Van Santiago de Cuba naar Baracoa

Het is vroeg opstaan voor een lange busreis naar de provincies Holguin en Guantánamo. We hebben bagage mee voor één overnachting in Baracoa (in de provincie Guantánamo, het zuidoosten van Cuba).

De provincie Holguin is een van de veelzijdigste van het land en ook historisch belangrijk. Hier zette Christophorus Columbus zo’n 500 jaar geleden voor het eerst voet aan wal in Cuba, in de 'Bahía de Bariay'.

De provincie Guantánamo heeft contrasterende landschappen: in het zuiden bij de stad Guantánamo en de gelijknamige legerbasis is het als een wildwestdecor vol cactussen en weerbarstig struikgewas.

In het noordoosten bij Baracoa lijkt het landschap op een weelderig groen oerwoud. Baracoa, de oudste stad van Cuba, ligt verscholen in de uiterste oostpunt van Cuba, te midden van tropische begroeiing vol kokospalmen.

We maken de lange reis langs de Caraïbische zee, door de provincie Guntánamo, langs landschappen met cacaobomen, palmbomen, bananenbomen, kokosnotenplantages…

Een stukje Caraïbische Zee

Het is snikheet als we uitstappen. In tegenstelling tot de eindeloze, witte stranden aan de noordkust liggen donkergrijze stranden in het zuiden vaak verborgen in idyllische baaien met palmbosjes en steile rotskusten.

De asfaltweg loopt rakelings langs de gekloofde steile kust en de golven slaan over de rijbaan.

Hier zie je de prachtige rotsformaties langs de kustlijn. Dit is het resultaat van de eeuwenlange golfslag van de Caribische zee.

Wat jammer dat we onvoldoende tijd hebben voor een duik in de zee. We gaan naar het water toe en ontdekken dat de fossielen hier maar voor het rapen liggen.

 

Guantánamo

Bij het horen van die naam denken de meesten aan het interneringskamp van de Amerikanen op de zuidoostelijke punt aan Guantánamo Bay.

Maar Guantánamo is ook de naam voor de provincie als voor de hoofdstad van deze provincie. Ook de baai en een rivier hebben diezelfde naam, net als de basis van de VS, nl 'Gunatánamo Bay'.

In een stadje ongeveer 20 km ten zuiden van de hoofdstad Guantánamo staat een van de torens die uitkijken op het beruchte gevangenenkamp 'Guantánamo'.

Deze Amerikaanse marinebasis bestaat sinds 1903 en beslaat een oppervlakte van 117 km².

Het grondgebied van het omstreden gevangenkamp behoort formeel tot Cuba, maar de Verenigde Staten hebben het in concessie. Voor hun aandeel in de Spaans-Amerikaanse oorlog eisten de Amerikanen het recht op een militaire basis in Cuba. De pachtovereenkomst van 99 jaar zou lopen tot 2033  maar de geldigheid van die concessie wordt door de Cubaanse regering in twijfel getrokken. Vanaf 2002 wordt een deel van de basis gebruikt om verdachte al Qaida- en Talibangevangenen uit, onder andere, Afghanistan gevangen te houden.

 

Wil je meer lezen over Guantánamo Bay, klik dan HIER .

Onze bus rijdt niet langs de marinebasis. Er is strenge controle, de bus mag niet dichtbij komen en zeker niet stoppen om foto’s te nemen. Er is één plaats van waaruit men iets meer kan zien: vanuit hotel Caimanera (aan de westkant van de baai) kan men het terrein met een goede verrekijker zien. Maar alleen reisgroepen met reservering, gids en overheidstoestemming kunnen hier logeren. Tijdens bepaalde periodes is het hotel zelfs niet toegankelijk.

We kennen Guantánamo ook van het loflied op de mooie boerendochter uit Guantánamo, Guajira Guantánamera.

Iedereen die door Cuba reist, zal dit lied meerdere keren zingen.

 http://www.youtube.com/watch?v=zQLXqiNCf8I

 

Langs de hobbelige macadamweg naar Baracoa genieten we van het mooie groene landschap: dichtbegroeide regenwouden, weelderig groene tropische vegetatie, idyllische groepjes palmen en verlaten baaien. Tot inde jaren ’60 was er geen asfaltweg naar Baracoa. Het was Fidel Castro die uiteindelijk opdracht gaf tot de aanleg van de kustweg La Farola.

Het Parque Nacional Alejandro de Humbolt met een totale oppervlakte van 71.140 hectare is sinds 2001 een werelderfgoed van de UNESCO.

Vergeleken met de rest van Cuba valt hier de meeste neerslag.

Het nationaal park bestaat voor het grootste deel uit woud, het laatste samenhangende regenwoud in de Caraïben. Er gedijen ongeveer 2000 plantensoorten, waarvan er 400 inheems zijn.

Hier groeien diverse soorten palmen, boomvarens uit de oertijd, Cubaanse sparren, teak- en mahoniebomen en wilde orchideeën.

Steeds weer worden er nieuwe planten- en diersoorten, die met uitsterven bedreigd worden, ontdekt. Kokos- en cacaoproductie vormen de ruggengraat van de lokale economie.

 

Hier leven ook héél mooie landslakken. Dit is de enige streek waar die slakken, met de felgekleurde Polymita schelpen te vinden zijn.

Langs de weg zie we verkopers staan met allerlei zaken: bananen en ananas, maar ook andere  prullen, waaronder kettingen met de Polymita schelpen. De beschermde felgekleurde slakkenschelpen worden te koop aangeboden.

Als hier een bus stopt om de toeristen even de kans te geven van het landschap te genieten of foto’s te maken, dan staan de Cubanen al te drummen aan de deuren van de bus. Zoals gieren op een prooi vliegen ze er op af. Ongelooflijk!

Allemaal trachten ze hun waar te verkopen. De verkopers blijven aandringen. In al die voorbije dagen dat we in Cuba waren, hadden we NOOIT last van opdringerige venters. Maar hier hebben we het des te meer. De gids vertelt ons dat er hier in het oosten duidelijk meer armoede is dan in de rest van Cuba.

Sommigen verkopen een soort grote bruine bollen, dit is zuivere cacao. Deze bollen worden geraspt en men vermengt het bekomen poeder met melk (of bij gebrek van melk met water). Daarna wordt dit verwarmd met suiker en volgens persoonlijke recepten wordt er kaneel, kruidnagel, vanille of muskaatnoot aan toegevoegd. Dan bekom je een heerlijke chocoladedrank.

Andere inwoners van het oosten verkopen de specialiteit van de streek, nl de cucurucho, dit zit in een puntzakje van bananenbladeren. Dit zoete mengsel is gemaakt met geplette kokosnoot, sinaasappel, suiker en honing.

Ik koop een zak met cacaobollen en we hebben er in België héél lekkere chocolademelk van gemaakt. Maar ik kan ook niet weerstaan aan de mooie kettingen met slakkenhuisjes en ik koop er twee.

 

We rijden verder en zien hoe sterk het verschil is tussen het westen en het oosten van Cuba; de tropische hitte, meer armoede ...

 

We gaan lunchen aan de oevers van de Tao-rivier. Bij het naderbij komen van Baracoa valt het op dat de natuur een weelderig, vruchtbaar paradijs is, waar alles wat denkbaar is lijkt te groeien. Dit stukje van Cuba behoort tot het vochtigste gedeelte van het land, bedekt met tropische vegetatie en ettelijke kokos- en cacaoplantages.

De gids geeft uitleg over heel wat verschillende planten en vruchten: bananenplant, cacao, mango, kokosnoot, papaya,…

Op bovenstaande foto's zie je cacaobonen (links) en een bananenplant (rechts)

 

En terwijl het speenvarken nog ronddraait aan het spit, starten we met een aperitief met rum, aangeboden in een uitgeholde pompelmoes.

De erg lekkere ‘pompelmoescocktail’ is een typisch aperitief van deze streek.

Lekker genieten!

Uit kommetjes gemaakt van bamboebladeren wordt de bonensoep uitgeschept.

Daarna eten we de soep uit een langwerpige bamboestammetje.

Het is hier een véél sobere gedekte tafel is, maar de soep is lekker! En als hoofdgerecht staat varken aan het spit, op het menu.

Er staan ook groenten en rijst op het 'buffet', maar zoals je ziet op onderstaande foto is er niet veel variatie en … slechts weinig schotels.

Het smaakte maar blijkbaar hadden ze niet verwacht dat wij Belgen, nogal graag en goed kunnen eten? alles is op.!

Zoals gewoonlijk speelt ook hier een Cubaans bandje. En dat is weer een uitstekende gelegenheid om even uit de bol te gaan.

Sonja bijt de spits af met de samba ballen.

Maar we kunnen niet blijven dansen want er wacht ons een boottochtje op de Toa-rivier.

 

Volgend deel: Baracoa here we come