Reis door de tijd in het openluchtmuseum (deel 3)

 

Hier in Arnhem komt geschiedenis tot leven.

Boerderij, Varik (Gld)

Deze welvarende boerderij stond op vruchtbare kleigrond in de Betuwe. Het gemengde bedrijf leverde opbrengsten uit akkerbouw, fruitteelt, veeteelt en paardenfokkerij. Woon- en werkgedeelten zijn gescheiden van elkaar.

Aan de achterkant van de boerderij steekt het dak ver uit. Er zit een luik naar de zolder.

De hooiwagens werden onder dit dag gezet en zo kon het hooi direct van de wagen op zolder gestoken worden.

Het woongedeelte weerspiegelt de welstand van de bewoners met de pronkkamer als hoogtepunt.

De boerin laat zien hoe rond 1910 voedsel werd bereid en bewaard. Ze maakt aardappelstoemp met ...

De boerin laat zien hoe rond 1900 het voedsel werd bereid en bewaard. Bezoekers mogen mee aan tafel schuiven. Vraag me niet meer welke groente het was (ik ben het rats vergeten) - aardappelstoemp met? ... ik stond erbij maar ben de naam van de groene groente vergeten.

De woonboerderij, Hoogmade (Z.H.)

Deze woonboerderij representeert de verandering van het platteland van agrarisch gebied tot woonparadijs. Oud-staatssecretaris Van Leeuwen bewoonde de statusrijke woonboerderij vol luxe. De bewoners leefden van de verkoop van boter en kaas. In de 18de eeuw vergrootte de boer zijn bedrijf met een zomerhuis.

Dit is een schril contrast met de kleinere boerderijen.

Er is zelfs een wijnkelder - een bureau én een aparte slaapkamer voor de gezinsleden.

Windhoutzaagmolen, Numansdorp (Z.H.)

Deze paltrokmolen, ontwikkeld rond 1600, kon boomstammen in balken of planken zagen. Vooral de scheeps- en huizenbouw nam veel gezaagd hout af. Deze molen stond bij Dordrecht, toen een belangrijk houthandelscentrum. In 1854 werd hij overgeplaatst naar Numansdorp.

Grote boerderij, Oud-Beijerland (Z.H)

Deze boerderij met de allure van een heus kasteel, stond in de vruchtbare zeekleipolders van de Hoeksche Waard. Eigenaar jonker Reinhart van Aeswijn breidde de bescheiden boerderij in 1617 uit met een statig voorhuis.

T.B.C.-lighuisje, Olst (Ov.)

Tuberculose was eeuwenlang een gevreesde, besmettelijke volksziekte. Door slechte hygiëne, voeding en huisvesting vielen juist onder de arme bevolking veel slachtoffers. Begin 20ste eeuw begonnen de kruisverenigingen met praktische hulpverlening, voorlichting en het verstrekken van hulpmiddelen. En het ging verder : zieken werden overdag verpleegd in TBC-huisjes zoals deze. Vaak stonden deze lighuisjes dicht bij elkaar op het terrein van een kruisverenigingsgebouw. Patiënten kregen er verzorging, rust en zuivere lucht en ze vormden niet langer een besmettingsgevaar. In verband met de stand van de zon en de windrichting, zijn de huisjes draaibaar. Als het nodig was, kon een TBC-huisje op een afgelegen plaats op het erf worden gezet.

Boerderij, Giethoorn

Toen Rutger Aalders Slagter deze boerderij liet bouwen in het drassige weide-en plassengebied van noordwest Overijsel, was hij een welvarend man.

Hij bezat een indrukwekkend boerenbedrijf met zo’n 27 ha hooi-, wei-, rietland en water.

 

Volgende boerderijen uit Overijssel zijn zeker ook meer dan een bezoek waard :

Kleine boerderij, Beltrum

Hier leefde de rooms-katholieke familie Reinders generaties lang. De boerderij bood onderdak aan 8 tot 10 personen. Het weefgetouw in de zijkamer duidt op de textielindustrie in deze streek.

Boerderij, Kadoelen

Deze Overijsselse boerderij is een voorbeeld van de bedrijfsgebouwen die rond 1800 in opkomst waren.

Boerderij, Staphorst

Staphorst ligt precies op de grens van laagveen (grasland) en zandgrond. veel boerenbedrijven in de streek zijn veeteeltbedrijven, zoals ook deze boerderij. De mest uit de potstal kwam goed van pas bij de akkerbouw op de schrale zandgrond.

 

Ik wil hier niet van alle boerderijen en bezienswaardigheden foto’s plaatsen.

Jullie moeten zelf een dagje uittrekken om naar het openluchtmuseum te gaan . Het is meer dan een bezoek waard.

 

Volgend deel :  Openluchtmuseum - deel 4