Vakantie in Echternach

 

Een stad stelt zich voor: Echternach, de ‘parel’ van Luxemburgs Klein Zwitserland.

(Dit was een uitstapje van 2007)

Wandelend langs de kabbelende Sûre - de grensrivier met Duitsland - in het mooiste landschap van het Groothertogdom Luxemburg, doet Echternach ons dromen. Het heeft zijn benaming Klein Zwitserland verdient. Echternach is een middeleeuwse abdijstad met een rijke traditie.

Met het Müllerthal en schilderachtige dorpjes zoals Beaufort, Berdorf en Hallerbach is de ongerepte natuur er een waar paradijs voor wandelaars en trekkers. De diepe wouden zijn bezaaid met indrukwekkende, grillige rotsformaties als gevolg van een lange erosieperiode. Spectaculair is de Wolfskloof (Wolfschlucht) met uitzicht over Echternach en de vallei. Er zijn 70 km wandelpaden door bossen en rotslandschappen.

De Wolfskloof

 

Geschiedenis van Echternach.

De oprichting van de oudste stad van Luxemburg door de Ierse monnik Willibrord gaat terug tot het jaar 698 na Christus. De monnik kwam naar Echternach vanuit Nederland en België. Onder bescherming van Plectrudis, de eerste vrouw van Pepijn Van Herstal, en haar moeder Irmina Van Oeren werd de grote abdij van Echternach gebouwd. De geschiedenis van de stad begon toen abdis Irmina van Oeren de monnik Willibrord een klein klooster bij Echternach ter beschikking stelde. In het klooster zijn nu een school en kantoren te vinden.

Willibrord maakte tijdens zijn leven naam als missionaris. Hij ondernam vanuit Echternach vele, niet steeds zachtzinnige, bekeringstochten naar het noorden. Willibrord overleed in 739 en zijn lichaam werd begraven op de plaats waar tegenwoordig de Willibrordcrypte staat. Het graf groeide uit tot een pelgrimsoord. De verering van die beschermheilige die ook wel een apostel van de Benelux werd genoemd, is tot op vandaag bewaard gebleven. Aan het water van de bron onder de crypte worden geneeskrachtige eigenschappen toegedicht.

Tijdens het Ardennenoffensief in 1944 werd Echternach zwaar gebombardeerd en bijna totaal verwoest. Inmiddels is de stad volledig herbouwd en is nu bruisender en economisch welvarender dan ooit. Gedeelten van de middeleeuwse vesting, die liefst maar 15 verdedigingstorens en 6 toegangspoorten telde, zijn tot op heden te vinden aan de Rue des Remparts.

Tweeduizend  jaren geschiedenis hebben getuigen achter gelaten: een Romeins paleis met ‘pars urbane’ (= woonhuis van de grondeigenaar), de Petrus- en Pauluskerk met elementen van Merovingische, Romaanse en Gotische stijl en de Romaanse Basilika met Crypta en graf van Willibrord.

Op de dag van vandaag leven ongeveer 5200 inwoners in de kloosterstad. We gaan op bezoek naar die stad 160 meter boven de zeespiegel gelegen, in een bocht van de Sûre, aan de ingang van het Luxemburgse Klein Zwitserland … in het Duits-Luxemburgse natuurpark.

Echternach, toeristische trekpleister!

Echternach is een belangrijke toeristische trekpleister waarin regelmatig het aantal toeristen het inwonersaantal overtreft. De pittoreske abdijstad heeft zijn middeleeuwse sfeer behouden. Een doolhof van kleine steegjes, de overblijfselen en de torens van de oude stadsmuur evenals het marktplein met het gotische stadhuis brengen de bezoeker terug naar vervlogen tijden. De stad is erg populair en dat is te merken aan de vele restaurants, de overvolle terrasjes en cafe's.

De stad is niet alleen vanwege zijn unieke ligging aan de Sûre, de basiliek en het fraaie stadsbeeld rond het marktplein beroemd. Echternach heeft ook zijn naam gevestigd dankzij het Internationale Festival van Klassieke muziek en – niet te vergeten – de Springprocessie.

Het centrum van Echternach is gedeeltelijk autovrij. Ik vind het wel jammer dat toch een deel van het verkeer over het historische marktplein, het meest pittoreske deel van de stad, wordt geleid.

Bezienswaardigheden

Centraal in de stad, op de Place du Marché staat het historische stadhuis in gotische stijl. Aan dit schilderachtige plein met traditionele huizen is ook het vroegere gerechtsgebouw of Dënzelt een blikvanger. Het is een mooi gebouw uit de 15de eeuw met bogen, beelden en hoektoerentjes. Midden op het plein staat het Justitiekruis of het ‘Kruis der Gerechtigheid’. Het is een reconstructie van het oorspronkelijke middeleeuws exemplaar.

foto boven Dënzelt  - foto onder het Justitiekruis

De abdij

In het jaar 698 richtte Willibrord dus het benedictijnenklooster Echternach op. Het werd bekend door zijn scriptorium en zijn waardevolle gouden boekversieringen uit de 11de eeuw. Het abdijmuseum dat de geschiedenis van het klooster levendig weergeeft, bevat enkele reproducties van die kunstwerken.

In het jaar 1727 begon men aan de bouw van een nieuwe abdij (de huidige secundaire school).

Het abdijencomplex is een gemeenschappelijke creatie van verscheidene Europese kunstenaars en architecten (18de eeuw). In 1975 vluchtten de monniken voor de Franse revolutionaire troepen. De abdijgebouwen (1727 – 1731) vormen samen met de basiliek en de bijgebouwen een statig geheel. Het enorme bouwwerk met vier vleugels is 75 meter lang en daarmee verreweg het grootste van Luxemburg.

Binnen de muren van de oude abdij komen we alles te weten over de edele kunst van het boekdrukken. Het scriptorium van de abdij die hier tegen het einde van het millennium werd gesticht, ontplooide zich tot een zeer belangrijk centrum voor boekillustratie en miniatuurschilderkunst.

De abdij is prachtig gelegen aan een mooie tuin, een orangerie, fonteinen en een rococopaviljoen. Het hek van de poort is een fraai staaltje van siersmeedkunst.

Het paviljoen in rococostijl

Dit kleine vijfhoekige paviljoen in het park (vroeger lusthof van de monniken) werd in de tweede helft van de 18de eeuw gebouwd in opdracht van een abt. Op de hoeken staan beeldhouwwerken, binnen treft u een kleine expositie met maquettes van Luxemburgse boerderijen

De Basiliek St-Willibrord

Op deze plaats stichtte de Ierse missionaris Willibrord in 698 een kerk die zou uitgroeien tot de benedictijnenabdij.

Deze basiliek is in de 11de eeuw gebouwd op de plaats waar vroeger de Karolingische kerk stond en waarvan de crypte bewaard bleef. De abdijkerk werd na WO II, namelijk tijdens de aftocht van Duitse troepen bij het Ardennenoffensief in 1944 verwoest, maar sindsdien is zij in Nieuw-Romeinse stijl heropgebouwd.

In de crypte staat op een stenen sarcofaag een marmeren schrijn met relieken van de H. Willibrordus. Er zijn ook frescoschilderijen uit de tijd van de Karolingers.

Er zijn tal van mooie galsramen en op het tonggewelf van het koor zijn resten te zien van vroeg-romaanse plafondschilderingen met taferelen uit het leven van Maria. Het gebouw is sinds 1989 nationaal gedenkteken en waardevol religieus erfgoed.

In mei/juni heeft in Echternach het festival van klassieke muziek plaats. Bezoekers kunnen in de basiliek genieten van de mooie muziek.

 

St. Pieters- en Pauluskerk

Deze versterkte kerk op de historische heuvel was in de middeleeuwen vaak een veilig toevluchtsoord voor de burgers van de stad. Al in de Romeinse tijd bevond zich hier een versterkte legerplaats. De basis van het inmiddels drieschepige gebouw stamt nog uit de vroegste bouwgeschiedenis, toen de grond geschonken werd aan monnik Willibrord.

Romeinse villa

Ten zuiden van de stad (richting het meer van Echternach) zijn de restanten van een Romeinse villa.  Deze villa (50 – 100 na Chr.) die geldt als de grootste die tot nu toe in Gallië werd ontdekt, was ongetwijfeld het eigendom van een welgesteld persoon. Vijf bouwfasen spreiden zich uit tussen de 1ste eeuw voor Chr. en de 5de eeuw na Chr. Het paleis telde 70 kamers en zalen met mooie mozaïeken, het verwarmingssysteem en de baden. De vloermozaïeken zijn nu te bewonderen  zijn in het abdijmuseum. De wanden waren beschilderd. Aan de hand van tekeningen krijgt men een wat duidelijker beeld  van de funderingen.

Voor wie meer wil weten en zien: de bezoeker wordt ontvangen in een presentatie centrum met schaalmodellen, modellen, films, winkel enz.. . Het dagelijkse leven van de Romeinen wordt weergegeven. Er is een Romeinse tuin met 60 verschillende planten en een 150 m² grote tent waarin muziekthema’s en theater uit de Romeinse tijd voorgesteld worden. Begeleiding met gids op aanvraag.

 

Recreatie

De schoonheid van de stad, de watersportmogelijkheden van het meer Le Lac d'Echternach en de mogelijkheid om te wandelen en te fietsen in de omliggende heuvels is aantrekkelijk. Er is een vrijetijdspark van 60 ha.

In het jaar 2008 werd er een groot cultureel en congrescentrum geopend. Een groot recreatiecentrum aan het meer, zwemmogelijkheden en fiets- en wandelwegen maken een vakantie hier absoluut de moeite waard. Naast meerdere hotels en restaurants vindt u er ook drie campings en een nieuwe jeugdherberg die aan het meer ligt.

Op het kunstmatige meer Nonnensee dobberen rubberbootjes en surfplanken. Waterskiërs kunnen terecht bij de sluis van Rosport. Hengelaars halen hun hart en vis op in de vele beken.

 

Echternach is 'gewoon genieten'

Naast het culturele aanbod zoals de 4 musea ( van de prehistorie, over het leven van de romeinen, kloostermuseum en boekschilderij, architectuur en maquetten) willen we ook genieten van de rust aan de oevers van de Sûre of van een lekkere ijs bij de Italiaaanse ‘Gelateria Venezia’.

 

De zó bekende springprocessie (ter verering van de Heilige Willibrord)

Ik hoor het mijn moeder nog zeggen: 'Schiet eens op, het lijkt wel de processie van Echternach.' Toen ik kleiner was, begreep ik dit niet goed. Ik wist alleen dat ik te traag vooruitging met een of ander. Later leerde ik dat die processie bestond uit drie stappen naar voor en twee terug.
Het verhaal gaat dat de Springprocessie in vroegere tijden werd gelopen door telkens drie stappen naar voren en twee stappen terug te doen. Volgens de organisatie van de bedetocht is dit echter een mythe – geliefd bij politici en journalisten –, mogelijk ontstaan door het soms chaotische verloop van de bidtocht in vroegere tijden.

De heilige Willibrord werd vereerd als een genezer van de Saint-Guy-kwaal: epilepsie. Sinds de Middeleeuwen vindt jaarlijks, op dinsdag na Pinksteren de 'Processie van Echternach' plaats, ter ere van Willibrord. De deelnemers van de springprocessie zijn aan elkaar vastgemaakt met witte zakdoeken. Zij springen in de maat van de processiemars naar voren, afwisselend op hun linker- en rechtervoet. Dit is in 1947 zo ingesteld omdat het toenmalige ritme (drie stappen naar voren en twee terug) voor chaos zorgde.

De duizenden springers, verdeeld in een 40 à 50 groepen, dansen op de muziek van harmonieorkesten in het bekende Polka ritme. Enkele muziekgroepen bestaan alleen uit fluitspelers en accordeonisten. Het eerste document met informatie gaat terug naar het einde van de 15de eeuw, maar de zich telkens herhalende melodie gaat terug op een oude volksmelodie, die in de negentiende en twintigste eeuw werd uitgebreid en geharmoniseerd.

De dansende, biddende en zingende processiegangers worden voorafgegaan door een groep Echternachse brandweerlieden in ceremonieel kostuum. Zij dragen een gouden schrijn met een relikwie van Willibrord met zich mee. Bisschoppen uit Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk en Duitsland slaan de processie gaande vanaf het balkon van het dekenaat. Als de meeste groepen voorbij zijn getrokken, sluiten de katholieke kerkleiders zich bij de processie aan. Zij leggen de route van de ommegang niet springend maar zegenend af.

De processie wordt jaarlijks bezocht door meer dan twaalfduizend pelgrims en toeschouwers uit binnen- en buitenland. Het bijzondere aan de processie is dat ze je toelaat om uw hele lichaam bij het gebed te betrekken: het springen, begeleid door een voortdurend herhaalde polkamelodie, is een unieke uitdrukking van de christelijke vreugde.

Sinds 16 november 2010 staat de Springprocessie op de UNESCO-lijst van Immaterieel Werelderfgoed. Dit gegeven zorgt voor een toenemende belangstelling voor de ommegang.

 

Echternach ... en zalig genieten van een frisse Orval op een terrasje in het centrum  ... meer hoeft dat niet te zijn!

Voor logies, camping, een rondleiding, gastronomie en nog meer kan ik jullie verwijzen naar:

http://www.echternach-tourist.lu/nl/rondleiding

http://www.echternach.lu