Spectaculaire bergpas op de weg naar Zahara de la Sierra

 

Grazalema was een heel gezellig en mooi dorpje, gelegen in een prachtige omgeving.

Maar wij moeten verder want we willen deze avond aankomen in het schilderachtig gelegen stadje, Ronda.

Daarvoor moeten we langs  het witte dorpje, Zahara de la Sierra rijden. We moeten we de spectaculaire bergpas 'Puerto de las Palomas' (duivenpas) over.

Het is de op één na hoogste bergpas van Andalusië.

Deze moeten we over ... om aan de andere kant van de berg het witte dorpje, Zahara de la Sierra te bereiken.

 

Op 1103 meter hoogte hebben we prachtig uitzichtpunt op het Parque Natural de la Sierra de Grazalema.

Het wordt een erg kronkelige weg door berg en dal en soms hou ik mijn adem in, maar ik heb volle vertrouwen in mijn chauffeur!

De weg slingert zich tussen de bergen met scherpe haarspeldbochten en telkens we uit een bocht komen, levert dit weer andere beelden. We ontmoeten een groot aantal fietsers, die naar boven of naar beneden rijden. En het zijn niet alleen jonge mensen die de berg trotseren. Het is niet evident om hier te fietsen en er wordt heel wat zweet gelaten.

En hier staan we dan op een hoogte van 1357 meter.

We kijken terug op de berg en de weg die we daarnet gereden hebben. Dat ziet er inderdaad spectaculair uit. Deze smalle baan is wellicht niet geschikt voor mensen met hoogtevrees maar een aanrader van formaat als je de Sierra wil zien.

Hier stoppen veel toeristen. Op een mirador bekijken we de omgeving, enkele arenden zweven hoog in de lucht.

Het natuurschoon is onbeschrijfelijk.

Het stuwmeer, Embalse de Zahara, is al van verre te zien. Het lijkt nog héél klein (op foto hieronder, links vóór de berg). Daar moeten we naartoe.

De afdaling naar Zahara (haarspeldbochten) vergt heel wat stuurkunst maar wordt beloond met een duidelijker en magnifiek zicht op het enorm grote stuwmeer.

 

We komen aan verschillende uitzichtspunten. We kunnen de auto parkeren en wandelen door dit prachtig natuurschoon.

We staan nog hoog, maar kunnen het grote stuwmeer al veel beter zien.

Op onze wandeling komen we voorbij een monument

Ik probeer dit te vertalen, er zullen wel wat taalfoutjes bij zijn.

‘La naturaleza nos abraza llena de vida tan bella que nunca mas el fuego de la inconsciencia debe acabar con ella’

De natuur omarmt ons vol leven zo mooi dat het vuur van de bewusteloosheid nooit meer moet beëindigen met haar.

‘Nuestra agradecimiento a todos las personas que con su dedicación y esfuerzo contribuyen a defender el monte contra los incendios forestales’

Onze dank aan alle mensen die met hun toewijding en inspanning hebben bijgedragen tot het beschermen van de berg tegen bosbranden.

‘En el primer aniversidad del incendio ocurrido en este paraje y que trunco la vida de cinco hombres’

De eerste verjaardag van de brand in deze plaats, en dat het leven van vijf mannen kostte.

 

We dalen verder af, het meer is nog wat dichterbij. De laatste stop is aan de mirador ‘El Puento de los Acebuches’.

Ook hier kunnen we wandelen, dichter bij het stuwmeer en Zahara de la Sierra.

Aan de overkant van het meer zien we een verandering in het natuurgebied.

Dáár, dichter bij Zahara de la Sierra zijn de bergflanken begroeid met olijfboomgaarden.

Nog een laatste foto van het meer, vooraleer we de bocht omrijden naar het witte dorp.

 

En zo bereiken we het mooie, versterkte dorpje Zahara de la Sierra, die ooit het Moorse adelaarsnest werd genoemd.

Het dorpje ligt aan de voet van de Sierra del Jaral, op een heuveltop omgeven door het turkooiskleurige water van het reservoir. Bovenaan houdt het Moorse kasteel de wacht over dit witgekalkte dorpje en de omgeving. Aan de voet van het dorp strekt zich een groen dal uit, waar ook het stuwmeer van de in 1991 voltooid Zahara-dam ligt. Op de heuvels rond het dorp vind je vooral olijfbomen.

Het Zahara de la Sierra werd in de 8ste eeuw gesticht door de Arabieren. De naam 'Zahara' betekent in het Arabisch 'enorme rots'. En inderdaad, het dorpje zit op een enorme rots die boven de rest van het landschap uittorent. Die strategische ligging gold eerst ter verdediging van de Nasriden. De christenen veroverden Zahara ten slotte in 1483 onder het bevel van Ponce de León, de Markies van Cadiz (die toen de titel van Markies van Zahara kreeg).

De nog zichtbare overblijfselen dateren uit de 13de eeuw. Het kasteel werd echter gebouwd bovenop een 8ste-eeuwse wachttoren. Zahara lag destijds op de frontlinie van vele veroveringen en heroveringen, en het kasteel moest ook Ronda en Malaga beschermen tegen christelijke aanvallen. Een heel netwerk van torens en forten gold immers ter bescherming van het Moorse Rijk.

Er is nog een restant van een Moorse toren, maar de rest van het kasteel werd in de beeldenstorm van de 15de eeuw zowat volledig met de grond gelijkgemaakt. Al is het kasteel zelf is niet veel bijzonders meer, de uitzichten zijn niet te overtreffen! De historische ruïnes, de uitkijktoren, Torre del Homenaje en het adembenemende uitzicht maken een wandeling er de moeite waard.

 

Het dorpscentrum werd in 1983 – niet toevallig 500 jaar na de christelijke verovering – tot nationaal monument verklaard. En het moet gezegd: als je over de straat met kinderkopjes van de San-Juankerk tot de 18de eeuwse barokke Santa Maria de la Mesa wandelt, waan je je weer in een ver verleden.

Op de wandeling door de straten van Zahara komen we op een erg gezellig pleintje met een fonteintje waar we even kunnen uitblazen op een terrasje: zalig genieten. Er is weinig volk, de mensen zoeken de koelte op van de huizen, die met hun dikke muren en airco de warmte buiten houden.

 

Zahara is niet groot en alle bezienswaardigheden bevinden zich op loopafstand. Op het pleintje zie je de 19e-eeuwse kapel San Juan de Letrán.

De 16de eeuwse Torre del Reloj (klokkentoren) geeft het dorp het aanzien van een typische pueblo blanco. (foto rechts)

 

De barokke Iglesia de Santa Maria de Mesa aan het plein dateert uit de 17de eeuw

 

Dit dorp heette vroeger 'Zahara de los Membrillos', letterlijk vertaald 'Zahara van de kweeperen'. Membrillos betekent kweeperen, de specialiteit van de streek.

 

Nog helemaal onder de indruk rijden we verder, het was vandaag een dag van natuurschoon.

Bij de aankomst in het hotel van Ronda praten we nog na: we zijn vol bewondering en dankbaarheid dat we zoveel moois mochten zien en beleven.

 

Volgend deel : Ronda, in tweeën gescheiden door de Tajo-kloof