Sigiriya, de rots waarop de vorst zijn paleis liet bouwen.  

 

Op de weg van Polloanruwa richting Dambulla zien we in de verte een soort rechthoekige monoliet.

Het is de, tot in de wolken reikende, torenhoge rots van Sigiriya.

Deze adembenemende stenen kolos, ook wel het 8ste wereldwonder genoemd, rijst wel 200m boven de vlakte uit. Erbovenop troont de wellicht grootste attractie van Sri Lanka, nl. Sigiriya, de rotsburcht van de koninklijke bastaard Kashyapa uit de 5de eeuw. Ze wordt ook de Leeuwenrots genoemd.

De geschiedenis klinkt uiterst dramatisch...

De schepper van Sigiriya was de dappere, moordlustige en briljante Kasyapa, die regeerde van 477 tot 495. Hij was de zoon van koning Dhatusena en zijn concubine. In de wetenschap dat zijn jongere halfbroer Mogallana, die wel van koninklijke bloede was, de koning zou opvolgen, claimde Kasyapa de troon, nam zijn vader gevangen en liet hem vermoorden (levend inmetselen). De rechtmatige troonopvolger Moggallana vluchtte naar India.

Maar Koning Kashyapa leefde van toen af in angst voor de terugkeer van de erfgenaam. Hij liet zijn bolwerk neerplanten boven op de rotsen, een geschikte verschansing. Zeven jaar nadat hij de troon had bestegen, nam Koning Kasyapa zijn intrek in het fabelachtige paleis in Sigiriya. Het was gebouwd als bescherming - tegen eventuele wraakneming van Mogallana. Het natuurlijke bastion was versterkt met enkele ingenieuze verdedigingswerken, zoals de brede fortgrachten en stenen wallen, met afmetingen op een schaal die uniek was voor Sri Lanka. De buitenste fortgracht was zo aangelegd dat het hele gebied tussen de twee grachten onder water kon worden gezet. Een katapult staat nog altijd op de top, klaar om stenen op de aanvallers af te vuren. Om ervoor te zorgen dat de wachters wakker zouden blijven, waren de wachtposten op de top van de berg zo geplaatst dat een slapende schilwacht genadeloos in de diepte zou storten.

Koning Kasyapa bracht versieringen aan in de burcht en liet talrijke schilderingen maken op de rotsen. Ook kwam er een geïrrigeerde tuin en in de loop van de jaren wierp hij zich bovendien op al bevorderaar van boeddhisme en kunst.

De vadermoordenaar leefde in zijn 'hemelburcht'. Maar 18 jaar nadat hij de macht had gegrepen, stond Kasyapa tegenover de teruggekeerde Mogallana en zijn leger. Op een gedenkwaardige dag in het jaar 495, in het heetst van de strijd, sloeg het noodlot toe en liet de koning het leven.

Moggallane werd koning en betrok het paleis in Anurahapura. Sigiriya liet hij over aan de monniken. Een tijdlang trokken dezen zich terug op de rots om er te mediteren. Op een bepaald moment werd de vesting opgegeven, verviel en verscheen pas weer toen ze herontdekt werd door archeologen in de Britse tijdperk. Tegenwoordig is wel wat fantasie nodig om een beeld te krijgen van het toenmalige paleiscomplex, boven op de rots.

Dat Kasyapa ondanks de voortdurende dreiging waarde hechtte aan schoonheid en ontspanning blijkt ook uit de symmetrisch aangelegde Pleasure Garden, die met waterwerken, vijvers en paviljoens voor weldadige afwisseling zorgde. Sommige delen van de tuin zijn gereconstrueerd. Dit alles herinnert ons eraan dat hier vroeger een stad lag. Sigiriya was een rechthoekige koningsstad die zich over een oppervlakte van 130ha rondom de rots uitstrekte.

Wij staan voor die gigantische, roestbruine rotsblok die schittert in de zon en wandelen door de paleistuin met symmetrisch aangelegde lotusvijvers, grachten, paviljoens en wandelpaden.

   

De beklimming van dit hoge en steile werelderfgoed van de Unesco (sinds 1981) neemt zeker een paar uren in in beslag.

Na de lange vlakke laan, begint de klim. Ik kan het bijna niet geloven, "We gaan een rots beklimmen!"

Wie de volledige klim (en de afdaling) wil doen, trekt hiervoor minimum 2,5 uur uit - en best voorzien zijn van water en zonnebrandcrème.

Na de klim op de bakstenen trappen komen we op een eerste platform. Met de hitte en om de bezoekersstromen te mijden is het best om de rotsvesting zo vroeg mogelijk of juist laat in de namiddag te bezoeken.

We hebben het eerste platform bereikt. Ons volgend doel is het middelste platform, het Leeuwenpoortterras.

Alles gaat goed .. tot we de volgende trap zien.

Die steile trap en het metalen wandelpad (geplaatst in de 19de eeuw) ziet er niet meteen uitnodigend uit. Tja, dat heb je als je de Sigiriya wilt beklimmen hé. De ijzeren wenteltrap, ongeveer halfweg de rots leidt naar de grot van de zogenaamde Maagden van Sigiriya. Toeristen die het niet zien zitten om deze trap te beklimmen, kunnen gewoon via de Spiegelmuur wandelen tot aan de Leeuwenpoort.

Maar, deze trap overslaan betekende dat ik de fresco’s van Sigiriya niet zou zien. We waren nu zover, doorbijten dus maar … en de wenteltrap beklimmen.

We gaan in een - met hekken beschermde - rotsspleet met de beroemde cloud maidens (wolkenmeisjes). Kasyapa gaf zelf in de 5e eeuw opdracht om deze uiterst verfijnde muurschilderingen te vervaardigen.

De kleuren van de rotsschilderingen zijn nog zo levendig dat het lijkt alsof de kunstenaars de portretten van de rondborstige vrouwen niet in de 5de eeuw, maar pas onlangs op de rotswand hebben geschilderd. Er waren oorspronkelijk 500 van deze heerlijke rotsschilderingen bewonderen. Vandaag zijn er nog slechts 22 van bewaard gebleven. Er wordt beweerd dat ze vernietigd werden door Boeddhistische monniken die naderhand op de Leeuwenrots verbleven. Sommigen zijn deels gerestaureerd.

Wie de schoonheden precies zijn, is onduidelijk. Vermoedelijk gaat het om apsaras, die volgens het hindoegeloof voor het vermaak van de goden zorgen.

Deze muurschilderingen tonen sensuele beeltenissen van vrouwelijk schoon. De vrouwen met ontbloot bovenlijf zijn vanaf hun middel gehuld in wolken en lijken bloemblaadjes rond te strooien en bladen met fruit te offeren. Ze zijn bijna op ware grootte afgebeeld. Ze zijn versierd met hoofdtooi en sieraden. De in groen en rode tinten getekende vrouwen, zitten tot aan de heup in een wolk, die hen als het ware hoog in de lucht laat zweven. Volgens sommigen zijn het boeddhistische godinnen (zoals Tara uit het mahayana-boedhisme); anderen vermoeden dan weer dat het om hofdames, of meer bepaald concubines van de koning gaat. Het zouden ook halfgoddelijke nimfen (aspara’s) kunnen zijn.

Maar wie de dames goed bekijkt merkt dat enkele borsten op een nogal moderne manier werd gelift. Het is minder zichtbaar op de foto, maar de achteraf geschilderde tepels liggen iets hoger dan op het originele, onderliggende schilderwerk.

Willen ze door, de met wolken omgeven berg dansen, en hiermee de koning steunen? Waarom zijn de meisjes maar tot de taille afgebeeld, terwijl ze dansen? Waarom worden de attributen van een bediende gedragen? Kortom, er zijn nog mysteries rond deze wolkenmaagden.

Hoe dan ook, de beklimming loont de moeite. Al was het maar om de prachtige wolkenmeisjes die elke toerist moet gezien hebben als hij Sigiriya heeft bezocht.

Deze schilderingen zijn uniek in de Sri Lankaanse kunstgeschiedenis.

We stappen nu ook een stukje verder langs de 150 m lange Mirror War. Het leek op het eerste zicht op een gewone muur die het pad langs de rotswand afschermde van de afgrond. Maar toen ik beter keek, viel het me op hoe glad hij was. Het leek bijna marmer.

De gids vertelde : "Ooit was dit een bakstenen muur bedekt een glanzend gepolijste laag gemaakt van kalk, eiwit, bijenwas en honing van wilde bijen. De muur was zo gepolijst was dat het reflecties kon produceren. De muur glansde vroeger zo dat je er jezelf in kon zien. Vandaar dan ook de naam Spiegelmuur."

Door de jaren heen, heeft menig bezoeker getracht hier teksten in te krassen. De spiegelmuur bevatte historische en (helaas) ook hedendaagse graffiti van toeristische vandalen. Sommige kunstzinnige teksten in dichtvorm werden in de 7de tot de 14de eeuw door bezoekers aangebracht en behoren tot de oudste teksten op Sri Lanka. Met zoveel bezoekers die een bericht wilden achterlaten, werd de traditie beëindigd en de muur ondergaat nu een beschermende restauratie.

foto genomen via https://www.newsfirst.lk/2014/11/07/school-girl-arrested-trying-deface-sigiriya-mirror-wall/

Na de spiegelmuur komen nog een paar treden en we bereiken het middelste platform, Lion’s Paw Terrace (Leeuwenpootterras). De rots van Sigiriya wordt ook niet voor niets Leeuwenrots en ook wel het achtste wereldwonder genoemd.

Door een van baksteen opgetrokken kop en voorpoten tegen de rots aan te bouwen kreeg deze het aanzien van een immens grote liggende leeuw. Alleen de klauwen hebben de tand des tijds weerstaan. Onderzoekers denken dat de leeuw oorspronkelijk veel groter was en ook een hoofd en schouders had.

Twee kolossale leeuwenpoten maakten vroeger deel uit van een enorme leeuw met een open mond. De open mond is de ingang van het paleis. Vandaag blijven alleen de leeuwenpoten over. (er zijn restauratiewerken bezig als wij hier zijn).

Zij die er nog niet genoeg van hebben kunnen hier nog verder omhoog gaan via een metalen trap langs de rotswand. 

Naar mijn mening mag je hier geen hoogtevrees hebben, het lijkt misschien niet erg hoog op de foto, maar het gaat toch om 200 meter.

De in de rotsen uitgehouwen treden en de ijzeren trappen hebben wel leuningen, maar het gaat hier bijna loodrecht omhoog.

(onderstaande foto werd van google genomen)

Wij klimmen nog even verder naar boven ...

Helemaal boven liet Koning Kassapa zijn 1,5 ha grote paleis bouwen. Hier zijn alleen nog overblijfselen van fundamenten te zien zijn. Zij tot boven gekomen zijn, vertelden dat ze na de klim konden genieten. Vanaf het duizelingwekkend hoge rotsplateau hadden ze een prachtig uitzicht; er was ook een waterbekken, een rotstroon van graniet en enkele muurrestanten vormen de laatste getuigen van de koningsheerschappij.

(Volgende drie foto's zijn genomen via google).

Ze zagen ook de koninklijke tuin met de wandelpaden en de vijvers met hun kunstzinnige symmetrie, die pas vanuit de hoogte gezien helemaal tot haar recht komt.

Wij zijn niet helemaal naar boven geweest. Met gewone stenen trappen had ik het misschien nog gewaagd, maar tussen die ijzeren treden kon je naar beneden kijken en … neen, bedankt. Ik geef grif toe dat ik hiervoor niet moedig genoeg ben.

We komen wel voorbij de Cobra Hood Cave, zo genoemd omdat de rots waaronder deze grot zich bevindt op de kop van een cobra lijkt. De overhangende grot, die zich vergelijkt met de kraag van een cobra werd in de 3de eeuw v.Chr. reeds door de monniken bewoond.

De weg die we volgen om van de Leeuwenpoort weer naar de uitgang te gaan, is anders dan degene die we genomen hebt om er te geraken. Deels is dat om te zorgen dat er enkel eenrichtingsverkeer is maar, volgens mij zal het ook wel meespelen dat er aan de uitgang een aantal souvenirwinkeltjes staan.

 

De winkeltjes waren nu niet erg of opdringerig en de ijsjesverkopers ook niet. Hoewel ik de uiterste top niet bereikte, vond ik toch dat ik dat ijsje verdiend had.

 

Volgend deel : Lekker eten op weg naar Kandy