Koninklijk Paleis en Plaza de Oriente

 

We wandelen naar de Plaza de Oriente, een groot én koninklijk plein in het centrum van Madrid.

'Een paleis is niet zomaar een paleis', zo dacht koning Filips V. Hij was de kleinzoon van de Franse Zonnekoning en vond dat hij recht had op een minstens zo luxueus onderkomen als zijn grootvader. Dus leefde zijn architect zich helemaal uit en presenteerde een ontwerp voor een gebouw met drie keer de omvang van Versailles. Eén kleinigheid had hij over het hoofd gezien: er was op de beoogde bouwplek helemaal geen plaats voor zo’n kolos. Dus moest de koning het uiteindelijk met een wat bescheidener optrekje doen. Alhoewel ik denk dat hij toch geen ruimtegebrek zal gehad hebben. Met zijn oppervlakte van 135.000 m² en 3418 kamers, behoort het tot een van het grootste koninklijke paleizen in de wereld.

Het paleis ligt in een schitterende omgeving aan het eind van een bergrug en kijkt uit op de groene vlakte van het Casa del Campo. Zo’n 90 km verder verrijzen ’s winters de, met sneeuw bedekte, toppen van de Sierra de Guadarrama.

Als sinds de Moorse tijd stond hier een qsar-fort. Het was van strategisch belang en bewaakte de westelijke toegang tot de stad. Het maakte deel uit van de Moorse verdedigingslinie die dwars door de provincie liep. Door de indrukwekkende locatie van het fort leek de stad minder toegankelijk dan zij in feite was. Later bouwden de Habsburgers een houten paleis, een alcázar, op de plek van de Moorse qsar.

Toen dit in 1734 op kerstavond afbrandde, was de koninklijke familie meteen dakloos. Koning Filips V gaf meteen opdracht om het huidige kolossale neo-klassieke gebouw te bouwen, op dezelfde plek. Dat duurde bijna 30 jaar. In 1764 betrok Karel III eindelijk het nieuwe paleis, dat ontworpen was door de Italiaanse architecten Sabatini, Filippo Juvarra en Giovanni Sachetti. Er zitten invloeden in van de klassieke- en barokarchitectuur en een bekend inspiratiebron was het paleis van Versailles in Frankrijk.

Het Palacio Real is een monumentaal gebouw met marmeren vloeren, vertrekken vol Vlaamse tapijten en grote gouden spiegels. De eetzaal is gesierd met een fresco van de ontdekking van Amerika, terwijl elders in het gebouw standbeelden staan voor Inca-koning Atahualpa en Aztekenkoning Montezuma. Er hangen schilderijen van Mengs, Goya, Luc Jordaens, Velázquez en Caravaggio. De magistrale staatsietrap leidt naar de eerste verdieping met een twintigtal zalen, waaronder de Gasparinizaal met marmeren vloer, de Zuilenzaal, de rijkelijk versierde plafonds en wandtapijten uit geborduurde zijde, de troonzaal met de plafondfresco’s, waarmee Tiepolo de grootsheid van het Spaanse koningshuis wilde aantonen, de zuilenzaal, de galadinerzaal waar 150 genodigden kunnen plaatsnemen, de porseleinzaal en zo veel meer …

Heel bijzonder ook zijn de muziekinstrumenten, waaronder de grootste verzameling Stradivarius-instrumenten ter wereld. Twee bijgebouwen van het paleis zijn eveneens het bezoeken waard: de prachtige apotheek, die nog steeds in zijn oorspronkelijke staat verkeert, en de uitzonderlijke wapenzaal, waar wapenrustingen worden tentoongesteld van de Spaanse vorsten en edellieden, hun kinderen en .. hun paarden

(foto genomen via google - van Wikipedia)

Elke eerste woensdag van de maand om 12 uur, kan je kijken naar de aflossing van de Koninklijke Wacht. Het paleis is ook toegankelijk voor bezoekers, dit kan met gids of op eigen gelegenheid. Ongeveer 16 van de vertrekken zijn opengesteld voor publiek. Sommige zalen zoals de schitterende koninklijke bibliotheek, zijn gesloten.

Architecten wilden er het grootste en meest prestigieuze paleis van Europa van maken, en daar zijn ze wonderwel in geslaagd. Het Palacio Real werd het middelpunt van het hofleven in Madrid. Maar na de troonsafstand van koning Alfonso XIII in 1931 verloor het zijn functie. vandaag is het een werkplaats voor de koningen en het wordt enkel nog gebruikt voor officiële recepties. Koning Juan Carlos en zijn gezin woonden liever in het bescheiden Zarzuela-paleis (een buitenwijk van Madrid). De huidige koning Felipe en zijn vrouw Letizia Ortiz verblijven ook op het terrein van het Zarzuelapaleis.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Zarzuelapaleis

Vlak naast het koninklijk paleis staat een van de beroemde kathedralen van Madrid nl. de  Catedral de Nuestra Señora de la Almudena die pas in 1993 gereed kwam. Dat is meer dan 350 jaar nadat de eerste steen werd gelegd.

Reden waarom het zo lang duurde voordat de hoofdstad een eigen kathedraal had? Er was geldgebrek en rivaliteit tussen de kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders. De aartsbisschop van Toledo, primaat van de Spaanse Kerk, heeft het hele project zelfs laten stopzetten. Vandaar het aparte uiterlijk van deze kathedraal: een mengelmoes van imitatie-gotische en neoklassieke stijlen, die elk een periode vertegenwoordigen waarin aan de kerk gewerkt is.

 

Haar kostbaarste bezit is een 16de eeuwse beeld van de Virgen de la Almudena, de patroonheilige van Madrid, dat in de crypte wordt bewaard.

De kathedraal is in 1996 met veel pracht en praal ingewijd door Paus Johannes Paulus II, maar heeft nog geen vaste plek in het dagelijks leven van de Madrilenen. De Basílica de San Isidro (in de Calle Toledo) is bij de gelovigen van Madrid veel geliefder.

Toeristen die het paleis niet binnengaan, kunnen genieten van het levendige Plaza de Oriente. Vanaf het terras van het vermaarde Café del Oriente heb je een mooi uitzicht op het paleis en het autovrije plein met zijn vele groene accenten.

Ooit speelde het plein, waar het hof zich aan het volk vertoonde en monarchen en staatslieden de massa’s vanaf een balkon toespraken, een belangrijke rol in het stadsleven. Nu is het een ontmoetingsplaats voor muzikanten, jongleurs en wandelaars.

In het midden van het huidige Plaza de Oriente zien we een beeldenpark, geflankeerd door tuinen. Het zijn beelden van voormalige Spaanse koningen (gemaakt tussen 1750 en 1753). Oorspronkelijk waren de beelden bedoeld voor het dak van het paleis, maar daar zijn ze nooit geplaatst. Uiteindelijk besloten de ontwerpers dat het dak dit niet zou houden en daarom werden de beelden op het plein opgesteld.

Centraal staat het spectaculaire beeld van Koning Filips IV van Spanje op zijn steigerende paard. Dit is het eerste ruiterstandbeeld waarbij het paard op de achterbenen en de staart rust. Het 8150 kg wegende bronzen ruiterstrandbeeld is een ontwerp van de Italiaan architect Pietro Tacca. Het was het eerste 'geslaagde' beeld van een steigerend paard. De Italiaanse natuurkundige, Galileo Galilei maakte berekeningen voor het juiste evenwicht van het beeld: de achterkant is massief, het voorste deel is hol.

Het Palacio Real en de pleinen, de tuinen van Sabatini en Campo del Moro stammen uit de hoogtijdagen van de Bourbons, een periode die gekenmerkt wordt door een flamboyante vormgeving, geïnspireerd op de Franse en Italiaanse bouwstijl.

De Jardines del Campo del Moro (20 ha.) liggen aan de achterzijde van het koninklijke paleis en zijn ingericht als een Engelse tuin. Het is een oase van rust waar men lekker kan wandelen of op een bankje zitten en genieten van het uitzicht op het koninklijke paleis. In de tuinen bevindt zich het Museo de Carruajes, met een collectie van koninklijke koetsen.

 

De Jardines de Sabatini bevinden zich aan de noordzijde van het Palacio Real. De tuin is aangelegd op het terrein van de voormalige stallen van het paleis. De ontwikkeling van de tuinen zijn begonnen in 1933. De tuin werd ontworpen door Fernando Mercadal en vernoemd naar de Italiaanse architect Sabatini, die de vroegere stallen ontwierp. Je kunt de tuinen inlopen vanuit calle Bailén door de monumentale trap af te dalen.

De tuinen zijn aangelegd in Franse stijl, wat in Madrid niet gebruikelijk is. Kenmerkend voor deze stijl zijn de creatieve manieren waarop struiken gesnoeid worden en planten worden geplant in geometrische vormen. Ze dienen ook als openluchtpodium voor concerten en vooral bij het jaarlijks evenement 'Los Veranos de la Villa' vol met verschillende voorstellingen, maar vooral flamenco.

Op het plein, aan de andere kant van het Koninklijk Paleis staat het Teatro Real. Isabelle II, die verzot was op opera liet het in 1850 bouwen op de plek waar vroeger het washuis van het plein stond. Tijdens de Burgeroorlog was het gebouw in gebruik als buskruid-arsenaal. In 1997, na een lange verbouwing, werd het weer ingenomen als zang- en muziektheater, waar opnieuw in volle pracht de sfeer is weergegeven van de opera zoals men die in de XIXe eeuw, ten tijde van Isabella II, beleefde.

Aan het noordzijde van het plein staat het 17de eeuwse El Real Monasterio de la Encarnación, een religieuze aanvulling op het Koninklijk Paleis. Het werd gebouwd door koningin Margaretha van Oostenrijk en is een belangrijk voorbeeld van Spaanse barok geworden. Daarnaast is het een belangrijk heiligdom in Spanje. Het deed ooit dienst als vrouwenklooster voor met name koninklijke families en is ook zo ingericht.

Het gebouw is nog steeds onderdeel van de Orde van Recolet Augustines, maar wordt door de Spaanse overheid wel toegankelijk gehouden voor publiek. De hoofdkapel van het klooster heeft plafondschilderingen van Francisco Bayeu, een kloostergang en een hoofdaltaar van Vincenzo Carducci. Diverse schilderijen en beelden sieren het interieur. Veel bezoekers komen voor het bekendste onderdeel van dit koninklijke klooster: een heilige bol waarin het bloed van Sint Pantaleon zou zitten. Deze zou elk jaar op 26 juli vloeibaar worden op de avond van zijn feestdag. Er zijn meer relieken te zien, die in goud en zilver tentoongesteld worden.

 

Het is tijd om uit te rusten op een zonnig terras.

 

Volgend deel :  Kunstboulevard en drie juwelen