en de stier stapvoets benaderde.
Toen hij 77 jaar was, doodde hij zijn laatste stier die hij aanbood aan de koning van Spanje. De overlevering wil dat hij meer dan 5.000 stieren gedood heeft. Hij overleed uiteindelijk op zijn negentigste, zonder ooit (zelfs niet één maal) gewond te zijn geraakt tijdens de corrida. Men gaf hem de naam 'El Infalible' (de onfeilbare).
De manier waarop in Ronda aan stierenvechten wordt gedaan, heeft een naam: het is de klassieke stijl, een sobere corrida, waarbij mens en dier een vorm van ballet beoefenen. In Ronda moeten ze niets weten van de stijl in Sevilla of Córdoba, die te flamboyant wordt bevonden.
Elke zichzelf respecterende matador wil in Ronda vechten. De klassieke stijl van Ronda (strenger dan de school van Sevilla) werd ontwikkeld door 'hem', die beschouwd wordt als de vader van het stierenvechten.
Alleen al de toegangspoort rechtvaardigt een bezoek. De ingang met een neoclassicistisch uiterlijk en enkele barokke details, werd hier aan het begin van de 20e eeuw werd geplaatst. De poort bestaat uit een rondboog, geflankeerd door Toscaanse zuilen die een gebroken timpaan dragen met daarin het wapen van de Real Maestranza en een elegant balkonnetje van smeedijzer met afbeeldingen van stieren.
Bij een andere toegangspoort, de 'Puerta Grande' herinneren standbeelden aan twee belangrijke stierenvechtersfamilies van Ronda: de Romero en de Ordóñez.
De barokke toegangspoort nodigt ons uit tot een bezoek aan de arena en de stenen tribunes, die in twee verdiepingen gebouwd werden. In tegenstelling met de arena in Sevilla mogen we hier vrij rondwandelen, zonder gids maar met een plannetje die ons de nodige uitleg verschaft.
De arena is een perfecte cirkel met een dubbele galerij van verlaagde bogen, ondersteund door 68 Toscaanse zuilen. Opvallend zijn de zuilen van de Koninklijke ereloge, die cannelures hebben en rijker zijn gedecoreerd. (zichtbaar op de twee volgende foto's).
Het toont immens groot. De arena heeft 5.000 zitplaatsen, allemaal overdekt, rond de zandvlakte met een doorsnede van 66 meter en het is de enige die een stenen omheining heeft. Het unieke is ook dat de entreepoort voor de stieren, de loge voor de presidenten en de ereloge aan dezelfde kant van het gebouw zijn gesitueerd.
Hier vocht in 1784 de stamvader van alle torero’s, Pedro Romero. Deze arena werd gebouwd naar het ontwerp van een Romeins amfitheater en was het voorbeeld voor alle arena’s in Spanje.
Na het betalen én ontvangen van ingangsbewijs mogen we hier vrij rondlopen. Deze keer is er geen gids aanwezig en we nemen ruim de tijd om alles te zien.
Ik neem plaats in het midden van de arena, mijn rode foldertje als lokmiddel, klaar voor de strijd ...
er wordt één van de deuren van de stallen geopend ... de toezichter staat op post ...
daar komt mijn tegenstrever naar de arena toe gelopen ...
Brrr, ik verstop me toch liever achter het muurtje, dan het gevecht aan te gaan :-)
Oef! Het gevaar is geweken, Rik doet de deur op slot.
De stenen tribunes werden in twee verdiepingen gebouwd. Wij gaan de trap op om alles vanuit de hoogte te aanschouwen
Dit neoklassieke bouwwerk met de dubbele zuilengalerij wordt nu alleen nog tijdens het jaarlijkse festival Corrida Goyesca gebruikt.
De arena en het bijbehorende museum zijn dagelijks te bezichtigen.
Het Museo Taurino de Plaza de Toros geeft een mooi overzicht van meer dan twee eeuwen corrida. Er is een permanente tentoonstelling van de 2 grote stierenvechters-dynastieën die Ronda in het verleden heeft gekend: de Familie Romero en de Familie Ordóñez.
We komen er alles te weten over Pedro Romero.
De collectie bevat Romero’s 'traje de luces' (lichtkostuum) en originele Goya-kostuums van Antonio Ordóñez. Naast de kostuums van toreadors, zijn er ook van de cavalerie en ruiters tentoongesteld. Er is een heel wapenarsenaal, gravures, lithos, tekeningen en tal van andere relikwieën uit de stierenvechters’kunst’. Goya maakte verschillende schilderijen van stierenvechters in Ronda.
Er zijn heel veel 'glazen kasten' met kostbaarheden. Elke kast in de lange gang heeft een rijkelijk versierde bovenkant.
Kleding van de dames op het jaarlijks festival Corrida Goyesca.
Er zijn ook ook foto’s van Hemingway en Orson Welles. Toen Welles stierf, was het zijn laatste wens dat zijn as zou worden uitgestrooid in Ronda. Dat gebeurde niet helemaal volgens opdracht: de urn bevindt zich in het landhuis van een andere beroemde torero, Antonio Ordoñez.
We verlaten de arena en het museum met gemengde gevoelens.
"Het idee van de jarenlange traditie, ingebed in de cultuur is op zich prachtig. Maar een gevecht met als doel de dood van een stier voor vermaak is wel wrang".
Volgend deel : Gaucin, rots van piraten en bandoleros