Luxemburg, hoofdstad van contrasten
Wat een stad - die "Lützelburg" (kleine burcht) heet - allemaal moet doen om met amper 80.000 inwoners serieus te worden genomen als hoofdstad van een volwaardig land. Haar reputatie als bankmetropool is inmiddels wel degelijk groot. Ook in samenhang met de EU en de Europese gedachte speelt Luxemburg een vooraanstaande rol. Toch is Lützelburg 'klein en knus' gebleven. Gelukkig maar, want dat maakt de stad voor de bezoeker aantrekkelijk.
Het is een levendige en animerende stad. Als echt cultureel platform krioelt het er van plaatsen voor artistieke expressie, zoals musea, theaters en schouwburgen.
Toch is het niet zomaar een provinciestadje ... internationaler dan Luxemburg vind je haast niet. De Europese instellingen en de banken (de financiële sector is nog altijd de economische motor) trekken mensen uit heel Europa aan. In de hoofdstad heeft 30% van de inwoners de Luxemburgse nationaliteit, liefst 70 % is expat. En elke dag komen nog eens 200.000 mensen uit de buurlanden hier werken.
Het centrum van het land herbergt trouwens niet minder dan 150 verschillende nationaliteiten die hun woonplaats gekozen hebben in een stad vol actie. Het cultureel programma van Luxemburg moet niet onderdoen voor dat van een grote stad : meertalig, multicultureel, creatief en eclectisch.
De meest gehoorde taal? Frans én Luxemburgs. Want ondanks hun internationale ingesteldheid staan Luxemburgers op hun eigenheid en is de voertaal Luxemburgs. Die taal spreken is het toppunt van integratie, daarnaast zijn Frans en Duits officiële talen. Meertaligheid is hier de norm.
De groene longen van de stad
De stad is erg compact. Het grotendeels verkeersvrije plateau dat het centrum vormt en de autoluwe wijken in de groene vallei eromheen nodigen uit om alles te voet te verkennen. In deze stad kan je ademen. Een derde van de oppervlakte is bedekt met mooi ingerichte groene zones. De overvloed aan parken en tuinen die verspreid liggen over de hoofdstad van Luxemburg maken er een groene schrijn vanwaar het goed vertoeven is.
Deze kleine hoofdstad heeft gigantische hoogteverschillen. Wie niet houdt van een wandeling met klimmen en dalen, kan met de lift van en naar de hoge en lage stad. Je kan de toeristische, culturele en historische trekpleisters ook ontdekken via een stadsrit met een toeristenbus. En het openbaar vervoer is bijzonder efficiënt geregeld: de stadsbussen rijden met de frequentie van een metro. Wie de stad per fiets wil ontdekken, kan een fiets huren bij één van de 72 vel’oh-stations verspreid over de stad.
Luxemburg is een stad van contrasten
Nergens anders vloeien de overblijfselen van oude forten en de creatie van hedendaagse architectuur zo discreet in elkaar over als hier. Het oude stadscentrum maakt al heel lang deel uit van Werelderfgoed van UNESCO. En blinkende hightech bouwwerken staan schouder aan schouder met historische gebouwen die getuigen van een rijke historische ervaring. Kortom: Luxemburg is een moderne stad met diepe wortels.
Wij starten onze wandeling op de Place d’Armes.
Vroeger diende dit plein als paradeplein (vandaar naam). ’s Zomers klinkt er vanuit het paviljoen vaak muziek.
Dit statige plein (ook wel salon van de stad genoemd) - voltooid in 1671 en opgeknapt in 1986 - vormt het hart van de stad. In deze buurt bevinden zich ook de beste restaurants. Het plein dankt zijn grandeur ook aan het in 1909 gebouwde patriciërshuis "Cercle", nu een cultureel centrum met prachtige salons en banketzalen.
We wandelen verder naar Place de la Constitucion, op de fundamenten van het vroegere Beck-bastion (1664-1685).
Het herdenkingsmonument Gëlle Fra (gouden vrouw), opgericht in 1923 ter nagedachtenis aan de, in de Eerste Wereldoorlog gevallen Luxemburgse soldaten, is nu het symbool voor vrijheid en verzet.
We zien het beeld ook vanaf het panoramisch terras.
En vanaf dit terras hebben we een fantastisch uitzicht op de vallei van de Pétrusse en de pont Adolphe (foto rechts).