Santillana del Mar

 

Het geklasseerde stadje Santillana del Mar is, na Santiago de Compostella, vermoedelijk de meest door toeristen bezochte plaats van Noordwest-Spanje. Het is ook een geliefde halte voor de pelgrims.

In zijn roman La Nausée (de Walging) schrijft Jean-Paul Sartre dat Santillana del Mar (Santillana van de zee) de mooiste stad van Spanje is. Maar hij had het wel over een stad die nog niet door het toerisme was ingepalmd. De laatste twee woorden zijn een misleidende toevoeging, de stad ligt zeker 3 km van de zee af.

Deze middeleeuwse stad is uitstekend bewaard en telt tal van indrukwekkende gebouwen. De oudste religieuze gebouwen dateren uit de 12de eeuw, de burgerlijke uit de 15de tot de 17de eeuw. Neem de auto’s en TV-antennes weg en je zou in de straten van Santillana makkelijk een schelmenstuk kunnen opnemen, zonder ook maar iets aan de omgeving te moeten veranderen.

 

Santillana geeft een vrij authentiek beeld van het verleden. Langs de oude en smalle straatjes, geplaveid met kinderkopjes, staan casona’s : herenhuizen met blazoenen op de gevels en met bloemen versierde balkons, tussen eenvoudige boerenwoningen met ouderwetse luiken.

De ruig gebouwde, ongeschonden woningen hebben de tand des tijds weerstaan. De meesten hebben een balkon met uitbundig bloeiende bloembakken en vruchten van het land die er te drogen hangen.

Dank zij de rijkdommen die uit Amerika kwamen, ging het stadje volop een bloeiperiode tegemoet. De meeste huizen die nu nog te zien zijn, werden aan het eind van de 16de en gedurende de 17de  eeuw gebouwd. Over het algemeen hebben die huizen een zelfde bouwplan: twee verdiepingen, een open ruimte aan de voorkant, een grote kraal aan de achterkant, gietijzeren of houten balkonnetjes en adellijke blazoenen van steen aan de facades. De stijl is barok.

 

De vele adellijke woningen zijn voorzien van wapenschilden. Santillana wordt daarom ook wel Villa de los Blasones (dorp van de wapenschilden) genoemd.

Aan de centrale Plaza Mayor bevindt zich het stadhuis.

en de dure parador Gil Blas in een 18de-eeuws patriciërshuis.

 

Enkele musea (het Diocecaan Museum en dat van de beeldhouwer Jesus Otero met een beeld van een stier ervoor) zijn gevestigd in een stadspaleisje.

Het Museo de la Tortura daarentegen heeft onderdak gevonden in een oude molen.

Er is een renaissancistisch kasteeltje, de Palacio de Velarde, aan de Plaza de Arenas.

een kerk met klooster en enkele musea.

En niet te vergeten: opvallend veel souvenirwinkels die in historische panden gevestigd zijn, met name houtsnijwerk en streekproducten zoals worst en kaas zijn er te koop.

 

eventjes pauzeren

 

Van de religieuze gebouwen is de kapittelkerk Colegiata de Santa Juliana, het meest  interessant. Santa Juliana was een Klein-Aziatische martelares, wier relieken bewaard worden. De kerk was gesloten toen wij daar waren!

het plein vóór de kerk

de openbare wasplaats (ik bleef maar wachten, doch die meneer wou niet weggaan - misschien was het zijn bedoeling om op de foto te staan :-)

Op een klein binnenplein was er een tentoonstelling

 

En met zo'n temperaturen is het zonde om het ijssalon voorbij te lopen!

Mag ik een tip geven : Het is best Santillana te bezoeken in de late namiddag want ’s morgens lossen de toerbussen immers hun dagjestoeristen.

Auto- en motorbestuurders moeten hun voertuig achterlaten op het (gratis) parkeerterrein buiten het centrum.

 

Volgend deel : Prehistorie in Cantabrië