De Mont Gerbier-du-Jonc en vulkanische Ardèchoise

 

Het dorpje Sainte-Eulalie (vorig deel) ligt in een uniek gebied tussen 1000 tot 1400 meter hoogte (de bergtoppen niet meegerekend). We komen er bossen, graslanden en heide tegen, maar vooral het zo kenmerkende vulkanische gebergte.

Het gaat hier om uit de diepte omhooggekomen vulkanisch gesteente dat miljoenen jaren geleden (tijdens het tertiair) is ontstaan. Bij de koepelvulkanen is de uitstromende lava niet weggevloeid maar blijven kleven alvorens traag naar de grond te dalen. De lava is als het ware 'gekristalliseerd' tot lavaheuvels (rare suikerbroden in basalt) ook les Sucs genoemd.

Ze liggen overal verspreid, scherp en kaal van profiel, net afgeronde kegels. De hele site is officieel geklasseerd in 1933 en uitgegroeid tot een belangrijke toeristische attractie die per jaar een half miljoen bezoekers trekt.

Deze vroegere fonolietvulkanen, nu twee kale bergen, de Mont Gerbier de Jonc en Mont Mézenc maken deel uit van de vulkanische Montagne Ardéchoise, de oostelijke uitlopers van het Massif Central. Ze hebben al heel wat te lijden gehad door de erosie (water, wind, hitte en koude).

Dé ster van het lokale toerisme is ongetwijfeld de Mont Gerbier-de-Jonc. Na de zuidelijk gelegen Gorges de l’Ardèche (de kloofdalen) is het de tweede meest bezochte plaats in de Ardèche. Het is niet de hoogste top van de Montagne Ardèchoise, maar toch bereikt deze natuurschoonheid een trotse hoogte.

Ook deze berg dankt zijn bijzondere vorm aan de kleverige lavamassa waaruit hij oorspronkelijk werd gevormd. Deze stroperige brij vloeide niet weg bij een vulkaanuitbarsting maar werd bijna onmiddellijk hard bij het verlaten van de krater.

De Michelin-reisgids vertelt: "Het woord Gerbier is de Latijnse verbastering van het Indo-Germaanse 'gar', dat rots betekent. Het woord 'junc' is afgeleid van het Latijnse 'jugum', berg. Gerbier-de-Jonc betekent dus lettelijk : rotsachtige berg."

Deze rotsen van vulkanische oorsprong, die een bijzonder geluid voortbrengen als je erop slaat, splijten in lagen. Het steenpuin lijkt de berg te bekleden met een schubachtige korst.

Liefhebbers kunnen de vulkanische koepelberg gemakkelijk beklimmen. De klim is zwaar maar kort. Je moet wel in een goede conditie zijn en stevige schoenen dragen. De inspanningen worden beloond met een prachtig uitzicht dat bij zeer helder weer reikt tot de Cevennen, de vallei van de Rhône en zelfs de Alpen.

Vanaf de voet van de Mont Gerbier de Jonc hebben wij een weids uitzicht over de lagere heuvels.

De Mont Gerbier-de-Jonc is niet alleen bekend vanwege zijn vulkanische oorsprong. In dit gebied ontspringt de ware bron van de Loire, op een hoogte van 1400 meter boven de zeespiegel. Het ís een feit dat de langste rivier van Frankrijk begint aan de voet van de zuidwestelijke helling van de berg.

Op het plateau zijn er meerdere bronnen en drie boerderijen met annex restaurant die in vette letters verkondigen dat alleen bij hen de enige en echte bron van de Loire ontspringt, La Véritable Source, La Source Authentique en La Source Géographique.

Grappige toestand, vooral als je merkt dat het water eigenlijk overal uit de grond opborrelt. Laat ons aannemen dat meerdere bronnen – de geografische bron, de authentieke bron en de echte bron – bij elkaar komen om de beroemde wilde rivier te vormen.

De meest officiële lijkt beneden te liggen, bij ferme-café-restaurant -'Source de la Loire'.

Onder de toegangspoort van deze oude, met platte stenen gedekte boerderij loopt een helder en koud stroompje water in een bescheiden drinkbak: dat is de Loire , die uit een onderaards beekje in de Mont Gerbier-de-Jonc opborrelt.

Volgens anderen is de meest bekende te bewonderen in een stal van een boerderij, de andere onopvallend ligt in een weide even verder.

Men kan zelfs een circuit van 3 km volgen om de verschillende bronnen van de Loire te ontdekken.

Jaarlijks willen zo’n 400.000 toeristen hét beekje van nationale betekenis bezichtigen. In de zomer kan het hier en op de bergtop erg druk zijn.

En wie kan tegenspreken als er beweerd wordt dat hier een paar bronnen samenkomen?

 Ik ben in gedachten eventjes terug in de aardrijkskundeles. Met de Loire voor ogen, die machtige brede rivier, sta ik met verbazing te kijken naar een bescheiden bronnetje waar niet meer water uitkomt dan uit de kraan bij ons thuis. Hier ontstaat dus die langste rivier. Deze kleine stroom zal bochten maken, breder worden, het water opvangen van verscheidene zijrivieren, de grootse kastelen aan zijn oever omringen en ten slotte 1012 km verder uitmonden in de Atlantische Oceaan.

Terwijl de langste rivier van Frankrijk westwaarts naar de Atlantische Oceaan stroomt, gaat de hier niet ver vandaan ontspringende Ardèche, zuidwaarts naar het Rhônedal en de Middellandse Zee.

 

Vervolg: wandelen in een stuk ongerepte natuur