Pura Ulun Danu Bratan, tempel in een kratermeer
We maken vandaag een uitstap naar het centrale hoogland van Bali.
Op zo'n 1200 meter hoogte liggen Danau Bratan en Bedugul, in een omgeving die de Britten heel treffend omschrijven als lush (weelderig).
Het is vaak mistig op deze hoogte, maar dat geeft een extra mysterieuze sfeer aan Pura Ulun Danu.
De caldera Danau Bratan ligt bij het dorp Bedugul en is gevormd door de ineenstorting van de grond na een vulkaanuitbarsting.
Het vulkanische complex beslaat een gebied van 11 bij 6 kilometer. Het is aan de zuidelijke rand omgeven door verschillende jongere stratovulkanen.
Alle vulkanen zijn dicht begroeid en in de afgelopen duizenden jaren niet tot uitbarsting gekomen.
Door zijn 1239 meter hoogte is het klimaat hier lekker koel.
De frisse schoonheid van het meer, omringd door heuvels met pijnbomen, is iets wat wij op een tropisch eiland niet verwachten.
Het koele klimaat en de overdaad aan groen maken dit gebied bij uitstek geschikt voor mensen die van de natuur en van wandelen houden.
Actieve recreatie is eveneens mogelijk, want op het meer kunnen liefhebbers hun hartje ophalen aan alle vormen van watersport.
Het meer is een belangrijke irrigatiebron in centraal Bali.
Het staat ook bekend als het 'Meer van de Heilige Berg' vanwege de vruchtbaarheid van dit gebied.
In volgend deel wandelen we door de groene omgeving. Maar eerst trekt de tempel al onze aandacht.
De Balinezen vereren in deze hindoeïstische tempel de godin Dewi Danu, Godin van het water, meren en rivieren.
We kennen ondertussen al de ingang aan de 'open' poort en komen zo op het tempelplein.
Aan de noordoostelijke zijde van het meer staat de tempel Pura Ulun Danu, op een klein schiereiland. Het tempelcomplex werd in 1633 gebouwd door I Gusti Agung Putu, de koning van Mengwi. De tempels zijn verspreid over meerdere eilandjes. Feitelijk is het een half hindoeïstische, half boeddhistische tempel, met het altaar als middelpunt van de ceremonies.
In al zijn eenvoudige schoonheid is de tempel met drie, zeven en elf etages tellende meru zeker een foto waard.
De hoofdtempel (de Pura Teratai Bang) heeft een karakteristieke toren van 7 daken. Dit is de tempel voor Brahma.
Op een ander eilandje staat een tempel met maar liefst 11 daken (links op de foto).
De Meru met elf op elkaar gestapelde dakjes is gewijd aan Shiva en zijn gemalin Parvati. Ook Boeddha (als reïncarnatie van Vishnoe) heeft een plaats in de hindoeïstische godentempel.
In de kleinere tempel met 3 dakjes (rechts op de foto) bevindt zich een heilige bron.
Het heilige water, 'tirta' genoemd, wordt gebruikt om mensen die hier komen bidden, te zegenen.
Het gladde reflecterend oppervlak van het meer rond de basis van de tempel creëert een unieke indruk. Het tempelcomplex is zodanig gebouwd dat als we ernaar kijken, het lijkt alsof de tempels het op het meer drijven. En dat terwijl de bergketen van de regio Bedugul rondom het meer een mooie achtergrond biedt.
De tempel en omgeving zijn keurig onderhouden en met een beetje geluk is er net een ceremonie bezig.
Hierbij worden de goden geëerd met offers, gebeden en feesten. Er worden dagelijks offers gebracht. Dit varieert van een schaaltje met bloemen tot zeer grote offertorens met veel fruit en bloemen.
Bij het buitengaan komen we langs de winkeltjes en straatkraampjes met sarongs, t-shirts en kettinkjes en prularia.
Of misschien heb je zin voor een foto met een slang? Mits betaling uiteraard :-)
In volgend deel maken we een wandeling door 'de landschappen van Jatiluwih'