Sevilla, het Parque Maria Luisa en Plaza de España

 

Het is snikheet in Sevilla. We bezochten al verschillende wijken van de stad maar een wandeling in het Park van Maria Luisa is steeds een welkome afwisseling.

We gaan een luchtje scheppen in de groene long van Sevilla.

Dit uitgestrekte park is een van de populairste van de stad. Het is genoemd naar prinses Maria Luisa de Orléans, die een deel van het terrein van het Palacio de San Telmo in 1893 aan de stad schonk. Het grootste deel van de gronden waren dus vroeger de tuinen van het Paleis van San Telmo. (foto onder)

 

Het paleis San Telmo in Sevilla staat bekend als het paleis van de 'graven van Montpensier' en het gebouw is een prachtig voorbeeld van barokke architectuur in Sevilla.

Vanaf 1911 herschikte Jean Claude Forestier, directeur van het Bois de Boulogne in Parijs, de tuinen. Hij schiep een lommerrijk decor voor de Ibero-Amerikaanse tentoonstelling van 1929. Het was de architect Aníbal Gonzales die in 1914, begon met de bouw van de Ibero-Amerikaanse Expositie, die werd gehouden gedeeltelijk binnen het park. Bij die gelegenheid verrezen er nieuwe gebouwen, die de romantische tuin met zijn prachtige planten, zijn fonteinen en siervijvers nog mooier maakten.

Het park biedt op warme dagen - en zo zijn er heel wat in Sevilla - een aangename schaduwrijke verpozing. Fonteinen, bloemen en koele lanen maken van dit park een verfrissende afwisseling voor de hitte van de stad. Je kunt er heerlijk wandelen of fietsen of een rondrit doen met paardenkoetsen (met azulejós versierde bankjes)

Je zal misschien denken 'wat een aanrader voor een rustige en een romantische middag!’ Maar dat is niet altijd waar. De tweede keer dat wij daar wandelen is er geen sprake van dromerige, stille natuurpracht. In plaats daarvan werden we verwelkomd door een ballonverkopende Mickey Mouse aan de ingang. Iets verder in de laan zorgen castagnettendemonstraties en de daarbij horende verkoper van de houten kleppers voor ‘animatie’. En een corpulente panfluitspelende Latijns-Amerikaan staat juist aan de buitenkant van het park.

De kleine paadjes en voetgangerszones bieden een mooi uitzicht op het park met afwisselend mooi aangelegde tuinen en zones waar de beplanting vrij kan bloeien.

Heel wat bruidsparen komen naar hier om op hun trouwdag foto's laten maken. Wij wandelen er zonder planning, gewoon flaneren en genieten.

Palmen, ceders, magnolia's, platanen en gezellige prieeltjes sieren de tuin.

We komen voorbij zoveel mooie plekjes

In het midden van het park ligt een meertje vol eenden en zwanen. We zijn aan de Isleta de los Patos. Hier staat een tuinhuisje op een eiland, het biedt een volmaakt rustpunt.

De Fuente (fontein) de los Leones is geïnspireerd op de fontein van de Patio de los Leones in het Alhambra. Keramische leeuwen bewaken deze achthoekige fontein, die wordt omringd door mirtebogen.

Heel wat helder gekleurd keramiek uit Triana siert het park in de vorm van bloemenvazen, banken, eenden en kikkers die rond de fonteinen zijn geplaatst en water spuiten.

We komen langs een paar beelden zoals de Glorieta de Bécquer. Drie vrouwen, allegorische figuren beelden de liefde uit en verlevendigen dit eerbetoon aan Adolfo Bécquer (1836-1870), de Sevilliaanse dichter

Glorieta de la Infanta: een bronzen beeld van de prinses Maria Luisa de Orléans.

 

Vanaf de ingang van het grootste park in Sevilla, zien we reeds het silhouet van de twee ranke torens van het Plaza de España. Dit halfronde plein was het middelpunt van de tentoonstelling van 1929.

Er loopt een gracht over het plein, waarover bruggen zijn gebouwd, met schitterende azulejo-versieringen.

Het majestueus gebouw, in halve cirkelvorm trekt onze aandacht. Het bestaat uit een lange galerij met okerkleurige bakstenen bogen en wordt geflankeerd door twee grote 80m hoge hoektorens.

Er waren juist werken bezig op de Plaza de España. Hierdoor konden wij niet 100% genieten van het plein.

Dit grootse gebouw was het Spaanse paviljoen dat ontworpen werd voor de tentoonstelling in 1929. Het is een merkwaardig halfrond, met een overzicht van alle Spaanse provincies, uitgedrukt in historische taferelen op kleurrijke azulejos.

 

Langs de rand van het paleis en langs de fontein zien we 52 tegeltableaus, waarop de belangrijkste gebeurtenissen uit de geschiedenis van de verschillende provincies zijn afgebeeld (52 fresco's, die allen beschilderd zijn met typische afbeeldingen van de 52 Spaanse provincies)

Ik toon hier slechts enkele van de 52 tegeltableaus.

Eventjes uitrusten ... er zijn er nog een hoop te gaan ....

 

Ook de galerij en de plafonds op de bovenverdieping zijn versierd met azulejo’s en artesonado-plafonds. Ze zijn jammer genoeg niet toegankelijk.

In het park staan nog andere paviljoens die gebouwd werden voor de tentoonstelling in 1929.

Aan de andere kant van het park zien we al de gebouwen op de Plaza de América.

Hier heeft de architect Gonzáles nog drie gebouwen laten zetten voor de tentoonstelling van 1929.

Alle landenpaviljoenen bleven behouden en kregen na de één jaar durende expo een nieuwe bestemming, meestal als museum.

 

Er is het Pabelión Real (koninklijk Paviljoen), in gotische stijl. Het herbergt nu het stadskantoor.

Daartegenover zien we Pabellón de las Bellas Artes, het paviljoen in renaissancestijl dat het Museo Arqueológico de Sevilla huisvest.

Dit paviljoen huisvest een regionaal archeologisch museum. Hier zijn veel vondsten uit het Romeinse Itálica.

En het in derde paviljoen, Pabellón Midéjar, in mudejarstijl, zetelt het Museo de las Artes y Costumbres Populares¸

Het is nu een museum van Andalusische volkskunsten.

 

Op dit plein kunnen de kinderen de massa’s witte duiven met de hand voederen.

 

In volgend deel ronden we ons bezoek aan Sevilla af met nog een mooi plekje nl. de oudste wijk La Macarena