Caïro : dodenstad en de piramides van Dahsur

 

We zijn vroeg wakker. Er wacht ons opnieuw een dag vol ontdekkingen. Ik kijk door het raam van de 15de verdieping, van de hotelkamer. Er is geen verkeerslawaai te horen. En toch weet ik dat er zich beneden elke dag miljoenen mensen verplaatsen in de hoofdstad: paardenkoets, taxi, aftandse fiat of dure Mercedes : iedereen rijdt zich vast en claxonneert uit onmacht.

We zien van hieruit ook de 3 grote piramiden van Gizeh. Ze rijzen op uit de woestijn, 14 km ten zuidwesten van Caïro.

Na het ontbijt staat onze gids, Tari ons al op te wachten aan de receptie.

Ik zie jullie al denken: ‘Wanneer krijgen we nu eindelijk die piramides te zien?’ Wel een lekkere maaltijd begin je ook niet met het dessert. Dat heerlijke toetje komt laatst.

In dit deel bezoeken we piramiden maar nog niet ‘de’ gekende 3 grote piramiden van Gizeh. Voor miljoenen mensen staan piramiden symbool voor het Oude Egypte : geen enkel ander monument ter wereld wordt zo snel herkend. Toch beseffen maar weinig buitenlanders dat in de 70 km woestijn van de buitenwijken van Cairo minstens 118 piramiden verspreid liggen, gave en verweerde, alle gelegen op een plateau aan de oostrand van de Libische woestijn. De massa’s theorieën en beweringen over de manier waarop en de reden waarom de piramiden gebouwd zijn, dragen bij aan hun mysterie. De meeste bezoekers gaan alleen maar naar de grote piramiden van Gizeh en naar een deel van de dodenstad Sakkara.

Tari wil ons nog net iets meer laten zien, wij rijden door de woestijn naar het piramideplateau van Dahshoer (Dahsur)

 

Buitenwijken van Caïro en de dodenstad

Bij het wegrijden uit de hoofdstad valt ons sterk op hoe vies en vuil Caïro is. Het Islamitisch Caïro, de eeuwenoude stad van de ‘duizend minaretten’ heeft mooie onderhouden en moskeeën en gebouwen voor toeristen. Maar het contrast met de wanordelijke, ongezonde buitenwijken is groot.

Ik weet niet hoe de huisvuilverwerking hier is geregeld, maar het is onmogelijk om al het vuil dat zoveel mensen produceren op te kunnen ruimen en te vernietigen. Het was dan ook schokkend om te zien hoe een droogstaande stadsgracht als vuilnisbelt wordt gebruikt.

Er ligt zoveel vuil dat er nauwelijks water te zien was op sommige stukken. Wij zagen een dood paard drijven en een half afgekloven koe lag te rotten langs de weg. Mensen leven er tussen zwerfvuil, kadavers van dieren, etensresten en een stofferig zandweg.

Het leven speelt zich hier hoofdzakelijk op straat af. Slachthuisjes voor schapen bevinden zich naast de groente en fruit winkeltjes en de katten (symbool in Egypte voor gezondheid) lopen zoekend naar eten en afval in het rond. Mannen zitten buiten, drinken thee en roken de waterpijp.

 

De Dodenstad

We rijden verder langs een deel van Cairo dat ze de dodenstad noemen. Het is een stad die compleet uit zijn voegen is gegroeid. Er doen zich dan ook grote problemen voor. En als er meer inwoners zijn dan plaats om te wonen zijn creatieve oplossingen aan de orde van de dag.

Vanwege de grote woningnood zijn duizenden mensen op de kerkhoven gaan wonen. Oorspronkelijk was het een uitgestrekte begraafplaats, waar rijke families huizen bouwden op het graf van hun overleden verwanten.

Tegenwoordig zijn de graven in gebruik genomen als gewone woningen. Er worden ook huizen gebouwd rond grafzerken en tombes heen. De kruisen staan er nog gewoon tussen, het geheel doet heel eng aan. En met al die hoge stenen zerken is een waslijntje ook zo gespannen.

 

Dahshur (Dahshoer)

Wij rijden een stuk de woestijn in. En daar wijst Tari ons op de piramiden van Dahsur (die we zien liggen in de verte)

Er liggen hier vier gave piramiden in een vrijwel onaangetaste omgeving. Twee piramiden ervan werden gebouwd door Amenemhat II  uit de 12de dynastie van het midden Rijk (1950 v.Ch.). Deze piramiden zijn gebouwd met tegelstenen. Het zijn kleinere piramides, sterk vervallen en minder belangrijk. Daar is een oliegebied, we zien de vlam branden.

 

De twee andere piramiden werden gebouwd door farao Snefroe ( de vader van Cheops ; de eerste koning van de 4de dynastie (Oude Rijk 2400 v. Chr.) en bouwer van de grote piramide van Gizeh).  Deze piramides, midden in de woestijn, zijn van kapitaal belang om de evolutie van de piramidebouw een beetje te begrijpen. Tari heeft ons heel wat te vertellen hierover.

 

De  Knikpiramide

De knikpiramide van Snefroe wordt als de eerste ‘echte’ Egyptische piramide gezien.

Vóór die tijd waren ze in trappenvorm, zoals die van Djoser in Saqqara (zien we in volgend deel).

De knikpiramide is 99m hoog en heeft basiszijden van 188m. Ze is zeer verrassend vanwege de vorm. Ongeveer halverwege de helling verandert ze van hoek en dus van hellingsgraad. De heersende opvatting over de knik is dat de constructie instabiel bleek naarmate de piramide hoger werd en misschien zagen de architecten zich hierdoor verplicht de toplagen in een flauwere helling te bouwen. De zijvlakken zijn voor een groot deel voorzien zijn van de oorspronkelijke gladde stenen mantel, waarmee vroeger alle piramiden waren bedekt.

Het grootste deel van de kalkstenen mantel is nog intact, wat ongebruikelijk is voor die periode. Hier krijgen we een goed beeld van de overweldigende indruk die de piramiden moeten hebben gemaakt.

De knikpiramide heeft twee ingangen, een aan de westkant en de gebruikelijke aan de noordkant.

De piramiden van Dahsjur zijn een tijd gesloten geweest omdat ze in de omgeving van een militaire zone liggen. Er bevindt zich een kazerne van de landmacht.

 

De Rode piramide

Snefroe was niet blij met zijn knikpiramide. In het 30ste jaar van zijn bewind geeft hij opdracht tot de bouw van een andere, nieuwere piramide te bouwen: de ‘Rode Piramide’. Haar naam dank ze aan het lokale, rode kalkgesteente waarmee ze is gebouwd.

Deze rode piramide van Snefroe met haar brede basis (213meter) toont nogal afgevlakt. Desondanks staat ze wat grootte betreft op de 3de plaats. Ze is bijna even groot van grondvlak als de piramiden van zijn zoon Cheops in Gizeh.

Een gewapende bewaker is wil per sé mee op de foto - en ja, zoals verwacht opent hij de hand voor een fooi. Of zijn wapen nog dienst deed betwijfel ik, het was zo goed als helemaal roest.

De ingang bevindt zich in de noordwand, op een hoogte van 28m. Een smalle gang (niet geschikt voor mensen met claustrofobie) en ook geen aanrader voor iemand die niet houdt van een klauterpartij, voert bergafwaarts naar drie mooie kamers met gewelven, maar zonder enige versiering. Deze piramide werd leeg teruggevonden, er zijn geen sarcofagen aangetroffen. De farao werd er dan ook niet begraven.

De piramides van Dahsjoer worden nog niet zo vaak bezocht. Er staat slechts één bus en een paar auto's.

Wij kunnen vrij genieten. Hier zijn geen souvenirverkopers, geen kamelen, alleen de stilte van de woestijn!

 

In volgend deel gaan we naar Memphis en zijn dodenstad Saqqara