Saint-Valéry sur Somme
In vorig deel gingen we reeds op verkenning in de Baai van de Somme.
Saint-Valery-sur-Somme is een mooi pareltje aan de Baai van de Somme. Het is een stadje dat zeker een stop verdient, vanwege van zijn idyllische ligging maar ook omwille van het middeleeuws karakter, de charmante straatjes, de jachthaven, gezellige winkels en eetgelegenheden.
Het begon in 611 als de monnik Gualaric naar hier kwam om het evangelie te verkondigen. De Heilige overleed in 622, en er werd een abdij gebouwd in 627. De relikwieën van de Heilige trok veel pelgrims. Tijdens de 8ste – 9de eeuw werd de abdij geplunderd en verwoest door de Vikingen. Saint-Valéry raakte in de vergetelheid maar werd opnieuw voor het eerst vermeld in de geschiedenis in de 11de eeuw. In 1066 ontscheepte Willem de Veroveraar hier naar de Engelse kust, nabij de stad Hastings. Door de wind en herfststormen op het kanaal moest hij terugkeren naar de monding van de Somme. In Valery bleef hij wachten op beter weer.
Tijdens de 100 jaar oorlog werd de stad doorgegeven van hand tot hand: Frans, Engels, Bourgondiërs. De Engelsen vernielden het klooster en de torens van de abdij om het kasteel te versterken. In 1431 werd Jeanne d'Arc (gevangene van de Engelsen) vastgehouden in het kasteel van le Crotoy (andere kant van de Baai) alvorens ze werd overgeleverd en naar Rouen gebracht voor de verbranding. Ze wist echter te ontsnappen en vluchtte te voet door de baai naar Saint-Valéry.
Saint-Valéry heeft de charme van een kleine jachthaven, de bedrijvigheid van een vissershaven, een strand en een bovenstad met vakwerkhuizen en vestingmuren.
We wandelen naar de cité medieval. Het vraagt een inspanning aan wandelaars of fietsers die er naartoe willen. (uiteraard kan men er ook met de auto geraken).
Het wordt een serieuze klim eer we aan de ingangspoort van de bovenstad zijn, die zijn middeleeuws karakter behouden heeft.
Dit middeleeuws gedeelte herinnert aan Jeanne d’Arc, die hier onderdook nadat ze uit Le Crotoy vluchtte.
De eerste bezienswaardigheid is de oude stadspoort, de 'Porte de Nevers'.
De poort van Nevers dateert uit de 16de eeuw. Baksteen, zandsteen en kiezels zijn de basis van dit hoog puntig gebouw.
Aan de ingang zien we nog de twee plaatsen van de vroegere ophaalbrug.
Het wapenschild was van de hertog van Gonzaga - Nevers. Het herinnert aan de deelname van de lokale militie in de slag bij Bouvines (1214).
Deze poort is een onderdeel van de nog overgebleven oude stadsmuren.
Het middeleeuwse stadsgedeelte (met o.m. de Porte Jeanne D’Arc , het kasteel en de abdij die samen het stadje domineren) is een bezoekje waard.
Enkele stukken zijn gerestaureerd.
De torens Guillaume (ook wel 'Deur van de hoge' of ' Deur Jeanne d' Arc genoemd) zijn een ware nagedachtenis van haar doortocht in december 1430.
Het zijn de oudste resten van de stad. Ook hier zou Jeanne d'Arc doorgekomen zijn.
Vroeger bestonden naast die twee enorme ronde torens, met consoles en machicoulis, twee hoofdgebouwen met een vloer en underground, die als bodyguard en gevangenissen diende. De gotische boog is gebouwd in 1785 en een deel van de gevel bleef. De ophaalbrug verdween in 1614.
Sommige van de straten en huizen in dit deel van het dorp zijn enkele honderden jaren oud en hebben de tand des tijd bijzonder goed doorstaan.
We wandelen verder langs de 'Gaultier Street'.
De kerk Saint Martin is zeer oud. In 1475 was de kerk was volledig uitgebrand onder het bewind van koning Louis XI , maar de stad niet werd uitgeleverd aan de Engelsen. De huidige kerk dateert uit 1500.
Ze ziet er elegant uit, met dambord muren, afwisselend kiezelstenen en stenen, opgebouwd uit 2 identieke schepen, 1 massieve toren ondersteund door steunberen en een dak in pijl die in 1786 werd vervangen door een piramidale dak.
'Gargouilles (waterspuwers) van de Eglise Saint-Martin'.
De kerk heeft veel geleden door vandalisme, tijdens de revolutie. Voornamelijk het meubilair en schilderijen werd verbrand en klokken gesmolten.
In 1845 is een rechthoekige bakstenen gebouw toegevoegd aan het gebouw, dit om toegang te verlenen tot de klokkentoren.
Van op de vestingmuren hebben we een prachtig zicht op de baai.
We wandelen terug naar beneden. In de benedenstad heerst meestal een gezellige drukte op de kaai bij de Somme.
Van hieruit kan je een heel mooie wandeling maken, helemaal tot Cap Hornu, 2 kilometer zeewaarts
We flaneren ontspannen op de fonkelnieuwe wandelpromenade langs de Baai van de Somme
Roeiers varen voorbij ...
eendjes fladderen aan de zijkant
En wij genieten van de zon, het water, de schoonheid van de natuur, de rust ..
Helemaal op het eind van die wandelpromenade kun je – terwijl de kinderen zich voor je ogen vermaken op het strand – bij zonsondergang heerlijk aperitieven en/of eten in La Buvette de la Plage, veel mooiere decors vind je immers niet.
In Saint Valéry varen geen visserssloepen meer binnen, er is enkel de jachthaven.