We reizen terug naar het Westen van Cuba

 

We verlaten het centrum van Baracoa en rijden terug naar Santiago de Cuba. Daar nemen we het vliegtuig naar het westen.

De busreis gaat door een prachtig natuurgebied met palm- en bananenbomen én cacaoplantages.

Hier maken we kennis met het traditionele, landelijke leven en de cacaoplantages in en rond Baracoa.

De gids vertelt over de cacaovrucht, de ontwikkeling en de verwerking van de cacaoboon.

We wandelen werkelijk door een prachtige natuur vol vruchten en bloemen.

De datum waarop de cacao in Cuba geïntroduceerd werd is niet gekend. Volgens sommigen werd de cacao rond 1540, door de Spanjaarden meegebracht naar Cuba via Mexico. Anderen beweren dat het later geïmporteerd werd door de Fransen. De eerste effectieve bewijzen van de aanwezigheid van cacao in Cuba dateren van 1748. In het begin van de jaren 1800 was de uitvoer van cacao en van koffie belangrijk. De cacaoboom werd hier ingevoerd om geteeld te worden en was dus niet in wilde vorm aanwezig. De enige regio waar momenteel de cacaocultuur nog wordt behouden is deze van Baracoa, in het uiterste zuidoosten van het eiland.

De productie is in handen van kleine landbouwers. Deze boeren bewerken kleine, meestal hellende oppervlakten, waar ze twee maal per jaar de cacaovruchten oogsten. De belangrijkste oogst gebeurt van februari tot juli. Een tweede oogst heeft plaats van september tot december, maar deze geeft minder. Het werken gebeurt vooral in familieverband en een deeltje van de opbrengst is bestemd voor eigen gebruik. Deze families samen produceren slechts ± 2 à 3000 ton cacaobonen. De meeste van deze culturen werden verwoest tijdens de onafhankelijkheidsstrijd in het begin van de jaren 1900.

foto hierboven : huis van een cacaoboer met zijn gezin

 

Naast het deel voor eigen gebruik, bezorgen de kleine boeren de verse bonen die ze uit de cacaovruchten halen aan de fabriek, die ze dan droogt. Die verkoopt ze op haar beurt aan de fabriek die cacaomassa, cacaoboter, cacaopoeder en chocolade produceert in Baracoa. De boerenfamilies waarvan het inkomen eerder bescheiden is, moeten hard werken en verdienen weinig.

Hun welkom en ontvangst zijn evenwel omgekeerd evenredig met hun bezittingen. Zij verwelkomen hun gasten met een uitzonderlijke vriendelijkheid en delen met hen het weinige dat ze hebben. Terwijl de man informatie geeft over zijn werk, maakt de vrouw een uitstekende koffie of een heerlijk kopje warme cacao klaar, gemaakt van de cacaopoeder, suiker en kokosmelk.

Het bezoek aan Baracoa en zijn cacaoboeren is een ervaring van nederigheid en van levenskunst, die tot nadenken stemt. Het is iets wat bijblijft en een diep verlangen opwekt om deze magnifieke ervaring nogmaals te beleven.

 

We hebben er honger van gekregen. In één van die plantages ligt het restaurant El Cacahual.

Zowel de buitenkant van het restaurant als het interieur zijn heel kleurrijk. De maaltijd is niet zo denderend.

Opnieuw zijn het rijst, bonen, reepjes vlees, wat groentjes en onsmakelijke aardappelen.

Maar ik laat het niet aan mijn hart komen want het dessert maakt voor mij alles goed.

De chocoladepudding is héérlijk! We zitten immers in een cacaoplantage, als dáár geen lekkere chocolade is.

Ik vul mijn bordje meer dan één keer.

Van het varkensvlees en de rijst waren er nog overschotten, maar niet van de chocoladepudding.

Weet je trouwens dat er in Baracoa een chocoladefabriek is?

 

We verlaten Baracoa en omgeving en rijden opnieuw de bergen in.

Voor de laatste maal komen we langs de Caraïbische Zee ...

en voorbij bananenplantages ...

Dan rijden we de autosnelweg op … voor zover je ‘dit’ een autosnelweg kan noemen! Als wij aan een autosnelweg denken, dan hebben wij het beeld van heel druk verkeer. Hier zijn amper auto’s te zien. Het is niet abnormaal als opeens een paar koeien over de weg wandelen en ook een fietser kan de weg oprijden!

We zien er paard en kar, tractors met kar, fietsriksja’s, brommers, bussen en oldtimers. Er zijn Lada’s, militaire voertuigen, moderne recente wagens, toeristenbussen en overstekende mensen op de autostrade. Zelfs ezels en loslopende honden zijn te zien. Soms zijn er niet alleen op en afritten, maar zijn er ook zijstraten. En op sommige plaatsen kan de middenberm op de autostrade ontbreken.

We zijn na een heel lange rit aangekomen in Santiago de Cuba. Dit wordt ons laatste gezamenlijke maaltijd en dan komt de tijd om onze gids te bedanken.

Dank zij hem hadden wij een fantastische reis en hebben we Cuba leren kennen ... 'door de ogen van een Cubaan gezien'.

 

De volgende morgen nemen we het vliegtuig naar Varadero.

In een laatste verhaal stel ik het vakantieparadijs 'Varadero' voor.

 

Volgend deel: Varadero, een exotisch paradijs