Langs de kust van Natuurpark Cabo de Gata

 

Het klimaat en de stranden van de Andalusische kust lokken veel toeristen, die snakken naar zon en zee. Populaire badplaatsen vol torenhoge flats, zoals Torremolinos, Benalmádena, Estepona … zijn gezwicht voor het massatoerisme. Exclusievere badplaatsen als Marbella en Puerto Bañus vormen het favoriete zomerverblijf voor de Spaanse en internationale jetset. Door de massale bouw van hotels, restaurants, discotheken en jachthavens zijn al de voormalige vissersdorpen onherkenbaar veranderd of verdwenen.

 

Maar Andalusie is méér dan die drukke kust. Er zijn massa’s wandelpaden waar liefhebbers de mooie natuur, fauna en flora kunnen ontdekken én genieten van een beetje verkoeling. De kuststrook van de provincie Almería heeft het grootste deel van haar authentieke karakter weten te behouden. Een voorbeeld zijn de 'beschermde natuurgebieden van de Cabo de Gata'.

(de pijl toont aan waar wij zijn)

Het Parque Natural Cabo de Gata-Níjar, aan beide zijden van de kaap – de oostelijke begrenzing van de Golf van Almería - is de grootste 'natuurlijke' kuststrook aan de Spaanse Middellandse Zee.

Wij rijden langs de kustlijn en komen voorbij Isleta del Moro, een klein pittoresk vissersdorpje met slechts enkele huizen, één restaurant en een mooi stukje strand. Het plaatsje werd zowel door piraten als Moren gebruikt. Het is een vreemde nederzetting waar ieder huis per toeval op zijn plek gekomen lijkt te zijn. Alleen de hoofdstraat is geasfalteerd. Het dorpje is amper aangetast door toerisme.

r liggen vissersbootjes en netten op het strand; het lijkt net een ansichtkaart.

Verder langs de weg genieten we van mooie uitzichten.

 

Een paar km voorbij het vissersdorpje is er een inham, de Mirador de las Amatistas. Het is uitzichtpunt met een mooi panorama, gebouwd op de site van een oude set van de bewaking van de Guardia Civil.

Op onderstaande foto (links) zie je (in 't klein-in het midden, mensen staan op de mirador.

Het wordt een aangename wandeling daarnaartoe ...

We lopen langs een onverharde weg naar het 'balkon met uitzicht op zee'.

Vooraleer naar de mirador te gaan, waagt Rik zich nog iets verder.

Ik ga meteen ook een kijkje nemen. Daar staat een 'mozaiekschildering van de fauna en flora' in een stenen kader, zomaar in de natuur.

We bereiken we de mirador (uitkijkpunt).

Tijdens de wandeling naar boven kwamen we een vijftal toeristen tegen, die op terugweg waren.

Er zijn nu (naast ons) slechts twee toeristen op de mirador, het is er rustig en zó stil. Dát is het voordeel van reizen in de maand mei.

Het uitzicht overtreft onze verwachtingen.

We kijken eindeloos ver over de zee, langs de kust over baaien en kliffen, de Sierra de Gata en de blauwe hemel.

Tussen de bergen is de weg van waar wij komen ...

Op onze terugweg naar beneden, zijn er enkele bloemen - de enige in dit dorre landschap.

Er is meer dan 60 km ongerept strand (waar geen weg langs loopt): een authentiek duinlandschap met uitgestrekte zandvlakten, verlaten baaien met helder water, hier en daar een dorpje als een oase in de woestijn. Een streek om helemaal tot rust te komen – vooropgesteld, dat men voorzien is van een flesje water en een knabbeltje.

 

We stoppen iets verder nog op een mooi plaatsje langs de kust

 

Volgend deel : Los Escullos en een 18de eeuws kasteel