Ronda, het oude Moorse centrum

 

In vorig deel zagen we hoe de stad Ronda gescheiden is door de Tajo-kloof.

Nu wandelen we over de Puento Nuevo naar het oude centrum van de stad.

Ronda heeft een rijke geschiedenis. Het zuidelijke deel is een klassieke Moorse ‘pueblo blanco’ (wit dorp) met klinkerstraatjes, hekjes voor de ramen en verblindend witte muren. De meeste bezienswaardigheden zijn hier te vinden.

We steken de brug over. Links staat het Convento de Santo Domingo, dat na de herovering van de stad in 1485 als eerste door de Katholieke koningen werd gesticht.

In het huis op de brug (links op de foto hieronder) werd in 1839 Francisco Giner de los Rios geboren, de oprichter van een beroemd onderwijsinstituut.

Nog meer links van de brug staat, op de fundamenten van een Moors paleis, nu het Casa del Rey Moro. Volgens de overlevering was dit de residentie van de Moorse koning van Ronda, Almonated, die wijn dronk uit de schedels van zijn vijanden. Het huidige 8de eeuwse herenhuis vertoont mudejarinvloeden, zols de bakstennen torens en de houten balkons.

(gebouw links op de foto hieronder)

(de toren zie je, rechts op de foto hieronder)

In het gebouw is een, in de rots uitgehakte, indrukwekkende ‘geheime’ trap van ruim 300 treden. La Mina (de trap), dateert uit de 14de eeuw en leidt naar de bodem van de kloof. La Mina deed dienst als vluchtroute bij een eventuele invasie. Een duizelingwekkende afdaling leidt rechtstreeks naar de rivier, waar de slaven vroeger water kwamen halen.

 

Bij het Moors paleis liggen de Jardins de Forestier. Het was dezelfde Franse landschapsarchitect  Forestier, die in Sevilla het Parque de Maria Luisa ontwierp, die deze tuinen in Ronda liet aanleggen, in 1912. Ondanks de krappe ruimte, creëerde hij hier een echt paradijs. De terrassen vormen een mengeling van traditionele Moorse elementen, met fonteinen en azulejo’s en Europsese invloeden, die tot uiting komen in de pergola’s en de bloemperken.

Ook uit de Moorse tijd stammen de thermen los Baños Arabes. Dit badhuis is één van de best bewaarde hammams in Spanje.

 

In het hart van de Moorse oude stad liggen langs nauwe straatjes, ontelbare musea, kerken, kloosters en patriciërswoningen.

 

De paardenkoetsen met toeristen kunnen juist door die smalle steegjes.

Hier, in dit deel van Ronda, zijn de meeste bezienswaardigheden en één ervan is in onze onmiddellijke nabijheid namelijk de Iglesia Santa Maria la Mayor. Een minaret en een gebedsnis zijn nog over uit de 13de eeuwse moskee die ooit op de plaats van deze kerk stond. De minaret van Santa María dient als klokkentoren. De vier Moorse koepels met stucornamenten zijn nog herkenbaar

We gaan binnen en het beroemde Mariabeeld van de ‘Nuestra Señora de la Paz” trekt onze aandacht.

 

Ronda bezit nog meer Moorse restanten. Zo is er ten oosten van de kathedraal, aan de straat met de schitterende naam ‘Callejón de los Tramposos’ (het steegje van de bedriegers) de Minarette de San Sebastian, die tot een moskee uit de 14de eeuw behoorde.

De Iglesia de Padre Jesús.

Iglesia de María Auxiliadora, Santuario de María Auxiliadora

Colegio Sagrado Corazón (College Heilig Hart)

Het begon in 1892, de bisschop van Malaga was oprichter en verzocht de komst van nonnen om zich te engageren als beschermers van de graftombe van de Vrouw van de vrede, patrones van de stad. Later werd hier besloten om vorming te geven aan jongeren. Het eerste college van de religieuze organisatie van de Salesianen heeft de school officieel erkend. Het leergezag wordt ook ingevoerd. Hier kwamen heel veel studenten hun diploma halen. Nu zijn er nog negen religieuzen, opvoeders en leraars die zorgen voor 300 studenten en zich inzetten voor de stad Ronda.

 

Palacio Mondragón

Dit zou, volgens sommige bronnen, het ‘echte’ paleis van de Moorse koningen geweest zijn (meer dan de Casa del Rey Moro). Het onderging een soort beeldenstorm, maar werd na de reconquista herbouwd door los 'Reyes Católicos', Ferdinand II van Aragon en Isabella van Castilla. De patio is versierd met originele Moorse mozaïeken en pleisterwerk.

Ayuntamiento

Het stadhuis is in de 20ste eeuw verbouwd rond delen van oudere gebouwen. Het heeft geen bijzondere bogengevel en een mudejarplafond.

Oorspronkelijk was er alleen de oude stad gesticht door de Moren. Door de ligging was dit natuurlijk altijd een strategisch belangrijke plaats, maar de stad was ook een belangrijk handelscentrum. Toen er zoveel handelaars kwamen dat de oude stad uit haar voegen dreigde te breken, werd er belasting geheven; als je nog wilde handelen in de stad moest je flink betalen. Met als gevolg dat er zich buiten de stad, aan de andere kant van de brug een levendige nieuwe wijk ontwikkelde.  

 

Daar gaan we in volgend deel naartoe

Volgend deel : Ronda, bakermat van het Spaanse stierengevecht