Onze laatste dag in het uiterste oosten van Cuba

Het was een korte nacht.

We moeten op tijd opstaan want er staat ons een drukke dag te wachten én we rijden vandaag terug naar Santiago de Cuba.

We verlaten het centrum van Baracoa en rijden de natuur in. Onze eerste stop is bij een kokosplantage.

Eerst een klein beetje uitleg over de kokosnoot en het kweken ervan.

Uit wikipedia  :  http://nl.wikipedia.org/wiki/Kokosnoot

Kokosnoot of klapper is eigenlijk geen noot maar een steenvrucht van de kokospalm, waarvan het mesocarp (het vruchtvlees) niet vlezig maar vezelig is. Daarbinnen zit het harde endocarp, dat het zaad omgeeft met drie duidelijk zichtbare kiemopeningen. Bij de kieming komt de kiem door een van deze openingen naar buiten. De drie kiemopeningen zijn de overblijfselen van de in aanleg uit drie vruchtbladen bestaande vrucht.

Het zaad bestaat uit één kiemlob, de palm is immers een eenzaadlobbigge, dat het transport van het reservevoedsel naar de kiemende plant verzorgt. Het reservevoedsel in het zaad bestaat uit wit, vet, vezelig kiemwit (endosperm), de kokos die onder andere gedroogd als kokosmeel in de handel komt en een half troebele vloeistof, het klapperwater (het vloeibare kiemwit). Bij een volledig rijpe vrucht bestaat al het kiemwit uit het vezelige kiemwit.

De vrucht bevindt zich in een groene bolster. Deze wordt na de oogst verwijderd, waarna de harige, houten noot verschijnt die in de winkels ligt. Het vruchtvlees wordt gebruikt in allerlei gerechten en voor de vulling van de chocoladereep Bounty.

van links naar rechts : rijpende vruchten  -  kiemplant  -  vrucht

 

Bekijk ook het filmpje op de link van wikipedia : Bioscoopjournaal uit 1947 over de kokos cultuur in Suriname.

Uit deze witte ‘bollen’ komen nieuwe kokosbomen.

 

Een beetje verder kunnen we in de verte de berg El Yunque zien. Die doet denken aan de tafelberg in Zuid-Afrika.

Bij zijn landing in Cuba beschreef Columbus in zijn logboek een berg met de kenmerken van 'El Yunque' in Baracoa.

De berg is een overblijfsel van een grote hooggelegen vlakte.

Toeristisch bekeken is deze streek nu een populaire bestemming voor natuurvrienden, dank zij de tafelberg El Yunque en het nationaal park Humbolt (zie vorige deel - de landslakken) met de wild stromende bergrivieren.

Wie een verblijfplaats wil zoeken in dit afgezonderd oord, kan terecht bij casas particulares.

El Yunque (= aambeeld) ligt ongeveer 6 à 8 km ten noorden van Baracoa. Ervaren wandelaars (zonder hoogtevrees) kunnen de tafelberg met zijn 600 m hoogte veroveren. Je mag zeker rekenen op een 3 tot 4 uur durende voettocht.

Op de top van El Yunque komen bijzondere plantensoorten voor zoals epifyten en orchideeën.  Aan de voet van deze ‘aambeeld- tafelberg’ ligt een campismo (camping) waar men kan overnachten.

 

We rijden naar de monding van de Yumuri rivier.  De belangrijkste bezienswaardigheden in de buurt zijn El Paso de Los Alemanes, een rots in de vorm van een boog, het Manglito-strand en de Canyon van de Yumuri-rivier.

 

Onderweg passeerden we een rots in de vorm van een boog. Dit is de El Paso de Los Alemanes. Hier verheven Duitse landeigenaars vroeger tol aan de voorbijgangers.

Wie de mogelijkheid heeft kan met een lokale gids naar de spectaculaire Yumurí kloof met hoge kalkrotswanden.

 

En niet alleen de natuur is mooi. De lieve kleine Cubaantjes kijken zo vertederd naar de lens.

Het zand aan de strandjes in de buurt is hier zwart in plaats van wit. Aan de monding komen we aan in een bouwvallig vissersdorp waar de lokale bewoners ons opwachten. Wij beginnen met het uitdelen: stukjes zeep, een balpen, snoep of wat kleinigheden die we toch kunnen missen. De gids had ons verwittigd dat er gebedeld wordt. Er zijn er onder ons die speciaal een T-shirt, short of ander kledingstuk, dat toch wat te klein geworden was of niet veel gedragen wordt, hebben meegenomen om uit te delen aan de plaatselijke bevolking. Ze zijn helemaal niet opdringerig en verdelen zelfs het gekregen goed onder elkaar. Wat een verschil met de lastige ‘bedelaars’ in veel andere landen!

Onze gids voet zich in zijn nopjes bij ‘zijn’ volk. Hij vraagt of we zin hebben om een huis van een Cubaanse familie te bezoeken.

Natuurlijk willen we dat.

We worden heel vriendelijk ontvangen, mogen alles zien en vragen stellen. Dat is nu eens echt het oosten van Cuba, zomaar bij de mensen in huis!

Kom je mee een kijkje nemen?

de woonkamer

'roestige' frigo en ... de flessen rum staan op een tafeltje want kasten zijn er niet.

de slaapkamer van de ouders

de slaapkamer van de kinderen - aan de andere kant staat nog een kleiner bedje

de waterput

hun tuintje en de bananenplanten

de afwasbak is buiten

                                    foto links : de keuken                                                                                                 foto rechts : het salon

Het toilet is buiten, dààr in de deur waar het laken hangt.

En die lachende Cubaan is de trotse bewoner van dit huis. We bedanken hem en zijn vrouw voor de gastvrijheid en geven met veel plezier een fooi aan dit gezin.

 

Volgend deel: We reizen terug naar het westen van Cuba

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb