Riquewihr, Turckheim en Eguisheim

We bezoeken nog enkele mooie dorpjes aan de wijnroute.

1. Riquewihr

Ook het oude Reichenweier wordt nogal overspoeld met toeristen, maar dat is begrijpelijk.

Het lijkt een compleet openluchtmuseum en is uitbundig versierd met bonte geraniums.

Ondanks de oorlogen waardoor de streek werd geteisterd en de aanvallen die het te verduren kreeg, ziet Riquewihr er uit als in de 16de eeuw.

De parkeerplaatsen zijn buiten de stadsmuren. Trek voor een stadswandeling 1 à 2 uur uit! De hoofdstraat is de Rue du Général-de-Gaulle, aan de oostkant ervan (bij de oude vestingwerken) staat het kasteel van de hertogen van Württemberg. Zij kochten het stadje in 1324, hun nazaten bleven leenheer tot aan de Franse Revolutie.
In de voormalige stallen is het Musée de la Communication en Alsace gewijd aan communicatiemiddelen door de eeuwen heen – met een centrale rol voor oude postkoetsen, maar ook postzegels, telefoons en moderne transmissievormen.

In het torentje van een van de middeleeuwse stadspoorten is op drie verdiepingen een klein stedelijk museum gevestigd; van bovenaf heeft men een mooi uitzicht over de middeleeuwse straatjes en de laagvlakte.

Op een mooi binnenpleintje staan een oude put en een wijnpers. Een steegje en een trap leiden naar de stadsmuur met de voormalige stadsgevangenis. Deze Tour des Voleurs is een museum, met martelkamer, vergeetput, kerker en wachterszaal.

In de Oude Doldertoren aan het einde van de hoofdstraat is een museum met wapens, gereedschap uit een oude smisse en een tonslagerswerkplaats. De toren werd in 1291 gebouwd en in de 15de-16de eeuw versterkt.

 

2. Turckheim

Het uitzicht vanaf de bekende wijngaarden ‘Brand’ op het schilderachtige stadje is fantastisch. Turckheim bewaakt de toegang tot het mooie Munster- of Fechtdal.

De historische bebouwing is bijna volledig intact en ook de stadsmuren met de drie poorten bevestigen nog het oorspronkelijke driehoekige plan van de oude stad (14de – 15de eeuw) : de Porte de France, waar ooievaars nestelen – de Porte de Brand en de Porte de Munster.
Erg mooi zijn het Hôtel de Ville, Hotel des Deux-clefs uit de renaissance en de Grand’Rue.

Als je kuiert door de kleine straatjes kan je zo de druiven plukken. De ranken hangen langs de huizen, zowat iedereen heeft ‘zijn’ druiven.

Een historisch figuur die je, in Turckheim, van mei tot oktober rond 22u ’s avonds nog tegen het lijf kunt lopen is de nachtwaker, met hellebaard, mantel, lamp en hoorn. Het is ook een geliefde plaats voor ooievaars.

 

3. Eguisheim

Een voer voor fotografen en wijnliefhebbers is gegarandeerd het wijndorpje Eguisheim!  De Grand Cru’s, Steingrubber en Hengst, houden een groot deel van de gemoederen al sinds de Romeinse tijd bezig. De Romeinen bouwden in de 4de eeuw hier de eerste wijnstokken van de Elzas. Er is een wijnwandelroute (met proeverij) van ongeveer 1 uur.

 

Bewaakt door middeleeuwse torens liggen de fotogenieke, met kinderkopjes geplaveide straatje met renaissancefontein, kleurige vakwerkhuizen, erkers, houten balkons en mooie, met bloembakken versierde binnenhoven rondom de burcht.
In de steegjes met hun oude huizen lijkt de tijd echter 4 eeuwen te hebben stilgestaan. Ik waande me hier in volle renaissance. 

In ongeveer een half uur kan je langs de stadsmuren lopen, die grotendeels uit de dikke muren van huizen bestaan. In Eguisheim kan men ook men uitstekend eten en overnachten.
Bruno d’Eguisheim werd hier in 1002 geboren. Hij is meer bekend onder de naam van Paus Leo IX , de ‘reizende paus’ - de enige Elzasser paus ooit.

 

Volgend deel : Ecomusée d’Alsace

 

@eigen foto's