De vallei van de Koningen
Het is nog vroeg als de wekker afloopt, maar we moeten eruit om te gaan ontbijten. We worden trouwens om 6.30u verwacht (vertrekkensklaar) aan de receptie.
Ata legt ons uit 'waarom' we zo vroeg uit de veren moesten.
Ten eerste: er zijn vandaag heel wat bezoeken gepland en we moeten tijdig terug zijn want de boot vaart af om 18u omdat we ’s nachts door de sluis van Esna moeten.
Ten tweede: het bezoek aan de valleien in Thebe valt beter mee vóór de middag omdat de zon dan nog te verdragen is.
Als je de kaart bekijkt dan kan je de cruise volgen: van Luxor tot Abu Simbel. Uiteraard gaan we heel vaak van boord om de bezienswaardigheden op onze weg te bezoeken. De stad Caïro komt aan bod na de cruise.
Mohamed Ata = de naam van onze gids. Hij vindt het best dat we hem aanspreken met Ata. Tja, als we Mohamed roepen, dan is de kans groot is dat er vele Egyptenaren zullen afkomen! En daar horen we een fluitsignaal. Dat blijkt onze Ata te zijn (zijn specifiek fluiten met de tong) en hiermee zullen we de rest van de reis meer en meer vertrouwd geraken. Praktischer dan met een paraplu rondlopen, vind ik.
We verlaten de 'Queen Nabila' en steken de Nijl over in een kleiner bootje.
Een lachende, mollige Egyptenaar in een witte Djellaba brengt ons naar de linkeroever van de Nijl.
De linkeroever van de Nijl
Aan deze kant van de Nijl – de kant van de doden, waar ’s avonds toepasselijk spookachtig het gezang van de muezzin weerkaatst – ligt in de Thebaanse Heuvels de Vallei van de Koningen. Hier, waar de zon ondergaat, werden in de vallei ongeveer 64 graven uit de rotsen gehouwen, om de dode farao’s te begraven.
De Nijl verdeelde het oude Thebe in twee werelden: een stad van levenden en een stad van doden.
- De rijke stad Thebe lag op de oostoever, de oever waar de zon opkomt. Hier bevonden zich de prachtige paleizen en villa’s, de woonwijken, de markten en pakhuizen. In de loop der tijden ontwikkelde Thebe zich van onopvallende provinciehoofdstad tot levendige metropool: de residentie van de farao’s van het Nieuwe Rijk en het centrum van verering van de koning der goden Amon-Re. De tempel van Amon-Re, in Karnak, werd het hart van het land en speelde een belangrijke politieke rol tot de stad in de 7de eeuw voor Chr. door de Assyriërs werd vernietigd.
- De Dodenstad lag op de westoever, de oever van de doden, waar de zon ondergaat. Het Rijk der Doden ligt een bergrug waarvan de hoogste top als een natuurlijke piramide over het vruchtbare, vlakke land uitstijgt. In de schaduw van deze woestijnbergen ligt de Vallei van de Koningen (de mysterieuze begraafplaats van de farao’s van het Nieuwe Rijk), de Vallei van de Koninginnen en de Graven van de edelen.
De necropolis (= stad van de doden) is enkele kilometers lang en breed. Een toeristentreintje brengt ons naar de Vallei van de Koningen.
De gids verwittigt ons dat fotograferen in de site alleen BUITEN mag, NIET in de graven. Filmen is verboden en dat vindt Rik wel héél jammer. Overal zien we bewakers. Het is al erg warm als we door de vallei wandelen. In de winter zijn de ochtenden aangenaam warm en de middagen heet maar draaglijk. In de zomer is het ’s middags verschrikkelijk heet.
Wij zijn vol bewondering voor de grootsheid van de site.
Verspreid aan de voet van een rotsgebergte liggen tientallen graven die onderling door een netwerk van paden verbonden zijn. Aan de buitenkant zien we niet meer dan enkele gapende openingen in de rots. Alhoewel de ingang van de graven systematisch werd gecamoufleerd om diefstal tegen te gaan, trokken grafplunderaars massaal naar de vallei. De hele Egyptische grafarchitectuur stond in het teken van het verijdelen van plunderingen, maar het graf was amper afgesloten of de jacht op de schatten was al begonnen. Alle farao’s hebben hun leven gewijd aan het zoeken naar een systeem om hun graf zo hermetisch af te sluiten, dat plunderaars er niet met hun schatten vandoor konden gaan. Maar niet alleen de plunderaars, ook het gewone volk had in die tijd weinig respect voor de graven. Stel je eens in hun plaats .. wat een buitenkans! Een huis vol rijkdommen met een voor eeuwig ingeslapen eigenaar! Wat de dieven het meest interesseerde, waren de grafvoorwerpen, met als meest begeerde stuk de kostbare gouden scarabee die op de borst van de farao werd geplaatst. De mummie zelf interesseerde niemand.
Het was vroeger een verloren hoek in de woestijn, totdat Thotmoses I besliste zich te laten begraven op een geheime plaats. Elk van de 64 graven bevindt zich diep onder de grond, op het einde van een trappengang.
Van sommigen zijn de wanden prachtig versierd met verhandelingen van de reis door de onderwereld en rituele schilderingen om de farao’s bij te staan in het hiernamaals.
De gids zoekt een schaduwrijk plekje op en geeft een deskundige uitleg over wat we hier te zien krijgen. We zijn met een kleine groep en de manier waarop Ata vertelt zorgt ervoor dat we aan zijn lippen hangen. Hij vertelt over de vroegere plunderingen, de manier waarop een zonnestraal op een spiegel weerkaatste en licht gaf in de tombe … en zoveel meer …
Het is voor een gewone toerist onmogelijk om alle graven te bezoeken. Er zijn ook heel wat graven gesloten wegens gevaar voor instorting.
Na de uitleg krijgen we de kans om enkele graven te bezoeken en Ata geeft ons advies over welke de mooiste zijn.
Aangezien we niet mochten fotograferen in de graven, heb ik de foto's genomen van google. Bij mij staat alles nog in mijn geheugen gegrift én ik heb postkaarten gekocht.
1. Graf van Si-ptah (1200-1194 v. Chr.)
Wij dalen in het eerste graf, dat van Si-ptah. Dit graf voert 106 meter de rotsen in en is daarmee een van de langste in het dal. Het is één van de onvoltooide graven in de vallei, daar het alleen vooraan aan de ingang geschilderd is. De koning heeft slechts acht jaar over Egypte geregeerd en is gestorven voor het graf klaar was. Binnen het graf sieren lichtgekleurde bas-reliëfs de wanden. Het plafond is beschilderd met een stoet gieren, die met hun vleugels de gang omspannen. Wij staan vol bewondering voor de mooie tekeningen in de muur en we gaan door tot op het einde waar de sarcofaag staat.
2. Graf van Seti I (1306-1290 v.Chr.)
Het graf van Seti I is nog mooier. Het werd in 1817 ontdekt door de Italiaanse Egyptoloog Giovanni Battista Belzoni. Het is het diepste graf in de vallei en is ongeveer 134 meter in de rotsen uitgekapt. Dit magnifieke graf is versierd met verfijnde bas-reliëfs en vergulde schilderingen. Op het plafond van de sarcofaagkamer prijkt een sterrenhemel. De zwarte, basalten sarcofaag werd verkocht door Belzoni aan de Engelsman John Sloane en naar het Sloane museum in Londen overgebracht. Wij hadden geluk (in 2009) dit graf te zien, momenteel is het gesloten wegens restauratie.
3. Graf van Toetanchamon (1352-1334 v.Chr.)
In 1922 werd het graf van Toetanchamon in ongeschonden staat ontdekt door de Engelse archeoloog Howard Carter. Het graf lag bedolven onder een hoop puin van het graf van Ramses VI. Daardoor was het aan de aandacht van rovers ontsnapt. Het graf van Toetanchamon is niet eens zo indrukwekkend. Dit is gemakkelijk te verklaren: werklieden begonnen aan een graf zodra er een heerser aan de macht kwam. Aangezien de tienerfarao stierf toen hij pas 19 jaar was kon hij niets anders dan een onafgewerkt graf erven. Hij is de enige farao die nog in zijn graf ligt.
Het is een klein graf en enkel de grafkamer is versierd. Er wordt getoond hoe de priester en de opvolger van Toetanchamon, Eje, de mondopeningsceremonie voltrekken aan het graf van de eigenaar, uniek in zijn soort.
In het midden van de grafkamer ligt de sarcofaag met de afbeeldingen op de hoeken van de vier beschermsters, de godinnen Isis, Neftis, Selket en Neith. Binnen de zandstenen sarcofaag ligt nog een houten sarcofaag, met daarin de mummie in heel slechte staat. Er werden in het graf meer dan 5.000 voorwerpen ontdekt. Die enorme rijkdom is nu te bezichtigen in het museum van Caïro.
4. Graf van Thotmoses III (1504-1450 v.Chr.)
Dit graf werd ontdekt in 1898 door de Egyptoloog Victor-Loret. Het werd op 30 meter hoogte in de rotsen uitgehouwen maar ontkwam niet aan grafschenners. Alleen de roodgranieten sarcofaag staat er nog. Om dit graf te bezoeken moet je wandelen tot aan het einde van een vertakking in de vallei, die naar links afbuigt. Je kan enkel via een ijzeren trap de ingang van het graf bereiken.
Op de muur binnen het graf staan de namen van 765 goden vermeld; ze worden afgebeeld met zwart-witte tekeningen. De armen en benen van de goden worden voorgesteld zonder kleur. De sarcofaag werd in de vorm van een cartouche gemaakt. het deksel van de sarcofaag ligt beschadigd op de grond. De mummie bevindt zich nu in het Egyptisch museum in Caïro.
5. Graf van Amenhotep II (1425-1397 v.Chr.)
Ook dit graf werd, in 1898, ontdekt door de Egyptoloog Victor-Loret. Het is één van de belangrijkste graven in de vallei, en ook een van de diepstliggende - 90 treden voeren naar verschillende niveaus.
Hoewel de schatten waren ontvreemd door rovers, lag de intact bewaarde mummie van Amenhotep nog in zijn fraaie sarcofaag toen het graf in 1898 ontdekt werd. Priesters hadden nog twaalf andere Koninklijke mummies in het rotsgraf verstopt. Het graf is mooi beschilderd en de sarcofaag is goed bewaard gebleven. Op de wanden van de grafkamer bevinden zich teksten uit het boek Amduat.
Amenhotep was de zoon van Thotmoses III.
6. Het graf van Tausert/Setnakht.
Ook dit graf blijft ons verbazen. Het werd gebouwd voor koningin Tausert (Tawosret), gemalin van Seti II. Later eigende Sethnacht, een farao uit de 20ste dynastie, zich het graf toe, nadat hij in de problemen was geraakt met de bouw van zijn eigen graf.
In de eerste twee gangen zijn nog tekeningen van de koningin te bewonderen, in de daarachter gelegen ruimten zijn de tekeningen en cartouches van de koningin overpleisterd en vervangen door afbeeldingen van Setnakht. Wat er met Tausert is gebeurd is niet bekend. Wel is haar sarcofaag later teruggevonden in een andere tombe, waar het door een prins was overgenomen.
Eén van de goed bewaarde muurschilderingen stelt de mond openingsceremonie voor, in de sarcofaagkamer word de farao begroet door de goden.
7. Graf van Ramses III (1194-1163 v.Chr.)
Het graf werd, in 1768, ontdekt door de schotse reiziger James Bruce. Maar de mummie werd gevonden in het graf van Amenhotep II in 1898.
Binnen in het graf zie je 10 zijkamertjes, 5 links en 5 rechts. Links op de muur van de 5de kamer zien we een mooie, bekende afbeelding van een blinde man die op een harp speelt. Het is schitterend bewaard gebleven. Enkele van de kleurrijke reliëfs verbeelden het alledaagse leven wat ongebruikelijk is voor een koningsgraf.
8. Graf van Ramses VI (1144-1136 v.Chr.)
Dit graf werd pas in 1820 herontdekt door de Engelse Egyptoloog James Burton en in 1888 opnieuw geopend. Het was in feite al voor Ramses V, die slechts vier jaar regeerde, gebouwd en werd door Ramses VI voltooid.
Dit graf was één van de redenen waarom het graf van Toetanchamon nooit ontdekt of leeggeroofd werd. Bij de bouw van het graf werd het puin gewoon bovenop het graf van Toetanchamon gegooid. Het is de enige plaats in de vallei waar de Egyptische sterrenbeelden in 36 delen afgebeeld staan.
het 'astronomisch' plafond
De opbouw van het graf is vrij eenvoudig, Na de ingang zijn er drie gangen die leiden naar de pijlerzaal. Daarna zijn er nog twee gangen die uitkomen op de voorkamer waarachter de grafkamer – een bijzonderheid is de gerestaureerde binnenste sarcofaag van de farao.
Nog enkele bijzondere graven zijn die van :
- Ramses I , de stichter van de 19de dynastie. Het graf is klein maar verfijnd. De wanden zijn beschilderd met voorstellingen uit het poortenboek. In de grafkamer staat de grote granieten sarcofaag nog.
- Ramses IV, de muren van dit graf uit de 20ste dynastie zijn ontsierd door Griekse en koptisch graffiti. Er zijn ook fraaie voorstellingen uit het dodenboek in levendige kleuren. De enorme sarcofaag van roze graniet is overdekt met magische teksten en reliëfs van Isis en Nephthys, ter bescherming van Ramses mummie.
- Ramses IX, dit lange steil aflopende graf is typerend voor de periode van de latere farao's met de naam Ramses. Op de schuine muren van de gangen staan voorstellingen uit de Litanie van Re, een religieus werk over de nachtvaart van de zonnegod. Een vertrek met vier zuilen voert naar de sarcofaagkamer, waar de koning Noet, omringd door heilige barken vol sterren, op het imposante plafond prijkt. Goden en demonen sieren de donkere muren. Er is nog te zien waar de sarcofaag heeft gestaan.
- Horemheb, dit was de laatste farao uit de 18de dynastie. Zijn graf wijkt af van de meeste andere uit die dynastie: Het bestaat uit één lange gang met zijvertrekken. De wanden zijn versierd met reliëfs uit het Amdoeat
De gids vertelt hoe een graf ontstond en hij leert ons al enkele tekens van de hiërogliefen en tekeningen. (hierover later meer)
Hoe ontstond een graf?
- de koning kiest de plaats van het graf.
- ong. 2000 arbeiders kwamen eraan te pas. Er waren 5 ploegen samen met een architect:
- een ploeg die moest uithouwen
- een ploeg metselaars
- een ploeg tekenaars
- een ploeg kleurenzetters (met pigmenten)
- een ploeg die de tekeningen fixeerde (met eiwit werd glans gegeven)
We hadden meer graven willen zien, maar 3 à 4 bezoeken was een maximum. De gids had een uur van samenkomen aan het treintje afgesproken. Daar klonk het fluitsignaaltje en verzamelen dus. Nog onder indruk van het mooie en napratend over de geschiedenis gaan we terug naar de uitgang, met het treintje. Overal staan de bewakers nauwlettend toe te zien!
De begraafplaatsen van de farao’s en hun vrouwen was indrukwekkend. Maar ook het gewone leven van de Egyptenaren is fascinerend. Onderweg van de ene bezienswaardigheid naar de andere, zien we een kapsalon waar vrouwen achter een groot scherm gecoiffeerd worden, zodat de mannen hen niet zonder hoofddoek zouden zien. We zien giechelende meisjes die amper tot hun 14de naar school gaan. Mannen tuffen vooruit op een lamentabel brommertje.
Ons landje lijkt heel ver weg …
Volgend deel: De tempel van Hatsjepsoet
De foto's, binnenkant graven, werden via google genomen voor commercieel hergebruik en via http://www.allesoveregypte.nl/koningdal.htm