Gastronomie en het Cubaanse ritme
In dit deel wil ik jullie vertellen wat 'de pot schaft' in Cuba en welke sensuele dansen en ritmes ons hart bekoorden.
DE GASTRONOMIE
Jarenlang heeft Cuba geleden onder een extreem tekort aan voedingsmiddelen. Gehakt werd vermengd met soja-afval, broodjes gebakken met aardappelmeel, en in plaats van boter werd vaak mayonaise op het brood gesmeerd. Wie naar dit tropisch paradijs afreist mag dit vooral niet vergeten. Er is inmiddels veel te koop, maar nog lang niet genoeg. Vergeleken met wat de Europeaan thuis gewoon is, is erop Cuba nog lang geen sprake van overvloed. Alles wat niet op Cuba wordt geproduceerd, moet door de handelspartners (Canada, Mexico, Midden- en Zuid Amerika, Europa) worden geleverd om vervolgens op centralistische wijze door de staat te worden verdeeld.
Je moet niet naar Cuba gaan voor de exquise keuken, die bestaat amper. Wie alleen in de hotels eet, proeft niet de 'echte' Cubaanse keuken, er worden veel smaakmakers voortgezet. Toeristen kunnen wel hun keuze maken (dank zij de buffetformule), maar het viel op ook dáár héél weinig variatie was. Lamsvlees en dure vis, garnalen en kreeft staan enkel in hotels en dure restaurants op het menu.
De Cubaanse keuken is vrij eenvoudig. Men eet wat op dat moment geoogst is. Er is geen sprake van mooi versierde borden met sausen en gevarieerde groentekransen.
Net als Cuba zelf, is de Cubaanse keuken een smeltkroes van cultureel bepaalde gewoontes. Indianen, Spaanse veroveraars, Afrikaanse slaven en Chinese migranten, ze brachten allemaal hun tradities en culinaire ingrediënten mee.
Het hoofdgerecht wordt vaak voorafgegaan door een voorgerecht. Dat bestaat meestal uit: een frisse, eetlustopwekkende salade met witte kool, augurken, groene bonen of tomaten en soms palmito. Het is nogal droog maar lekker. Na een 10-tal dagen wordt het wel eentonig.
Ook een schoteltje met fruit wordt opgediend als voorgerecht.
De hoofdgerechten worden vooral gedomineerd door kip en varkensvlees. Er wordt ook vaak speenvarken gegeten, gerookt, gesmoord of gebraden. Rundvlees komt zelden op het menu voor, maar dan meestal in de vorm van heel dunne, harde plakjes of als gehakt.
Het vlees wordt steevast geserveerd met:
1. moros y cristianos (Moren en Christenen): dit is witte rijst met kleine, zwarte bonen.
Dit was niet echt mijn ding, ik hou niet van bonen.
2. de machtige, zetmeelhoudende knolgroenten, que smaak lijkend op de aardappel.
Dit zijn inheemse groenten zoals bv. de vezelachtige manio (yuca), taro (malanga) en de zoete aardappel (boniato), evenals de pompoen (calabaza). Ik miste onze klassieke aardappel meer dan eens.
de manio (yuca)
Links : de malango - rechts : de boniato
3. De gebakken banaan : de plátano is de groene banaan: gebakken in haar geheel of in dunne schijfjes, gekookt of besprenkeld met olijfolie.
Dit is een niet weg te denken voedingswaar in Cuba.
Daarnaast is er nog de gefrituurde bakbananen nl. de tostones.
gefrituurde bakbananen (tostones)
Vis komt weinig voor in de Cubaanse keuken. Het werd vroeger beschouwd als voedsel voor de arme en doet denken aan de tijd vóór de revolutie, toen iedereen op vrijdag vis moest eten.
Eén keer vroegen we in een 'beter restaurant' een visschotel: 'Fruits de mer' stond op de kaart.
Dit was de schotel (foto hierboven). Het is dus niet te vergelijken met een Europese visschotel.
Het was wel lekker, maar dan mag je niet vergelijken met onze Belgische keuken!
De gerechten worden bereid in olijfolie en de meeste zijn op basis van ‘sofrito’ : een mengsel van knoflook, fijngesnipperde ui en groene paprika.
Op de rondreis aten wij de Cubaanse keuken. Er was heel weinig variatie, maar wij pasten ons snel aan.
Rijst, bonen, witte kool, bloemkool, rode biet, knolgewassen, kip en varkensvlees waren de meest voorkomende producten.
De aan tafel geserveerde lunches tijdens het rondreizen waren niet altijd even lekker.
Als ik terugdenk aan de moros y cristianos heb ik er echt geen zin in.
Maar toen we daar waren, hadden we honger van het rondtrekken en, tja het leek zo het gewoon dat we dit aten.
Tijdens de maaltijden werd frisdrank, water, bier of wijn geserveerd.
4. Fruit en desserten
De hotelbuffetten hebben gewoonlijk geen gebrek aan fruit zoals sinaasappels, grapefruits, papaja’s en soms kleine bananen, appels, meloenen, wijndruiven, mango, citroenen en ananas. Hoewel het land hier en daar bezaaid is met fruitbomen, zoekt men buiten het hotel helaas tevergeefs naar fruit. Het meeste Cubaanse fruit wordt verwerkt tot vruchtensap, zoals bv het siroopachtige mangosap.
'de guave'
5. Cubanen houden van zoete gerechten.
De karamelpudding is een erfenis van de Spaanse koloniale overheersers. In de creoolse restaurants wordt naast fruit vaak kaas met marmelade als typisch nagerecht geserveerd, ofwel marmelade van guave met kwark
Dit was een voorbeeld van ons dessert : 'marmelade met reepjes kaas'. De kaas was flauw van smaak maar ik vond het geheel toch lekker.
De Cubanen zijn trots op hun eigen roomijs, meestal verkrijgbaar in de smaken aardbei, chocolade of kokos.
En in het zuiden stond wel eens chocoladepudding als dessert, héél lekker!
Ter afronding van een maaltijd wordt sterke koffie zonder melk, maar met héél veel suiker gedronken, de café mezclado.
Wie een grote tas koffie wenst zoals bij ons, vraagt om een americano of een café con leche (koffie met melk). Koffie wordt beschouwd als de drank van de gastvrijheid.
6. Dranken
foto links : Er zijn twee soorten bier die meest gedronken worden in Cuba; de lichtere cristal en het iets betere bier bucanero.
foto links : Er zijn twee soorten bier die meest gedronken worden in Cuba; de lichtere cristal en het iets betere bier bucanero.
foto rechts : Dé favoriete drank in Cuba is uiteraard de rum. Gerijpt of ongerijpt, wordt die dan ook verwerkt in allerlei cocktails.
De bekendste Cubaanse rum is de Havana Club.
Voor het mixen van cocktails is de, circa 3 jaar oude Silver Dry (de ongerijpte, witte rum) het best geschikt.
De bruine, gerijpte rum wordt onderverdeeld in 3 soorten al naargelang zijn rijpingsduur: Carta Blanca (3 jaar), Oro (5 jaar) en Añejo (7 jaar). Deze wordt door kenners puur en zonder ijs gedronken.
Het zou zonde zijn om zo’n rum aan te lengen. Veel Cubanen kunnen zich trouwens alleen de sterke aguardiente (brandewijn) permitteren.
En last but not least ... zijn er de Cubaanse cocktails. Ze zijn voor velen een reden om cuba nooit meer te willen verlaten, zoals Ernest Hemingway.
We denken aan : de welbekende mojito, de cuba libre, de daiquiri, de piña colada, de soco, de cubanito en de Canchánchara.
Een typisch niet-alcoholisch drankje is het sap van suikerriet: de guarapo. Deze zoete dorstlesser is de laatste tijd eerder zelden te verkrijgen.
En voor de prijs kan je een hele avond drinken (slechts één euro).
Het Cubaanse ritme
We hadden het er al over 'wie Cuba zegt, zegt muziek'. Muziek is overal tegenwoordig in de Cubaanse samenleving. Zowat overal wordt er muziek gemaakt en gedanst. Het lijkt wel een levensfilosofie. De Afrikaanse cultuur ligt aan de basis van de meeste Cubaanse muziek. De slaven hebben met hun religieuze rituelen en zang, een stevige ondergrond gegeven voor een uitermate ritmische en opgewekte muziek.
In de Cubaanse muziek kunnen we 3 genres onderscheiden:
Het puur Afrikaans geïnspireerde genre, doordrongen van de trommels, zoals de rumba, de son, de mambo en de cha-cha-cha is zeer populair. Het is ontstaan rond de eeuwwisseling en overspoelde snel Europa.
De Spaans geïnspireerde balladestijl is veel minder bekend en is ook veel minder opgewekt. Het is een soort protestgenre dat gebaseerd is op de troubadours enerzijds en op de theatertraditie anderzijds. De teksten zijn vrijwel altijd sociaal geïnspireerd.
De salsa ontstond in de jaren 70 en is een mengeling van de oorspronkelijke trommelritmes (son, rumba, mambo, cha-cha-cha) met de Amerikaanse en Latin jazz – een muziekgolf die de wereld snel veroverde.
Wie de Cubaanse muziek van dichtbij wil beleven, hoeft niet ver te zoeken. In de bars, op staart, in de hotels … overal leeft het Cubaanse ritme en klinken de hele dag de opzwepende tonen van de salsa. Muziek is een heel belangrijk onderdeel van de Cubaan. Ik vond het dan ook erg plezant om mee te wiegen en te dansen op Cubaanse ritmes. Maar ik zal nog heel wat moeten oefenen om de souplesse van die Cubaanse vrouwen te kunnen evenaren! Zij hebben werkelijk het ritme en de lenigheid in alle vezels van hun lichaam.
Terwijl menig zonaanbidder zich op de droomstranden van Cuba in het paradijs waant, blijven de revolutie-romantici ten overstaan van de ontnuchterde realiteit van Cuba slechts sentimentele herinneringen. Gelukkig maar dat de Cubanen niet verstoken zijn van acrobatische overlevingstechnieken. Een daarvan is blijmoedigheid én muziek. Hun vrolijke aard, levenslust en hun onvergelijkbare kunst om onder elkaar knusheid te creëren, zorgen voor een geweldig ‘ondanks dat’. Ze staan altijd snel klaar met een stralende glimlach.
Het is deze sfeer die als een balsem voor de ziel is. En als traditionele combo’s songs als Perfidia, Lágrimas Negras of zelfs de gouwe ouwe Che-hymne 'Hasta Siempre Commandante' uitvoeren, zingt iedereen wel mee.
De meeste toeristen kunnen na twee weken de Cubaanse toppers meezingen, maar van de schaduwzijden van het paraíso tropical zullen en willen de meesten weinig merken; zeker niet in Havana en de toeristencentra met hun kilometerslange zandstranden en rijkelijk voorziene buffetten.
“Besame, besame mucho …”
Maar wie ooit in Cuba de ganse Caraïbische nacht door heeft gedanst op deze weemoedige evergreen ...
of wie zich heeft laten meevoeren door het ritme van de rumba ... zal altijd terugkeren …
Oye mi canto .... Yo sigo siendo cubano ... una vez màs ... laat deze liederen en klanken weergalmen zodat ik weer kan dromen van Cuba!
In de volgende delen gaan we samen op stap, vanaf dag één neem ik jullie verder mee door dit fascinerende land.
Volgend deel : Suikerriet en de cocktails